Category Archives: 116

Voor u gelezen

Kwok YL, Callard M, McLaws ML

An automated hand hygiene training system improves hand hygiene technique but not compliance.

Am. J. Infect. Control, 43 (8) : 821-825, Augustus 2015

De Wereldgezondheidsorganisatie beveelt het gebruik van zeep en water of van een hydroalcoholische oplossing aan als handhygiënetechniek. Deze techniek bestaat uit 7 stappen. We hebben gebruik gemaakt van een geautomatiseerd opleidingssysteem om de handhygiëne bij clinici te bevorderen en om na te gaan of dit binnen een ziekenhuisomgeving een impact had op de naleving van handhygiëne. 789 artsen en verpleegkundigen hebben zich vrijwillig kandidaat gesteld om deel te nemen aan een zelfstudie, waarbij gebruik werd gemaakt van een geautomatiseerd opleidingssysteem. Voor elk van de 7 stappen werd het aantal succesvolle eerste pogingen gerapporteerd. De naleving van handhygiëne werd gecontroleerd volgens de nationale vereisten en op basis van de cijfers voor 2011-2014 werd bepaald in welke mate het opleidingssysteem een impact had op de naleving. Het hoogste slagingspercentage was voor stap 1 (palm tot palm) met 77% (606 op 789), terwijl het laagste slagingspercentages van 27% (216 op 789) voor stap 6 was. Honderd vrijwilligers gaven feedback op 8 vragen die betrekking hadden op de tevredenheid over het gebruik van het geautomatiseerde opleidingssysteem. De meesten (86%) stelden zeer tevreden te zijn en alle vonden deze methode tijdsefficiënt. Na de invoering van het geautomatiseerde systeem is er op vlak van naleving weinig significant veranderd. De waargenomen naleving is na de opleidingsperiode gezakt en daarna opnieuw gestegen naar 82% maar dit was aan andere strategieën te danken.  We leiden daaruit af dat de technologie die werd gebruikt om clinici op te leiden in 7 stappen belangrijk was voor de opleiding maar dat die geen impact had op het nalevingspercentage.

Luangasanatip N, Hongsuan M, Limmathurotsakul D, Lubell Y,Lee AS, Habarth S, Day NP,Graves N, Cooper BS.

Comparative efficacy of interventions to promote hand hygiene in hospital : systematic review and network meta-analysis

BMJ, 28 : 351, h3728, July, 2015.

Bedoeling was enerzijds de relatieve efficiëntie te meten van de campagne van de Wereldgezondheidsorganisatie uit 2005 (WHO-5) en van andere initiatieven om handhygiëne bij werknemers in ziekenhuizen te promoten en anderzijds de informatie over het gebruik van de middelen samen te vatten. We hebben een systematische review en een meta-analyse van het netwerk uitgevoerd. De gegevensbronnen waren Medline, Embase, CINAHL, de gegevensbank voor economische evaluatie van de NHS, het Centrum voor controle en verspreiding van de NHS, de Cochrane bibliotheek, het EPOC register (december 2009 tot februari 2014) en studies die zijn aangetroffen op basis van dezelfde zoektermen als in vorige systematische reviews (1980-2009). Bij de studies ging het om gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken, niet-gerandomiseerde onderzoeken, gecontroleerde onderzoeken voor en na, en onderbroken tijdreeksstudies die een actie implementeren ter bevordering van de handhygiëne bij gezondheidswerkers in ziekenhuizen en die de naleving of/van andere geschikte alternatieven meten (measuring compliance or appropriate proxies), die voldeden aan vooraf bepaalde kwaliteitscriteria voor opneming. Wanneer de studies geen gebruik maakten van de juiste analytische methodes, werden primaire gegevens opnieuw geanalyseerd. Random effecten en meta-analyse van het netwerk zijn uitgevoerd op studies. Die rapporteren onmiddellijk de naleving van handhygiëne zodra die als voldoende homogeen wordt beschouwd, rekening houdend met de interventies en deelnemers. De informatie over de middelen die nodig waren voor de interventies werd geëxtraheerd en in drie niveaus onderverdeeld. Van de 3639 weerhouden studies beantwoordden er 41 aan de opnemingscriteria (zes gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken, 32 onderbroken tijdreeksstudies, een niet-gerandomiseerd onderzoek en twee gecontroleerde onderzoeken voor en na). Uit de meta-analyse van 2 gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken bleek dat toevoeging van een WHO-5 doelstelling werd geassocieerd met een verhoogde naleving (gecombineerde odds ratio 1.35, 95% vertrouwensinterval 1.04 to 1.76; I2=81%). Van 22 paarsgewijze vergelijkingen van onderbroken tijdreeksen bleek bij 18 een stapsgewijze verhoging van de naleving van handhygiëne en bij alle vergelijkingen, op 4 na, bleek ook na de interventie een tendens naar een betere naleving. Meta-analyse van het netwerk wees op heel wat onzekerheid over de relatieve efficiëntie van de interventies. Geen enkele levert het bewijs dat WHO-5 efficiënt is en dat de naleving achteraf kan worden verbeterd door het toevoegen van interventies en het bepalen van doelstellingen, het toekennen van beloningen en verantwoordingsplicht. Negentien studies leverden klinische resultaten op. De gegevens daaruit bevestigden een klinisch belangrijke daling van het aantal infecties als gevolg van een betere handhygiëne voor bepaalde belangrijke ziekteverwekkers in ziekenhuizen. De gerapporteerde interventiekosten schommelden tussen $225 en $4669 (£146-£3035; €204-€4229) per 1000 beddagen. We leiden hieruit af dat het promoten van handhygiëne met WHO-5 efficiënt is om de naleving van handhygiëne bij gezondheidswerkers te verhogen. Het bepalen van extra doelstellingen, het toekennen van beloningen en strategieën op vlak van verantwoordingsplicht kunnen die naleving verder verbeteren. De rapportering van de middelen die nodig zijn voor dat soort interventies laat wel nog te wensen over.

Jeanes A, Coen PG, Wilson AP, Drey NS, Gould DJ.

Collecting data but missing the point ; validity of hand hygiene audit data

J. Hosp. Infect., 90(2) :156-162, June 2015.

Al meer dan 10 jaar wordt de naleving van handhygiëne in de gezondheidszorg via observatie opgevolgd, om er zeker van te zijn dat de infectiecontrole wordt uitgevoerd. De geldigheid van die informatie wordt zelden getest. Deze studie onderzoekt het proces en de geldigheid van het inzamelen en het rapporteren van handhygiënegegevens op basis van directe observatie van de naleving. We hebben de handhygiënegegevens die vijf jaar lang systematisch zijn ingezameld in een groot ziekenhuis van de ‘National Health Service’ onderzocht. Het proces van de gegevensinzameling werd gecontroleerd via surveillance en interviews met de auditeurs. Gegevens over handhygiëne die tijdens die periode voor andere onderzoeken waren ingezameld werden getoetst aan de gegevens van de organisatie. Na een aanvankelijke stijging bleef de gerapporteerde handhygiëne tijdens die hele periode ongewijzigd en dichtbij de vooropgestelde doelstelling. Uit onderzoek van het gegevensinzamelingsproces bleek een aantal wijzigingen, inclusief lokale interpretaties van het gegevensinzamelingssysteem, waardoor de resultaten ongeldig waren. Een minderheid van de auditeurs had een formele opleiding gevolgd in observatie en feedback van resultaten. We leiden daaruit af dat ook al blijft observatie van handhygiëne momenteel de «gouden standaard» – tenzij de definities en methodes van de gegevensinzameling ondubbelzinnig, gepubliceerd, zorgvuldig gesuperviseerd en regelmatig opgevolgd zijn – er toch variaties kunnen optreden die de geldigheid van de gegevens aantasten. Als het de bedoeling van handhygiënemonitoring is om de praktijk te verbeteren en de overdracht van infecties te beperken, dan lijkt het geleidelijk aan verbeteren van de prestatie een betere optie om resultaat te behalen, dan het snel bereiken van een doelstelling.

Rosenbluth G, Garritson S, Green AL, Milev D, Vidyarthi AR, Auerbach AD, Baron RB.

Achieving hand hygiene success with a partneship between graduate medical education, hospital leadership and physicians.

Am. J. Med. Qual. 22, July 2015.

Het betrekken van artsen bij programma’s rond handhygiëne is een hele uitdaging in heel wat universitaire ziekenhuizen. Partnerships tussen de verantwoordelijken opleiding en academische actoren bieden mogelijkheden op effectieve samenwerking en verbetering. De auteurs hebben werk gemaakt van een onderbouwd programma om de kwaliteit van de handhygiëne te verbeteren, met bijzondere aandacht voor snelle-cyclus verbeteringen, waarbij personeel en zorgverstrekkers op alle niveaus betrokken zijn. Het programma omvat een vooraf bepaalde bestuursstructuur, een duidelijk proces voor gegevensinzameling, opleidingsondersteuning, snelle-cyclus verbeteringen en financiële voordelen voor personeel en artsen (inclusief bewoners en collega’s) De resultaten werden getoetst op patiënten in alle klinische domeinen. Tijdens de hele duur van het project werd gebruik gemaakt van diagrammen om de naleving in het algemeen en in subgroepen te documenteren. Institutionele doelstellingen werden bereikt en zelf overschreden, met een duurzame naleving van handhygiëne van boven de 90%. De naleving door artsen bleef achter op de algemene naleving maar hield uiteindelijk aan op een niveau dat boven de doelstelling lag. Het halen van de institutionele doelstellingen vereist samenwerking tussen alle betrokkenen. Gegevens over specifieke artsen en over artsen die de rol van voortrekker op zich namen waren essentieel om de handhygiëne te verbeteren.

Hocine MN, Temime L.

Impact of hand hygiene on the infectious risk in nursing home residents : a systematic review

Am. J. Infect.Control 13, July 2015.

