◄ Terug naar inhoud

Voor u gelezen

V. Chopra, J. C. O’Horo, M. A. M. Rogers, D. G. Maki and N. Safdar

The Risk of Bloodstream Infection Associated with Peripherally Inserted Central CathetersCompared with Central Venous Catheters in Adults: A Systematic Review and Meta-Analysis

Infection control and hospital epidemiology Vol. 34 / Issue 09 / September 2013, pp 908 – 918

Perifeer ingebrachte centraal veneuze katheters (PICC’s) worden geassocieerd met centrale kathetergerelateerde septicemieën (CLABSI). Het is niet bekend  hoe groot het risico is t.o.v. centraal veneuze katheters (CVC’