In rust- en verzorgingstehuizen is het infectierisico groot, waardoor een aanpak die gericht is op infectiecontrole via handhygiëne een belangrijk thema is. De effectiviteit van handhygiëne in die omgevingen is echter slecht gedocumenteerd en de naleving ervan is er gering. We hebben systematisch onderzoek verricht in de gegevensbanken van PubMed, Scopus, Web of Science en Cochrane Clinical Trials naar klinische studies in rust- en verzorgingstehuizen, die ofwel een handhygiëne-gerelateerde interventie beschrijven of naleving van handhygiëne evalueren, en die ook de infectieuze gevolgen ervan beoordelen. Twee onderzoekers hebben onafhankelijk van elkaar het onderzoek verricht. 56 studies voldeden aan de opnemingscriteria en zijn onderzocht. Bij de meeste ging het om rapporten over epidemieën (39%), gevolgd door observatiestudies (23%), gecontroleerde studies (23%) en studies voor en na interventies (14%). In 35 studies (63%) pleitten de resultaten voor handhygiëne bij minstens een van hun resultaatmetingen; bovendien was het slaagpercentage van de infectiecontrole hoger wanneer er minstens een handhygiëne-gerelateerde interventie (bijv. opleiding personeel over handhygiëne, hogere beschikbaarheid van een hydroalcoholische oplossing) was opgenomen (70% vs 30% indien geen interventie). Toch kwam slechts 25% van de gerandomiseerde studies tot de conclusie dat handhygiëne-gerelateerde interventies tot een daling van het infectierisico leiden.

De resultaten van dit systematische onderzoek doen vermoeden dat er meer bewijs nodig is over de effectiviteit van handhygiëne in rust- en verzorgingstehuizen. Toekomstige interventionele studies moeten methodologisch nauwkeuriger zijn en daarbij gebruik maken van duidelijk vastgelegde meetresultaten, gestandaardiseerde rapportering van resultaten en een relevant instrument voor observatie van handhygiëne.

Cusini A, Nydegger D ; Kaspar T, Schweiger A, Kuhn R, Marschall J.E

Improved hand hygiene compliance after eliminating mandatory glove use from contact precautions – Is less more ?

Am. J. Infect.Control 26, July 2015.

Volgens de aanbevelingen kan het verzorgend personeel best handschoenen dragen voor alle interacties met patiënten bij wie contactvoorzorgsmaatregelen nodig zijn. Bedoeling was om de naleving van handhygiëne te evalueren bij contactvoorzorgsmaatregelen voor en na het verplicht dragen van handschoenen. We hebben geëvalueerd in welke mate het verzorgend personeel handhygiëne naleeft bij de verzorging van patiënten bij wie contactvoorzorgsmaatregelen nodig waren in 50 reeksen vóór (2009) en 6 maanden na (2012) het schrappen van het verplicht handschoengebruik en we hebben deze resultaten vergeleken met de algemene naleving van handhygiëne in het ziekenhuis. We evalueerden 426 handhygiëne indicaties vóór en 492 indicaties na de beleidswijziging. In vergelijking met 2009 stelden we in 2012 een significant hogere naleving van handhygiëne vast bij patiënten bij wie contactvoorzorgsmaatregelen nodig waren (52%; 95% vertrouwensinterval [95% CI], 47-57) vs 85%; 95% CI, 82-88; P < .001). Tijdens diezelfde periode steeg de algemene naleving van handhygiëne in het ziekenhuis van 63% (95% CI, 61-65) naar 81% (95% CI 80-83) (P < .001). Toch lag de relatieve verbetering (RI) van naleving van handhygiëne tijdens de contactvoorzorgsmaatregelen veel hoger dan de relatieve verbetering in het hele ziekenhuis (RI, 1.6; 95% CI, 1.49-1.81 vs 1.29; 95% CI, 1.25-1.34), met een relatieve verbeteringsratio van 1.27 (95% CI, 1.15-1.41).

Taylor RE.

The rôle of message strategy in improving hand hygiene compliance rates.

Am. J. Infect. Control 1, 43 (11) : 1166-1170, November 2015.

Ondanks de verhoogde aandacht voor handhygiëne het afgelopen decennium, blijft het nalevingspercentage relatief laag. Op wetenschappelijk vlak zijn al heel wat vorderingen geboekt, weinig aandacht ging echter uit naar de boodschappen om die te promoten. In totaal 86 gezondheidswerkers die lid zijn van de Vereniging van deskundigen op gebied van infectiecontrole en epidemiologie namen deel aan een online evaluatie van de strategieën van 6 boodschappen. De deelnemers toetsten de strategieën op vlak van begrijpelijkheid en geloofwaardigheid en gingen na in hoeverre de strategieën van de boodschap tot meer handhygiëne leidden. Van de 6 strategieën — ego, sociaal, sensorisch, routine, acute behoefte en ratio — werd de sociale strategie als diegene beschouwd die het meest tot actie kon leiden. De sensorische strategie bleek niet enkel als de slechtste te worden gepercipieerd maar bovendien ook contraproductief te zijn.

De gezondheidswerkers kunnen best een sociale boodschap strategie toevoegen aan hun programma’s voor de promotie van handhygiëne. Grondiger onderzoek blijft noodzakelijk maar toch zijn ego, routine en acute behoefte veelbelovend als motiverende factoren die tot een betere naleving kunnen leiden.

Watson JA.

Role of multimodal educational stategy on health care worker’s handwashing.

Am. J. Infect. Control 28, December 2015

Een goede handhygiëne is de belangrijkste strategie die wordt gebruikt om zorggerelateerde infecties te vermijden. Toch schommelt het nalevingspercentage van gezondheidswerkers maar tussen de 25% en 51%. Deze studie moet bepalen of een multimodale strategie, die gebruik maakt van de methodologie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) «My 5 Moments for Hand Hygiene», gezondheidswerkers ertoe aanzet om handhygiëne beter na te leven en of ze beter het belang van een goede handhygiëne gaan beseffen bij de preventie van zorggerelateerde infecties. Om het besef en de kennis te testen werd een quasi-experimentele pre/post steekproef met 1 groep gehanteerd. Voor het opvolgen van de naleving van handhygiëne werd gebruik gemaakt van een eenvoudige onderbroken tijdreeks bij aanvang en op drie maanden. Over het algemeen ging de naleving van handhygiëne bij gezondheidswerkers erop vooruit van 51.3% naar 98.6%, met een odds ratio van 71.10. Uit de pre/post studie bleek dat gezondheidswerkers wel degelijk het belang beseffen van een goede handhygiëne en dat ze er ook voldoende kennis over hadden. Acht vragen die na het onderzoek werden gesteld over de strategieën die voor het bevorderen van handhygiëne werden gebruikt toonden statistische significantie aan. Daarbij werd een t-test met een monster gebruikt, met P-waarden tussen .000-.024. We leiden daaruit af dat een multimodale aanpak die gebruik maakt van de WHO-methodologie «My 5 Moments for Hand Hygiene» de naleving van handhygiëne bij gezondheidswerkers verhoogt. Deze aanpak doet bovendien behalve de kennis, ook het besef groeien dat handhygiëne belangrijk is bij de preventie van zorggerelateerde infecties. Dit brengt niet enkel binnen de zorgeenheid maar ook in de gemeenschap positieve sociale veranderingen teweeg door het beperken van vermijdbare ziektes en van zorggerelateerde infecties.

Fox C, Wavra T, Drake DA, MulliganD, Bennett YP, Nelson C, Kirkwood P, Jones L, Bader MK.

Use of a patient hand hygiene protocol to reduce hospital-acquired  infections and improve nurse’s hand washing.

Am. J. Crit. Care 24 (3) : 216-224, May 2015

Kritiek zieke patiënten lopen een groot risico om zorggerelateerde infecties op te lopen, die het ziekte- en sterftecijfer bij patiënten doen toenemen. Verpleegkundigen zijn de belangrijkste verstrekkers van lichamelijke verzorging, inclusief hygiëne, om ziekenhuisinfecties bij gehospitaliseerde kritiek zieke patiënten te beperken en te vermijden. Deze studie onderzocht een nieuw protocol voor handhygiëne bij patiënten, dat het aantal ziekenhuisinfecties moest beperken en dat verpleegkundigen op een intensieve zorgeenheid ertoe moest aanzetten de handwasbeurten na te leven. Het pre-experimenteel onderzoeksopzet was om over 12 maanden de cijfers van 2 gebruikelijke ziekenhuisinfecties te vergelijken, met name de kathetergerelateerde bloedstroominfecties en de kathetergerelateerde infecties van de urinewegen, en om voor en tijdens het gebruik van het protocol te meten in welke mate de verpleegkundigen de handen wasten. Over 12 maanden werd voor beide types infecties een daling van het aantal infecties gemeld maar geen van beide dalingen was statistisch significant. Gemiddeld ging over 12 maanden ook het naleven van de handwasbeurten bij de verpleegkundigen erop vooruit maar ook hier niet significant.

Een protocol voor handhygiëne bij patiënten op een intensieve zorgeenheid werd geassocieerd met een beperking van het aantal ziekenhuisinfecties en een beter naleven van de handwasbeurten bij verpleegkundigen. Preventie van dat soort infecties vereist niet enkel continue inspanningen om de kwaliteit te verbeteren en duurzaam efficiënt te zijn maar ook onderzoek naar strategieën om die infecties uit te roeien.

Srigley JA, Corace K, Hargadon DP, Yu D, MacDonald T,Fabrigar L, Garber G.

Applying psychological frameworks of behavior change to improve healthcare worker hand hygiene : a systematic review.

J. Hosp. Infect.91 (3) : 202-210, November 2015

Ondanks het belang van handhygiëne bij de preventie van de overdracht van zorggerelateerde infecties, wordt handhygiëne nog veel te weinig nageleefd. Handhygiëne is een complex gedrag en een psychologisch kader is een veelbelovend instrument om het gedrag van de gezondheidswerker te beïnvloeden. Doelstelling was de effectiviteit na te gaan van interventies die zijn gebaseerd op de psychologische theorieën van gedragsverandering om de naleving van handhygiëne bij de gezondheidswerker te verbeteren en om te bepalen welk kader wordt gebruikt om de naleving van handhygiëne bij de gezondheidswerker te voorspellen. We hebben verschillende databanken en referentielijsten van de opgenomen studies doorzocht, die psychologische theorieën toepassen om handhygiëne bij de gezondheidswerkers te verbeteren en/of te voorspellen. Alle stappen in de selectie, extractie van gegevens en kwaliteitsbeoordeling zijn verricht door twee onderzoekers die onafhankelijk van elkaar te werk zijn gegaan. Het onderzoek leverde 918 artikels op waarvan zeven beantwoordden aan de ontvankelijkheidscriteria. Vier studies beoordeelden de interventies voor handhygiëne op basis van een psychologisch kader. De interventies waren geleid door het bepalen van doelstellingen, de controletheorie, actief leren, positieve bevestiging, veranderingstheorie, de theorie van het gepland gedrag en het transtheoretische model. Drie voorspellende studies maakten gebruik van de theorie van het geplande gedrag, het transtheoretische model en het ‘Theoretical Domains Framework’. Interventies om de naleving van handhygiëne te verbeteren bleken efficiënt maar het risico op afwijkingen bij de studies was matig tot groot. Voor heel wat studies was onduidelijk hoe theorieën over gedragswijziging werden gebruikt om interventies te ondersteunen. De voorspellende studies hebben gemengde resultaten opgeleverd. We leiden hieruit af dat theorieën rond gedragsverandering een veelbelovend instrument zijn om de handhygiëne te verbeteren, alleen zijn die theorieën nog niet grondig genoeg onderzocht. Ons onderzoek toont aan dat de literatuur nog heel wat lacunes vertoont en identificeert mogelijke pistes voor nieuw onderzoek.

Latham JR, Magiorakos AP, Monet DL, Alleaume S, Aspevall O, Blacky A, Borg M, Ciurus M, Spanish Hand Hygiene Campaign, Costa AC, Cunney R, Dolinsek M;Dumpis U, Erne S, Gudlaugsson O, Hedlova D, Heisbourg E, Holt J, Kerbo N, Sorknes NK, Lyytikäinen O, Maltezou HC, Michael S, Moro ML, Reichardt C, Stefkovicova M, Szilagyi E, Valinteliene R, Vatcheve-Dobrevska R, Viseur N, Voss A, Woodward S, Cordier L, Jansen A

The rôle and utilisation of public health evaluations in Europe : a case study of national hand hygiene campaigns.

BMC Public Health 7 (14) : 13, February 2014

Evaluaties zijn essentieel om het succes van de volksgezondheidsprogramma’s te beoordelen. In Europa is onduidelijk hoeveel volksgezondheidsprogramma’s worden geëvalueerd. Het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding onderzocht hoe vaak Europese nationale volksgezondheidsprogramma’s worden geëvalueerd. Als voorbeeld van interventies dienden de nationale handhygiënecampagnes. Voor de analyse werd een cohort gebruikt van alle nationale handhygiënecampagnes die tussen 2000 en 2012 zijn gevoerd. Bedoeling was om informatie in te zamelen over evaluaties van handhygiënecampagnes en de frequentie ervan. De enquête werd opgestuurd naar een aantal contactpunten voor de surveillance van zorggerelateerde infecties in de Europese Unie en de lidstaten van de Europese Economische Ruimte. Tussen 2000 en 2012 werden in 20 landen 36 handhygiënecampagnes gevoerd. 50% daarvan werd geëvalueerd en 55% daarvan maakte daarvoor gebruik van het zelf-evaluatiesysteem van de WHO voor handhygiëne. Bij de evaluaties werden tal van methodologieën en indicatoren gebruikt om de gedragsveranderingen op vlak van handhygiëne vóór en na de interventie te beoordelen. Van de 50% campagnes die niet werden geëvalueerd liet twee derden weten dat beperkte menselijke en financiële middelen belangrijke hinderpalen waren voor de evaluatie.

De studie heeft kunnen vaststellen dat in Europa steeds meer handhygiënecampagnes worden gevoerd. Vermoedelijk heeft de beschikbaarheid van de internationaal aanvaarde en door de Wereldgezondheidsorganisatie ontwikkelde evaluatiemethode ervoor gezorgd dat meer handhygiënecampagnes in Europa zijn geëvalueerd. Ondanks die toename lijken handhygiënecampagnes nog altijd te weinig te worden geëvalueerd. De ontwikkeling van eenvoudige, opleidingsspecifieke, gestandaardiseerde richtlijnen, evaluatie-indicatoren en andere op bewijs gebaseerde instrumenten inzake volksgezondheid kunnen helpen om in alle domeinen van de volksgezondheid vaker te evalueren.

Allegranzi B, Pittet D.

Role of hand hygiene in healthcare-associated infection prevention.

J. Hosp. Infect. 73 (4) : 305-315, December 2009.

Zorggerelateerde ziekteverwekkers worden binnen de zorgomgeving meestal via de handen van gezondheidswerkers van patiënt op patiënt overgedragen. Handhygiëne is de beste maatregel om de verspreiding van antimicrobiële resistentie te vermijden en om het aantal zorggerelateerde infecties te beperken maar op de meeste diensten leven de gezondheidswerkers de optimale praktijken amper na. Dit artikel gaat dieper in op de factoren die de naleving van handhygiëne beïnvloeden, op de impact van de promotie van handhygiëne op de kruisoverdracht van zorggerelateerde ziekteverwekkers en het aantal infecties, en op de uitdagingen om hydroalcoholische oplossing universeel te gebruiken als essentiële verandering naar een succesvolle promotie van handhygiëne. Beschikbaar bewijsmateriaal toont aan dat multimodale interventiestrategieën tot een betere handhygiëne en minder zorggerelateerde infecties leiden. Verder onderzoek is evenwel nodig om de relatieve efficiëntie van elk onderdeel van de strategie te meten en om de meest succesvolle interventies te identificeren, vooral dan in diensten met beperkte middelen. De belangrijkste doelstelling van de door de Wereldgezondheidsorganisatie gelanceerde ‘First Global Patient Safety Challenge’ is om tot betere praktijken inzake handhygiëne te komen, met als ultieme doel het promoten van een sterke patiëntveiligheidscultuur. We brengen ook verslag uit van beschouwingen en oplossingen die voortvloeien uit de implementatie van de multimodale strategie die aan bod komt in de richtlijnen inzake handhygiëne en gezondheidszorg van de WHO.

Cure L, Van Enk R.

Effect of hand sanitizer location on hand hygiene compliance

Am. J. Infect. Control 16, June 2015

Handhygiëne is de belangrijkste interventie om infecties in ziekenhuizen te vermijden. Gezondheidswerkers moeten minstens vóór en na het contact met de patiënten de handen wassen. Dispensers van ontsmettingsmiddelen voor de handen zijn belangrijk voor de ondersteuning van handhygiëne omdat ze in alle zorgeenheden beschikbaar kunnen worden gesteld. Doelstelling van deze studie was om na te gaan of de beschikbaarheid van dispensers van ontsmettingsmiddelen bepaalt of het personeel de ontsmettingsmiddelen in het ziekenhuis al dan niet gebruikt. Deze studie vond plaats in een privaat, non-profit gemeenschapsziekenhuis in de Midwest met 404 bedden en 15 ziekenhuiseenheden, bovenop de ambulante diensten. In 12 deelnemende ziekenhuisdiensten werden de beschikbaarheid en standaardisering van ontsmettingsmiddelen geëvalueerd. Het ziekenhuis ging na in hoeverre het personeel de handhygiëne naleefde als onderdeel van hun programma ter verbetering van de kwaliteit. Gegevens van 2010 tot 2012 werden geanalyseerd om de relatie tussen naleving en bruikbaarheid te meten en daarbij werd gebruik gemaakt van logistische regressiemodellen met een gemengd effect. De totale bruikbaarheidsscore (P = .0046), de zichtbaarheid (P = .003) en de toegankelijkheid van het ontsmettingsmiddel bij de ingang van de kamer van de patiënt (P = .00055) werden statistisch geassocieerd met een hoger nalevingspercentage. Standaardisering alleen bleek geen significante impact te hebben op de vastgestelde naleving (P = .37). De naleving van handhygiëne kan worden beïnvloed door de zichtbaarheid en toegankelijkheid van dispensers. De locatie van het ontsmettingsmiddel moet deel uitmaken van veelzijdige interventies om handhygiëne te verbeteren.

Smiddy MP, O’Connell R, Creedon SA.

Systematic qualitative literature review of health care worker’s compliance with hand hygiene guidelines.

Am. J. Infect. Control 43 (3) : 269-74, March 2015

Zorggerelateerde infecties zijn een groot risico voor de veiligheid van de patiënt. Deze risico’s zijn kleiner wanneer gezondheidswerkers de regels inzake handhygiëne naleven. Hoewel er in dat domein steeds meer kwalitatief onderzoek wordt gevoerd, is er nog nooit een overzicht van de kwalitatieve literatuur gepubliceerd. Wij hebben daarvan een systematisch overzicht gemaakt. De resultaten zijn onderverdeeld in factoren. Volgens de gezondheidswerkers beïnvloeden die factoren de naleving van de regels inzake handhygiëne op een gunstige manier. Voor de conceptualisering van die factoren werd een theoretisch kader gebruikt. Dankzij dit overzicht van de kwalitatieve literatuur konden de onderzoekers voor een inductieve aanpak kiezen, waarbij alle factoren die een impact hadden op de naleving van handhygiëne konden worden onderzocht. Twee essentiële concepten leken bepalend voor de mate waarin gezondheidswerkers handhygiëne naleven: de motivatiefactoren en de perceptie van de werkomgeving. Motivatiefactoren zijn gestoeld op het gedrag, de manier waarop werknemers hun werkomgeving percipiëren heeft dan weer te maken met structureel empowerment.

We leiden hieruit af dat het niet-naleven van de richtlijnen inzake handhygiëne een collectieve uitdaging blijft, die van de onderzoekers een samenhangende en gestandaardiseerde aanpak vereist. Er zou bewust voor theoretische modellen kunnen worden gekozen om beter de complexiteit van handhygiëne toe te lichten.

Shabot MM, Chassin MR, France AC, Inurria J, Kendrick J, Schmaltz SP.

Using the targeted solutions tool ® to improve hand hygiene compliance is associated with decreased health care-associated infections.

Jt Comm J Qual Patient Saf. 42 (1) : 6-21, 2016

In 2010 implementeerde het ‘Memorial Hermann Health System’ (MHHS) de internettool ‘Targeted Solutions Tool’ ®(TST ®) van het ‘Joint Commission Center for Transforming Healthcare’s’ (het Centrum) voor een betere handhygiëne in zijn 12 verschillende ziekenhuizen, na te hebben deelgenomen aan het eerste project van het Centrum rond handhygiëne, aan een eerste test van het TST en na voor elke piloot-eenheid voldoende vordering te hebben gemaakt. Aangezien handhygiëne een bepalende factor is bij de preventie van zorggerelateerde infecties, was dit project een essentieel onderdeel van de strategie van MHHS om zorggerelateerde infecties uit te roeien. MHHS implementeerde de TST voor handhygiëne in 150 diensten in 12 ziekenhuizen en heeft van oktober 2010 tot december 2014 in het hele systeem, een project gelanceerd rond procesverbetering. Dankzij TST kon MHHS de nalevingspercentages meten, redenen voor de niet-naleving identificeren, door TST ter beschikking gestelde en beproefde interventies implementeren en verbeteringen verduurzamen. Ook gegevens over centrale lijn-geassocieerde bloedstroominfecties en ventilator-geassocieerde pneumonieën werden ingezameld en geanalyseerd. Op basis van 31.600 waarnemingen (oktober 2010 – mei 2011) bedroeg het nalevingspercentage op vlak van handhygiëne bij aanvang 58.1% in het hele MHHS systeem. Tijdens de opstartfase (juni 2011 – november 2012) bedroeg het nalevingspercentage gemiddeld 84.4% , tijdens de eerste 13 maanden van de controlefase (december 2012 – december 2014), 94.7% en tijdens de laatste 12 maanden 95.6% (p < 0.0001 voor alle vergelijkingen met de basislijn). Tegelijk daalde op de intensieve zorgeenheden voor volwassenen het aantal centrale lijn-geassocieerde bloedstroominfecties en ventilator-geassocieerde pneumonieën met respectievelijk 49% (p = 0.024) en 45% (p = 0.045). We leiden hieruit af dat MHHS de naleving van handhygiëne in zijn ziekenhuizen gevoelig heeft verbeterd en dat handhygiëne ook 25 maanden na de implementatie nog in hoge mate werd nageleefd. Op de intensieve zorgeenheden voor volwassenen daalde het aantal centrale lijn-geassocieerde bloedstroominfecties en ventilator-geassocieerde pneumonieën naarmate de handhygiëne beter werd nageleefd.

Welke interventies hebben een effect op de handhygiëne van volwassen patiënten in een ziekenhuis?

hygiene

1. Inleiding    

Hygiëne is een belangrijk element van de huidige samenleving.[7] In sommige situaties is het niet meer weg te denken, bijvoorbeeld in een operatiekwartier, bij het uitvoeren van wondzorg of in ons alledaagse leven. Ook in de reclame voor thuishygiëne producten wordt steeds meer aandacht besteed aan een wetenschappelijke onderbouwing (bv. Dettol®).[4,8] Hygiëne is een belangrijk element om kwalitatieve zorg op elk niveau te kunnen verlenen.[10] In ziekenhuizen wordt hier meer aandacht aan besteed door de opkomst van resistente ziekenhuisbacteriën. Ook zorgverstrekkers, patiënten en hun familieleden kunnen, door aandacht te schenken aan hygiëne, een bijdrage leveren in het kader van reductie en preventie van de verspreiding van ziektekiemen. [7] Handhygiëne interventies worden erkend als zijnde efficiënt om transmissie van infecties in de gezondheidszorg te verminderen.[5]
In de literatuur wordt voornamelijk de handhygiëne van zorgverstrekkers besproken en onderzocht. De handen van gezondheidswerkers worden vaak gezien als de hoofdroute waarlangs micro-organismen zich verspreiden.[6] Istenes et al. toonden aan dat de richtlijnen rond handhygiëne steeds beter worden nageleefd door de zorgverstrekkers. Toch bedraagt de compliance hier nog steeds minder dan 50%.[6]
Maar hoe is het gesteld met de handhygiëne van de patiënten zelf? Patiënten worden meestal ingezet om de handhygiëne van zorgverstrekkers te observeren en hen hieraan te herinneren. Ze geven aan dat ze zich veiliger voelen indien zorgverstrekkers handhygiëne uitvoeren in hun gezichtsveld. Zo kunnen ze toezien op de kwaliteit van de handhygiëne in het ziekenhuis.[6] Als patiënten betrokken worden in dit aspect van zorg vloeit hier een hogere patiëntparticipatie uit voort. Toenemende patiëntparticipatie leidt tot toenemende patiëntveiligheid. Een gevolg hiervan is dat de zorgverstrekkers hun compliantie (trouw) aan handhygiënerichtlijnen eveneens stijgt.[11] Maar vaak zijn patiënten een bron van hun eigen infecties[1], van infecties bij zorgverstrekkers en infecties bij andere patiënten.[7] De gsm van een patiënt[2] of het aanraken van een besmet oppervlak vormen vaak bronnen van handcontaminatie.[7]  De mobiliteit van patiënten vergroot de kans op het verspreiden van bacteriën via deze weg.[7]
Door het  implementeren van specifieke handhygiëne-interventies, met de focus op patiënten, zou de handcontaminatie en bijgevolg de verspreiding van bacteriën verminderd kunnen worden. Hierdoor zouden de zorginfecties en de hiermee gepaard gaande mortaliteit significant gereduceerd kunnen worden.[1] Het is dus belangrijk om interventies te vinden die de uitvoering van handhygiëne bij patiënten kunnen stimuleren. Daarom ligt de focus van deze review op ‘de effecten van de interventies rond handhygiëne bij volwassen gehospitaliseerde patiënten’.

2. Methodologie

Een literatuuronderzoek werd uitgevoerd naar systematische reviews met betrekking tot handhygiëne van patiënten binnen een ziekenhuis. Door middel van de zoektermen, weergegeven in tabel I, werden er relevante publicaties van 2005 tot 2015 opgespoord in de databanken Medline, Cochrane, CINAHL, Embase en Tripdatabase. In totaal werden 149 reviews geselecteerd op basis van hun titel. Hiervan werden 6 reviews behouden die informatie bevatten over handhygiëne van patiënten binnen een ziekenhuissetting. Uit deze reviews bleek dat veel aandacht ging naar de impact van de patiënt op de handhygiëne van zorgverstrekkers. Strategieën in verband met handhygiëne voor patiënten werden vermeld, maar concrete resultaten werden niet weergegeven. Daarom stelden we ons de vraag: ‘Welke interventies hebben een effect op de handhygiëne van volwassen patiënten in het ziekenhuis?’.

Tabel I: Zoektermen gebruikt voor het vinden van systematische reviews m.b.t. handhygiëne-interventies bij patiënten, periode 2005-2015
Hombroeckx-nl-05

Hierna werd een literatuurstudie verricht op basis van de genoemde databanken om relevante publicaties te vinden. Artikels werden in deze review opgenomen indien ze voldeden aan de volgende inclusiecriteria :
(1) de patiënten zijn opgenomen in een ziekenhuis;
(2) de patiënten zijn ouder dan 18 jaar;
(3) de artikels mogen niet ouder zijn dan 10 jaar.

Studies werden niet opgenomen in de review indien ze beantwoordden aan één van de volgende exclusiecriteria :
(1) de artikels hebben een consultatieruimte binnen een ziekenhuis als setting;
(2) het gaat om rust- en verzorgingstehuizen en thuisomgeving;
(3) handhygiëne van gezondheidsmedewerkers;
(4) artikels die geen enkele uitkomstmaat hebben over de handhygiëne van patiënten.

De gebruikte zoektermen en flow chart rond de gevonden artikels worden weergegeven in tabellen I en II.
In totaal zijn er 2799 artikels gevonden in de verscheidene databanken (Medline, Cochrane, CINAHL, Embase en Tripdatabase). Op basis van de beoordeling van de abstracten werden 407 artikels geïncludeerd, waarvan 377 artikels opnieuw werden geëxcludeerd. Dertig artikels werden beoordeeld op basis van de volledige tekst, waarvan uiteindelijk 5 artikels werden behouden. Tenslotte werden de referenties van alle relevante studies en reviews gescreend (sneeuwbalmethode). Maar dit leverde geen bijkomstige artikels op. De taalrestricties waren Nederlands en Engels.
De inhoud van de artikels werd samengevat in tabellen om een goed overzicht te bewaren voor de onderzoekers. Elke tabel bestond uit volgende categorieën: jaartal, probleemstelling, doelstelling/vraagstelling/hypothese, design, in – en exclusiecriteria, variabelen/meetinstrumenten, procedure en analyse. De resultaten werden genoteerd in een uitkomstentabel voor elk artikel. Zo werd een goed overzicht bewaard (zie tabel IV). Om de inhoudelijke kwaliteit van de artikels te beoordelen werd er gebruik gemaakt van de Delphi – lijst.[9] 

Tabel II: Flow-chart m.b.t. de selectie van de gevonden artikels
Hombroeckx-05

3. Resultaten

Het doel van deze review is om een beeld te schetsen van de effecten van patiëntgerichte interventies op de handhygiëne binnen een ziekenhuis. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden werd een literatuurstudie uitgevoerd waarin 5 artikels geïncludeerd werden. De uiteindelijk opgenomen artikels bestonden uit twee cross-sectionele onderzoeken[1,11], één retrospectief onderzoek[5], één exploratieve piloot studie[6] en één prospectief gerandomiseerde studie.[7]

Methodologische kwaliteit
De methodologische kwaliteit van de artikels werd beoordeeld met behulp van de Delphi-lijst (tabel III). Elk criterium werd beoordeeld op de volgende wijze: een ‘+’ werd toegekend als het criterium werd vermeld. Een ‘-‘ indien het criterium niet werd vermeld. De criteria omvatten: randomisatie, in- en exclusiecriteria, of de effectbeoordelaar geblindeerd was, of de zorgverstrekker geblindeerd was en of de patiënt geblindeerd was, de puntschatting van de primaire uitkomstmaten en uiteindelijk de analyse van ‘intention to treat’.
De methodologie van de artikels werd niet altijd even duidelijk besproken waardoor het moeilijk was   om deze te beoordelen. Indien het niet duidelijk was in het artikel of een bepaalde methode gebruikt werd of niet, dan gingen de onderzoekers ervan uit dat deze methode niet toegepast werd. Op basis van deze criteria kon geconcludeerd worden dat de methodologische kwaliteit van de geïncludeerde studies matig was.

Tabel III: Kwaliteitsbeoordeling van de artikels aan de hand van de Delphi-lijst
Hombroeckx-nl-06

Studieresultaten
Gagné et al. voerden een retrospectieve studie uit in het Centre Hospitalier Pierre – Le Gardeur. Hierbij kwamen drie hypothesen naar voren: (1) patiënten kunnen hun handhygiëne verbeteren door het routinematig gebruik van alcoholgel; (2) handhygiëne kan de verspreiding van MRSA (methicilline resistente Staphylococcus aureus) minimaliseren en reduceren; (3) systematische aandacht van de patiënt voor handhygiëne is tevens een motivatie tot verhoogde compliance van de zorgverstrekkers voor handenwassen. Om bovenstaande hypothesen te onderzoeken werden volgende patiëntgericht interventies uitgevoerd: (a) de voordelen van goede handhygiëne werden uitgelegd aan de patiënten en de familieleden, (b) tevens werd hen uitgelegd hoe ze hun handen moesten ontsmetten met alcoholgel (2 x/d), (c) bovendien kregen ze een brochure over nosocomiale infecties. Honderdzestien patiënten die langer dan 7 dagen gehospitaliseerd waren, werden nasaal gescreend (1 maal per week gedurende 4 weken). De studie toonde aan dat het aantal nosocomiale MRSA-infecties per 1000 opnames daalde met 51%. De totale hoeveelheid van nosocomiale MRSA infecties tegenover het totaal aantal  MRSA-positieve patiënten (aantal geïnfecteerde dragers en asymptomatische dragers samen) daalde van 51% naar 37%. De compliance van de gezondheidsmedewerkers verbeterde met meer dan 30% tijdens deze studie, en dit zonder extra interventies. De studie bewijst dat systematische handdesinfectie een goedkope en efficiënte manier is om nosocomiale MRSA-transmissie tegen te gaan. De toegepaste patiëntgerichte interventies kunnen met geringe kosten in alle gezondheidszorgsettings gebruikt worden, ook in afgelegen gebieden met weinig middelen.[5]
Patiënten meer bewust maken van het belang van handhygiëne staat in lijn met de WHO richtlijnen. Deze richtlijnen benadrukken een veelvoudige aanpak waarin patiënten, leveranciers en ziekenhuizen betrokken worden.[10] Dit is dan ook het doel van het cross-sectioneel, interviewer -administered onderzoek (Barker et al.). Om patiënten te betrekken in de studie kregen ze een antibacterieel doekje op hun maaltijdplateau. Drie vragen werden gesteld: (1) vindt de patiënt het vervelend om zorgverstrekkers naar hun handhygiëne te vragen? (2) hoe dikwijls wassen de patiënten hun handen vóór het eten? (3) wassen de patiënten hun handen na toiletgebruik? De eerste vraag zal niet besproken worden omdat dit onderwerp buiten de onderzoeksvraag valt. De term ‘handen wassen’ omvatte hier zowel het gebruik van water en zeep, als ontsmettingsmiddelen op basis van alcohol of antibacteriële doekjes. De studie betrof 207 patiënten (response rate 98.6%) die verbleven in het University of Wisconsin Hospital and Clinics. Een overgroot deel van de patiënten (89,4%) gaf aan dat een alcoholgel langs het bed nuttig was. Van de patiënten, die als interventie een antibacterieel doekje op hun maaltijdplateau kregen, vond 87.2% dit zinvol. In de studie werd vastgesteld dat de patiënten die thuis zelden of nooit hun handen wassen vóór het eten dit wel deden in het ziekenhuis. Patiënten die thuis wel handhygiëne toepassen vóór het eten doen dit minder in het ziekenhuis (daling van 64,7% naar 41,4%). Barker et al. stellen een analoge daling vast voor handhygiëne na toiletgebruik. Leeftijd, mobiliteit en het algemene welzijngevoel van de patiënt zijn factoren die inspelen op het toepassen van handhygiëne vóór het eten.[1]
Achterhalen welk gedrag, welke houding en welke perceptie patiënten hebben tegenover handhygiëne is een belangrijk aspect. Patiëntenparticipatie maakt deel uit van de patiëntenveiligheid.[11] Patiënten betrekken bij de uitvoering van handhygiëne is volgens de laatste richtlijnen een geschikte strategie.[10] Het is belangrijk dat de instelling herkent dat niet elke patiënt wil meewerken. De graad van coöperatie en motivatie van de patiënten zijn cruciale aspecten voor eender welke handhygiëne campagne.[11] De studies van Wu et al. en Istenes et al. waren gericht op het gedrag, de perceptie en de houding die patiënten hebben tegenover handhygiëne.[11,6]
Wu et al. voerden een cross-sectioneel onderzoek uit in het Veterans General Hospital met 859 participanten (303 patiënten en 556 familieleden, response rate 32,4%). De studie evalueerde of het belang dat patiënten hechten aan handhygiëne hen beïnvloedt in hun ziekenhuis- of dokterskeuze. De meerderheid van patiënten (78,4 %) wou meer informatie over handhygiëne. De toepassing van handhygiëne werd door 75,9% van de patiënten gezien als een criterium in de ziekenhuiskeuze. Maar liefst 66,8% hield hier ook rekening mee in hun dokterskeuze. Indien patiënten voorgaande ervaringen hadden met ziekenhuisinfecties is er tweemaal zoveel kans dat handhygiëne zal meetellen in de ziekenhuis- en artskeuze.[11]
Istenes et al. bestudeerden het verband tussen de houding van de patiënten betreffende handhygiëne en de uitvoering ervan in de praktijk. Er werden 100 handstalen afgenomen van patiënten in het Summa Health System Akron City Hospital. Hierna konden de patiënten een vragenlijst invullen met vragen naar ondersteuning bij het handenwassen in het ziekenhuis en naar de aanwezigheid van hygiënische producten in de omgeving van hun bed.[6] De studie rapporteerde een significant positieve correlatie tussen de patiënten die hun handen thuis wassen en in het ziekenhuis. Aangezien er werd vastgesteld dat patiënten handhygiëne even belangrijk vinden in de thuisomgeving als in de ziekenhuisomgeving, konden de onderzoekers concluderen dat patiënten zich wel degelijk bewust zijn van het belang van handhygiëne.[6,11] De studie van Barker et al. gaf echter ook aan dat thuis de handen frequenter worden gewassen dan in het ziekenhuis.[1]
De kennis van de patiënt rond handhygiëne is naast gedrag, houding en perceptie eveneens belangrijk om verdere verspreiding van infecties tegen te gaan.[7] Kundrapu et al. deden een prospectief gerandomiseerde studie naar het effect van handen wassen met zeep en water versus alcohol rub op het verwijderen van Clostridium difficile (C. difficile). Vierenveertig patiënten namen deel aan de studie. Ondanks de effectiviteit van handenwassen met zeep en water voor het reduceren van Clostridiumsporen was 10% van de patiënten nog steeds drager. Maar liefst 73% van de patiënten wist niet dat de sporen van C. difficile niet gedood kunnen worden door alcoholgel. De onderzoekers besluiten dat patiëntenkennis rond handhygiëne belangrijk is om verdere verspreiding van infecties tegen te gaan.[7]
Om een duidelijk overzicht te creëren van de studies werd een uitkomstentabel opgesteld, zie tabel IV.

Tabel IV: Uitkomstentabel van de weerhouden studies
Hombroeckx-nl-04


4. Discussie

Zoekstrategi
Vijf artikels werden geïncludeerd op basis van de inclusie- en exclusiecriteria. Mogelijk zijn enkele fouten opgetreden in de zoektocht naar relevante studies. De gebruikte zoektermen (zie tabel I) werden verdeeld onder 2 onderzoekers. Eén onderzoeker gebruikte de even zoektermen en de andere onderzoeker gebruikte de oneven zoektermen. Hierdoor kan het zijn dat het overzicht van de zoektocht en de gevonden studies niet optimaal was. Mogelijk werden nog studies gemist doordat beide onderzoekers geen andere databanken gebruikten dan diegene die in de methodologie beschreven staan.
Eveneens was het screenen van de artikels op basis van de titel alleen mogelijk niet de meest optimale methode. Indien elk artikel afzonderlijk werd beoordeeld op basis van het abstract konden er meer studies geïncludeerd worden. Dit geldt eveneens voor het abstract, soms is dit beknopt waardoor er snel overgegaan wordt naar een ander abstract.
De gevonden artikels correleerden niet allemaal even sterk met de onderzoeksvraag, waardoor het moeilijk was om een gepast antwoord te formuleren op de vraag.

Methodologische kwaliteit artikels
De methodologische kwaliteit van de artikels die geïncludeerd werden in de review, werd geanalyseerd op basis van de Delphi-lijst.[9] Geen enkel onderzoek voldeed aan alle criteria van de Delphi-lijst. Aan de hand hiervan konden we vaststellen dat de kwaliteit van de studies niet altijd even hoog was.
Elke studie haalde inclusie- en exclusiecriteria aan. In geen enkele studie werden de patiënten geblindeerd. Eveneens gebruikte geen enkel artikel een puntschatting spreiding van de primaire uitkomstmaten of de intention-to-treat methode. De intention-to-treat kan belangrijk zijn indien patiënten wegvallen uit het onderzoek; niet meetellen van verloren patiënten kan leiden tot overschatting van het behandelingseffect.
Alle artikels die geïncludeerd werden, beschreven hun methodologie slechts beknopt. Barker et al.  bespraken dat de handhygiëne van de patiënten gemonitord werd door de ziekenhuismedewerkers, maar de werkwijze werd niet beschreven. Dit deed vragen oprijzen zoals: werden er checklisten gebruikt? Werden de bevindingen genoteerd? Werden de zorgverstrekkers onderricht in handhygiëne voor de patiënten?
In de studie van Istenes et al. werd de volledige handsampling uitvoerig besproken met de onderzoeksverpleegkundigen, alsook de methode om de patiënten te bevragen (een door de onderzoeker opgesteld survey). De participanten dienden een informed consent te ondertekenen bij deelname.[6] Een specifiekere omschrijving van de gebruikte methoden was beschikbaar bij Gagné et al. De onderzoekers maakten gebruik van een brochure over nosocomiale infecties. De patiënten moesten tweemaal per dag (enkel op weekdagen) de handen ontsmetten met alcoholgel. Verdere details over deze interventies ontbraken. Alsook werd de inhoud van de brochure niet meegedeeld. De steekproefverzameling van participanten werd eveneens niet uitvoerig besproken. Mogelijke vooroordelen, blindering of gebruikte statistiek werd niet aangehaald in de studie.[5] Wu et al. maakten ook gebruik van een vragenlijst. De inhoud hiervan werd toegevoegd in een aparte rubriek met de vragen in een bijlage. De vragenlijst werd door 5 experten geëvalueerd op validiteit, maar niet voorafgaand uitgetest omdat er een beperkte tijd was voor het implementeren van de handhygiëne richtlijn.[11]  Kundrapu et al.  vermeldt dat de patiënten gerandomiseerd werden. Alsook werden de verschillende interventies rond handhygiëne en de gebruikte handsampling toegelicht. Deze studie maakte gebruik van de WHO-richtlijnen. De blindering van het laboratoriumpersoneel werd vermeld in dit artikel.[7]  Zowel Gagné et al., istenes et al. als Wu et al. gaven weer dat hun team een zekere training ondergaan had om aan de onderzoeken te kunnen meedoen.[5,6,11] Soms werden statistische methoden weergegeven (Pearson X2 test, Fisher exact test, student-t test, 5 punt-Likert schaal en Kruskall-Wallis test), maar er werden in de artikels geen exacte cijfers gegeven om deze te verifiëren. Op basis van hun testen werd soms een p –waarde toegevoegd.[1,6,11] Kundrapu et al. vermeldt ook dat de gegevens (van zijn staalnames) werden verwerkt met SPSS statistische sofware.[7]

Resultatenbespreking

Indien patiënten de voordelen van goede handhygiëne aangeleerd kregen, er hen uitgelegd werd hoe ze hun handen moesten ontsmetten met handalcohol en een bijkomend een brochure gegeven werd over nosocomiale infecties, kon er een toename in patiëntenmotivatie voor handhygiëne waargenomen worden.[5] Eveneens steeg hun kennis en waakzaamheid ten opzichte van nosocomiale infecties.[5] Er werd aangetoond dat de compliance van handhygiëne bij zorgverstrekkers steeg met stijgende patiëntmotivatie.[11]  De waargenomen stijging in compliance bij zorgverstrekkers wordt in de studie van Gagné et al. ook deels toegeschreven aan de zichtbare daling van het aantal MRSA infecties. De studie vertoonde enkele eperkingen: er waren veel kamers met 4 personen waar geen toiletten of wastafels aanwezig waren. Hierdoor was er een toename van het risico op bacteriële verspreiding. De patiënten kregen enkel een nasale screening, maar  de andere voorkeursplaatsen van MRSA-kolonisatie werden niet bemonsterd. Ook was het geen gecontroleerde studie.[5]
Kennis en informatie die men aan patiënten meegeeft, kan mogelijk enkele misvattingen verhelderen, zoals de resistentie van C. difficile sporen tegen alcohol.[7] Handen wassen zorgt voor een sterkere daling van bacteriën en verwijdert sporen in tegenstelling tot enkel ontsmetten met handalcohol.[7] Kundrapu et al. suggereren dat handen wassen een zinvolle en simpele interventie is om in de zorg te implementeren. De onderzoekers stelden eveneens een sporicide electrochemisch gegenereerde hypochloride zuuroplossing voor om sporen te verwijderen, dit leverde een significant beter resultaat op. De aanneembaarheid van de resultaten van Kundrapu et al. kan mogelijk in twijfel getrokken worden omdat de methodologie van het artikel zeer beknopt beschreven werd. Er werd geen informatie gegeven rond de verwerking van hun bevindingen.[7]
Zowel bij zorgverstrekkers als bij patiënten heeft het gedrag en de attitude een grote invloed op de compliance van handhygiëne.[6,11] In de studie van Istenes et al. kunnen patiënten een vragenlijst invullen over de manier waarop zij de handhygiëne toepassen. Het onderzoek toont een goede interne consistentie aan, maar er is een mogelijke bias: de verpleegkundige heeft het onderzoek voorgelezen aan de deelnemers, waardoor de patiënten mogelijk in hun antwoorden werden beïnvloed.[6] Welke klinische interventies, gericht op gedrag en attitude, het meest efficiënt zijn moet nog verder onderzocht worden via goed opgezette studies.
De toekomstige handhygiëne interventies zullen als doel hebben om de motivatie van te doen stijgen. Handhygiëne uitvoeren is afhankelijk van de persoonlijke motivatie.[11] Patiënten die reeds een zorginfectie doormaakten, waren het meest gemotiveerd om informatie te verkrijgen rond handhygiëne en zij nemen handhygiëne wel degelijk mee in hun dokters- en ziekenhuiskeuze.[11] De toepassing van handhygiëne door patiënten in de ziekenhuisomgeving staat op een laag niveau, lager dan in de thuisomgeving.[1,6] Nochtans werd er vastgesteld dat patiënten aangeven dat ze handhygiëne belangrijk vinden voor zichzelf en voor de zorgverstrekkers.[11] We vragen ons af waarom patiënten alert zijn voor handhygiëne bij zorgverstrekkers, maar minder alert voor hun eigen handhygiëne? Misschien kan bijkomend onderzoek uitgevoerd worden om de onderliggende factoren te vinden ‘waarom men handhygiëne niet uitvoert, maar het toch belangrijk acht’.
Barker et al. hadden een antibacterieel doekje op de maaltijdplateau van patiënten gelegd waardoor de handhygiëne significant verbeterde. Slechte ziekenhuishygiëne is soms een gevolg van beperkte toegang tot hygiëne mogelijkheden, maar ook mobiliteitsproblemen vormen een hinderpaal.[1] Een beloftevolle interventie in de studie van Barker et al., vooral voor patiënten met mobiliteitsproblemen en slechte handhygiëne, is het plaatsen van handalcohol langs het bed. Het in kaart brengen van de onderliggende factoren van slechte handhygiëne kan een grote vooruitgang betekenen voor de reductie van mortaliteit en zorginfecties.[1] Enkele beperkingen van de studie bestaan uit: (1) de resultaten mogen niet aanvaard worden in een kinderziekenhuis: hier gelden andere richtlijnen voor handhygiëne en andere risico’s op transmissie van ziekenhuisbacteriën. (2) er was een risico op overrapportering: patiënten van intensieve zorgen met gelimiteerde zelfzorg en patiënten met cognitieve disfunctie werden geëxcludeerd uit de studie. Het risico op onderrapportering is minimaal, vermits 60% van patiënten met slechte handhygiëne dit zelf rapporteerden.[1]

5. Conclusie

De toegepaste patiëntgerichte interventies, zoals het aanleren van goede handhygiëne, het aanleren van ontsmettingstechnieken met handalcohol en het meegeven van een informatiebrochure aan de patiënten, kunnen in meerdere zorgomgevingen gebruikt worden, ook in afgelegen gebieden met minder middelen. Er werd aangehaald dat systematische handdesinfectie een goedkope en efficiënte strategie is tegen nosocomiale transmissie.[5]
Patiënten vonden het zinvol als er een antibacterieel doekje op hun maaltijdplateau lag.[1] Bij slechte handhygiëne of mobiliteitsproblemen vormt een handalcoholpompje langs het bed een mogelijke oplossing. Handalcohol is nuttig voor alle patiënten in het ziekenhuis.[1] De meerderheid van de patiënten wil meer informatie over handhygiëne.[11] De kennis van patiënten over handhygiëne is een belangrijk element om verspreiding van infecties tegen te gaan.[7]
Door het uitvoeren van een grondig literatuuronderzoek werd vastgesteld dat er weinig artikels te vinden zijn over de handhygiëne uitgevoerd door patiënten en/of bezoekers in een ziekenhuis.
De uitgevoerde interventies die men aangeeft in de studies en hun effecten werden te weinig besproken. Degelijk onderzoek naar onderliggende factoren om patiënten beter te stimuleren tot verhoogde handhygiëne moet nog uitgevoerd worden. Vooral (dubbel blind) gerandomiseerde gecontroleerd onderzoeken kunnen een meerwaarde zijn om een antwoord te vinden op de vooropgestelde onderzoeksvraag: ‘Welke interventies hebben een effect op de handhygiëne van volwassen patiënten in het ziekenhuis?’.

6. Literatuurlijst

1. Barker A, Sethi A. Patient Hand Hygiene at Home Predicts Their Hand Hygiene Practices in the Hospital. National Institutes Of Health. 2014;35(5):585-588.

2. Brady R, Hunt A. Mobile phone technology and hospitalized patients : a cross – sectional surveillance study of bacterial colonization , and patient opinions and behaviours. European Society of Clinical Microbiology and Infectious diseases. 2011;17: 830-835.

3. Davis R, Parand A. Systematic review of the effectiveness of strategies to encourage patients to remind healthcare professionals about their hand hygiene. Journal of Hospital Infection. 2014;89:141-162.

4. Dettol. (2015). About germs & illness prevention. Geraadpleegd op 9/05/2015. Available from http://www.dettol.co.uk/illness-prevention/about-germs-illness-prevention

5. Gagné D, Bédard G. Systematic patients’ hand disinfection : impact on meticillin- resistant staphylococcus aureus infection rates in a community hospital. Journal of Hospital Infection. 2010;75: 269-272.

6. Istenes N, Bingham J. Patients’ potential role in the transmission of health care – associated infections: prevalence of contamination with bacterial pathogens and patient attitudes toward hand hygiene. American Journal of Infection Control. 2013;41:793-8.

7. Kundrapu S, Sunkesula V. A Randomized Trail of Soap and Water Hand Wash Versus Alcohol Hand Rub for Removal of Clostridium difficile Spores from Hands of Patients. Chicago Journals. 2014;35(2):204-206.

8. Sabre Awards (2013). SABRE Awards India Announced  (2013). Geraadpleegd op 9/05/2015. Available from http://www.prmoment.in/1265/sabre-awards-india-announced.aspx.

9. Verhagen, A., de Vet, H. The Delphi list: a criteria list for quality assessment of randomized clinical trials for conducting systematic reviews developed by Delphi consensus. Journal Clinical Epidemiology. 1998;12:1235-1241.

10. World Health Organisation. WHO Guidelines on Hand Hygiene in Health Care: First Global Patient Safety Challenge Clean Care Is Safer Care (2009). Geraadpleegd op 29 april 2015. Available from http://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK144019/

11. Wu K, Lee S, Chen J, et al. Hand hygiene among patients: Attitudes, perceptions and willingness to participate. American Journal of Infection Control. 2013;41:327-31.

Evaluatie van de theoretische kennis over handhygiëne bij verpleeg- en zorgkundigen in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA)

imagXX-01

Inleiding

Eén van de factoren die de compliantie van de handhygiëne negatief kan beïnvloeden is het gebrek aan kennis betreffende een correcte handhygiëne. Tijdens in- en bijscholingen voor nieuwe medewerkers in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA) wordt daarom ook telkens ruime aandacht aan het onderwerp handhygiëne besteed. Daarnaast worden voor diverse beroepscategorieën periodiek bijscholingen georganiseerd. Als voorbereiding op de JCI-audit werden tenslotte in het voorjaar 2015 door het verpleegkundig departement bijscholingssessies voor alle verpleeg- en zorgkundigen georganiseerd waarin ook handhygiëne aan bod kwam. Om de kennis bij verpleeg- en zorgkundigen te beoordelen, werd vervolgens in de loop van de maand mei 2015 een kennistest georganiseerd. De resultaten van deze kennistest worden verder besproken.

Materiaal en methoden

Alle verpleeg- en zorgkundigen van het verpleegkundig departement werden in de loop van de maand mei via email door de directeur patiëntenzorg verzocht om een openboek-kennistest uit te voeren. Op die manier kon worden nagegaan hoe het gesteld was met de individuele kennis van de medewerkers en of ze de noodzakelijke informatie ook konden terugvinden in de UZA-procedures. In deze test waren 12 vragen over handhygiëne opgenomen (tabel 1), met in totaal 41 mogelijke antwoorden. Het betrof een zelf ontwikkelde vragenlijst naar analogie met deze die eerder ontwikkeld werden door de World Health Organisation (WHO) (1) of het Institute for Healthcare Improvement (IHI) (2). Het uitvoeren van de test gebeurde online via “SnapWebHost”.
Het globaal resultaat werd naar het emailadres van de medewerker gestuurd. Na het einde van de deelnameperiode op 1 juni 2015 werden de correcte antwoorden op het intranet van het UZA gepubliceerd. Daarnaast kreeg elke hoofdverpleegkundige een detailoverzicht van alle resultaten en deelresultaten om bijsturingen op afdelingsniveau te kunnen implementeren.

Resultaten

In totaal namen 792 verpleeg- en zorgkundigen aan de test deel. De resultaten per vraag zijn weergegeven in tabel 1 en grafiek 1.
Het percentage medewerkers dat op alle vragen correct antwoordde bedroeg 16,3%. De gemiddelde score bedroeg 83,96% (25,00% – 100%). Mediaan: 83,3%.
De score varieerde naargelang de vraag van 39,6% tot 98,6%.
Top drie laagste scores :
a) Vraag i.v.m. vervaldatum handalcohol na eerste gebruik: 39,6 % correct.
b) Vraag i.v.m. welke micro-organismen waarop handalcohol onvoldoende/geen effect heeft: 74,2% correct.
c) Vraag i.v.m. soort handhygiëne na verzorging van een MRSA-patiënt waarbij de handen niet zichtbaar bevuild zijn: 79,7% correct.

Grafiek 1: Percentage verpleeg- en zorgkundigen dat correct antwoordde op theoretische kennisvragen over handhygiëne.
kennistest-01

Ter vergelijking werden de resultaten van de test, uitgevoerd door hoofdverpleegkundigen en verpleegkundige stafmedewerkers (n=41), apart geanalyseerd.
Het percentage binnen deze beroepscategorie dat op alle vragen een correct antwoord gaf, bedroeg 26,8%. De gemiddelde score bedroeg 87,60% (66,67% – 100%). Mediaan: 91,70%
De score varieerde naargelang de vraag van 51,2% tot 100%.

Top drie laagste scores :
a) Vraag i.v.m. vervaldatum handalcohol na eerste gebruik: 51,2 % correct.
b) Vraag i.v.m. huidvriendelijkheid van handalcohol: 80,52% correct.
c) Vraag i.v.m. de voorwaarden van antimicrobiële werking van handalcohol: 80,52% correct.

Bespreking

Uit de kennistest blijkt dat de medewerkers van het verpleegkundig departement met een globale score van bijna 84,00% over een goede theoretische kennis van handhygiëne beschikken en/of deze informatie ook kunnen terugvinden in de ziekenhuisprocedures.
Wel blijkt dat sommige aspecten minder goed gekend zijn zoals de houdbaarheid van handalcohol en specifieke vragen die peilen naar de kennis over de inwerking van handalcohol op micro-organismen zoals Clostridium difficile.
Bij de hoofdverpleegkundigen en stafmedewerkers ligt het percentage juiste antwoorden hoger, maar ook bij deze groep medewerkers is de kennis met betrekking tot de houdbaarheid van handalcohol het laagst. Opvallend is ook dat ze lager scoren op vragen die te maken hebben met de huidvriendelijkheid en het antimicrobieel effect van handalcohol. De hogere score van deze groep medewerkers in vergelijking met het globale resultaat kan mogelijks verklaard worden doordat ze betere vaardigheden hebben in het opzoeken van procedures op intranet en/of meer de gelegenheid hebben deze via een PC op te zoeken. Op te merken valt dat alle UZA-procedures recent in de loop van de voorbije maanden in een nieuw documentenbeheerssysteem (“DocBase”) werden ondergebracht, wat voor bepaalde medewerkers een drempel kan zijn geweest om hierin informatie op te zoeken.
De resultaten konden niet vergeleken worden met gelijkaardige gepubliceerde studies aangezien de gebruikte vragenlijsten afweken, (3) hetzij omdat in deze studies vooral gefocust werd op studenten verpleegkunde of geneeskunde(4) hetzij enkel op verpleegkundigen werkzaam in een specifieke afdeling(5).
Deze studie heeft zijn beperkingen omdat er geen demografische gegevens van de deelnemers werden verzameld zoals leeftijd, geslacht, opleiding of aantal jaren werkervaring.

Conclusie

Uit de kennistest is gebleken dat de bijscholingen over handhygiëne een gunstige invloed hebben gehad op de theoretische kennis van verpleeg- en zorgkundigen in het UZA. Er zal verder in de in- en bijscholingen extra aandacht worden besteed aan die aspecten waarop tijdens de test het laagst werd gescoord zoals de houdbaarheid van handalcohol en het antimicrobiële effect van handalcohol. Verder is het noodzakelijk dat alle medewerkers voldoende vertrouwd raken met het opzoeken van procedures op intranet.

Referenties

1. WHO. Clean Care is Safer Care. Hand Hygiene Knowledge Questionnaire for Health-Care Workers (revised August 2009). http://www.who.int/gpsc/5may/tools/evaluation_feedback/en/

2. Institute for Healthcare Improvement. How-to Guide: Improving Hand Hygiene. A Guide for Improving Practices among Health Care Workers Institute for Healthcare Improvement, Page 27-28. www.IHI.org.

3. McLaughlin AC, Walsh F. individual differences in judgments of hand hygiene risk by health care workers. Am J Infect Control 2011;39:456-463.

4. Graf K, Chaberny IF, Vonberg RP. Beliefs about hand hygiene: a survey in medical students in their First clinical year. Am J Infect Control 2011;39:885-888.

5. Asadollahi M, Arshadi Bostanabad M, Jebraili M, et al. Nurses’ Knowledge Regarding Hand Hygiene and Its Individual and Organizational Predictors. Journal of Caring Sciences, 2015, 4(1), 45-53 doi:10.5681/jcs.2015.005 http:// journals.tbzmed.ac.ir/ JCS.

Tabel 1: Overzicht van de vragen, met bijhorende antwoordmogelijkheden en scores
laer-01

 

VIP² … omdat iedere patiënt een VIP is!

vip2

Vier mei 2016, 8h15 … De telefoon rinkelt … Vanuit het onthaal wordt gemeld dat er twee auditoren van het Vlaams Indicatoren Project voor Patiënten en Professionals (VIP²) zich hebben aangemeld. Je agenda wordt toch een beetje overhoop gegooid, vandaag vindt de externe audit plaats voor de indicator ‘basisvereisten handhygiëne’! Kan je straks trots zijn op het resultaat en cijfers voorleggen die aangeven dat een goede handhygiëne hier in het ziekenhuis ‘common practice’ is? Of heb je zelf ook al gemerkt dat dit op de ene afdeling toch makkelijker gaat dan op de andere? Hoe zullen de resultaten zijn in vergelijking zijn met de vorige audit? En wat zijn de aandachtspunten waarop je verder moet inzetten? Voor wat staat dat ‘VIP²’ dan wel? Hoe is dit initiatief ontstaan, wie werkt daarmee en hoe worden die gegevens verwerkt? En wat zijn de toekomstplannen? We zetten het even voor u op een rijtje.

VIP²… en dat betekent?

Het VIP², het Vlaams Indicatorenproject voor Patiënten en Professionals, is gestart in 2010. De Vlaamse overheid, de Vlaamse Vereniging voor Hoofdartsen en de ziekenhuiskoepel Zorgnet-Icuro besloten om de krachten te bundelen in het definiëren, ontwikkelen en implementeren van indicatoren die de kwaliteit van zorg moeten meten en objectiveren. Het doel was drieledig. Vooreerst had het werken met indicatoren tot doel om de kwaliteit van de zorg te objectiveren. Vervolgens kunnen ziekenhuizen en professionals deze resultaten gebruiken om kritisch te reflecteren en gerichte verbeteracties op te zetten. En tot slot kunnen deze data erg waardevol zijn in kader van wetenschappelijk onderzoek.
Binnen het initiatief zijn er verschillende ontwikkelingsgroepen. Daar waar de meeste ontwikkelingsgroepen indicatoren ontwikkelen specifiek gericht naar 1 discipline (bijvoorbeeld borstkanker, moeder en kind, cardiologie), is de ontwikkelingsgroep ‘Ziekenhuisbrede indicatoren’ op dat vlak een buitenbeentje. Deze indicatoren richten zich naar het volledige ziekenhuis. Wat betreft ziekenhuishygiëne worden er voorlopig twee indicatoren gemeten. Enerzijds wordt nagegaan in welke mate de basisvereisten voor een goede handhygiëne worden nageleefd en anderzijds wordt de incidentie van een MRSA-sepsis in kaart gebracht. MRSA-sepsis is een bloedstroominfectie door de bekendste ziekenhuisbacterie: methicilline resistente Staphylococcus aureus. Laten we in dit artikel even inzoomen op de eerste indicator: basisvereisten handhygiëne.

Een goede handhygiëne… voor de hand liggend!

De reden om deze indicator op te volgen is vrij voor de hand liggend. In België blijkt dat ongeveer 7% van de patiënten tijdens hun verblijf in een acuut ziekenhuis een zorginfectie oplopen, zo blijkt uit onderzoek[1]. Dat zijn jaarlijks meer dan 100.000 patiënten. We hoeven niemand te overtuigen dat handhygiëne essentieel is om de overdracht van ziektekiemen via de handen van een zorgprofessional van de ene patiënt naar de andere te voorkomen en tevens ook één van de meest doeltreffende methoden is om zorginfecties te voorkomen[2,3]. Desondanks de onomstotelijke wetenschappelijke evidentie[4,5,6,7,8] met betrekking tot dit thema, lijkt het toch heel wat moeilijker om deze principes op een sluitende manier te kunnen implementeren in de dagelijkse praktijk. Specifiek wat betreft de naleving of compliantie van handhygiëne, kan uit de statistieken[9] van de nationale campagnes “Handhygiëne” afgeleid worden dat deze steeds toeneemt na een sensibiliseringsperiode, maar een terugval kent na het aflopen ervan. Hieruit kan geconcludeerd worden dat het herhaaldelijk motiveren en sensibiliseren van zorgprofessionals essentieel is, omdat een permanente gedragswijziging moeilijk te bewerkstelligen blijkt.

Er werd geopteerd om te starten bij de basis. Met de indicator ‘basisvereisten handhygiëne’ wil men nagaan in welke mate de handen van zorgverleners voldoen aan de 7 basisvereisten voor een goede handhygiëne. Deze items zijn :

(1) de afwezigheid van armbanden,
(2) de afwezigheid van ringen,
(3) de afwezigheid van horloges,
(4) het hebben van verzorgde en propere nagels,
(5) kortgeknipte nagels,
(6) de afwezigheid van nagellak, en
(7) de afwezigheid van kunstnagels.

Vanaf de volgende meting zal het item ‘afwezigheid van lange mouwen’ daaraan toegevoegd worden.
Voor de totstandkoming van deze indicator, hebben we getracht om voort te bouwen op reeds bestaande en goede initiatieven. De nationale campagnes kunnen daarbij vernoemd worden. Dr. Boudewijn Catry, Dr. Naima Hammani en Sylvanus Fonguh van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV-ISP) vormden de liaison met het federaal platform dat bevoegd is en de nodige expertise heeft voor deze materie.
Het nieuwe ten opzichte van de nationale campagnes, is dat er naast interne metingen ook externe audits worden georganiseerd. Daarbij wordt ieder ziekenhuis éénmaal per jaar, op een onaangekondigd moment, gedurende een (halve) dag bezocht door twee externe collega’s. Zowel bij de interne als bij de externe meting worden de handen van 150 professionals gecontroleerd. Deze externe audits hebben een belangrijke meerwaarde op een aantal punten. Zo merken we dat de resultaten bij een externe audit soms gemiddeld 10% lager liggen dan bij een interne meting. Het feit dat we ons niet enkel baseren op eigen registraties, maakt dat de betrouwbaarheid van de resultaten toeneemt. En tot slot zorgen de externe audits ervoor dat we ideeën kunnen uitwisselen om de kwaliteit dat extra duwtje in de rug te geven.

VIP²… actief deelnemen? Ja natuurlijk!

De grote interesse om actief te participeren aan de indicator is heel bemoedigend. Zo wordt in 58 van de 63 algemene en categorale ziekenhuizen deelgenomen aan het domein ‘ziekenhuisbrede indicatoren’.
Maar daar houdt het niet bij op. In juni 2015 werd de centrale website “www.zorgkwaliteit.be”gelanceerd. Deze website biedt patiënten en professionele zorgverleners de mogelijkheid om de gemeten resultaten per ziekenhuis te raadplegen, maar ook tussen ziekenhuizen te vergelijken. Ziekenhuizen bepalen zelf of zij bereid zijn hun gegevens transparant te maken. Toch merken we dat 53 ziekenhuizen daarop onmiddellijk intekenden. Voor iedere indicator geven we naast het resultaat ook heel duidelijk mee wat er precies gemeten wordt, en wat de meerwaarde is van de indicator. Daarnaast hebben we erover gewaakt dat de ziekenhuizen een eigen duiding kunnen geven over het behaalde resultaat. Daarin kan een resultaat verklaard worden, maar kan een ziekenhuis ook aangeven tot welke verbeteracties (en tot welk resultaat) dit geleid heeft.

Ook op beleidsniveau is er nog werk aan de winkel 

Niettegenstaande het grote enthousiasme van heel wat partijen, zijn er toch een aantal elementen die onze aandacht vragen om de gedragenheid en de ambities naar te toekomst toe te kunnen (blijven) garanderen. In zijn beleidsnota[10] lanceert minister Jo Vandeurzen de oprichting van een Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg. De nodige voorbereidingen daaromtrent worden momenteel genomen. Naast de opzet van een goede governancestructuur van zo een instituut, vonden we dit een ideaal moment om samen met de leden een nota op te stellen waarin de verbeteropportuniteiten benoemd worden als basis om creatief te gaan nadenken over eventuele oplossingen. En daar willen we graag aan meewerken. Eén van de pijnpunten die we geregeld horen terugkomen is dat de eerder laattijdige terugkoppeling van de resultaten ertoe leidde dat ziekenhuizen onvoldoende acties kunnen ondernemen alvorens zich een nieuwe meting aandient. In dat kader willen wij ons als koepel engageren om 1 fulltime data-analist te financieren. De ervaringen van onze ziekenhuizen bevestigen de meerwaarde die ook internationaal aan indicatoren wordt toegekend. Reden genoeg om dit mee te ondersteunen.
Ook in de keuze van de indicatoren kunnen we nog verder evolueren. Deze indicator dient aanzien te worden als de basis. Handhygiëne start bij handen die voldoen aan de vooropgestelde basisvereisten. In een volgende fase is het belangrijk om samen met de experten hier andere indicatoren aan toe te voegen … met één groot doel voor ogen, namelijk het terugdringen van het aantal vermijdbare zorginfecties en zo onze zorg veiliger te maken!
Kunnen we hierbij ook op u rekenen?

Referenties

1. http://www.ubentingoedehanden.be/nl/zorginfecties#open5, gedownload op 4 februari 2016
2. Vrijens, F., et al. (2008). Nosocomiale infecties in België: nationale prevalentiestudie, KCE rapport 92A.
3. Vrijens, F., et al. (2009). Ziekenhuisinfecties: kosten en aantal sterfgevallen, KCE rapport 102A.
4. Johnson PD, Martin R, Burrell LJ, Grabsch EA, Kirsa SW, O’Keeffe J, et al. Efficacy of an alcohol/chlorhexidine hand hygiene program in a hospital with high rates of nosocomial methicillin-resistant Staphylococcus aureus (MRSA) infection. Med J Aust. 2005;183(10):509-14.
5. Pittet D, Allegranzi B, Sax H, Dharan S, Pessoa-Silva CL, Donaldson L, et al. Evidence-based model for hand transmission during patient care and the role of improved practices. Lancet Infect Dis. 2006;6(10):641-52.
6. Pessoa-Silva CL, Hugonnet S, Pfister R, Touveneau S, Dharan S, Posfay-Barbe K, et al. Reduction of health care-associated infection risk in neonates by successful hand hygiene promotion. Pediatrics. 2007;120(2):e382-90.
7. WHO Guidelines on Hand Hygiene in Health Care, World Health Organization, 2009.
8. Erasmus V, Daha TJ, Brug H, Richardus JH, Behrendt MD, Vos MC, et al. Systematic review of studies on compliance with hand hygiene guidelines in hospital care. Infect Control Hosp Epidemiol. 2010;31(3):283-94.
9. Catry, B. et al. (2015). Resultaten van de 6de nationale campagne ter promotie van handhygiëne in ziekenhuizen. Te raadplegen via : http://www.nsih.be/surv_hh/download/Resultaten%20nationaal%202015.pdf.
10.https://www.vlaanderen.be/nl/publicaties/detail/beleidsnota-2014-2019-welzijn-volksgezondheid-en-gezin.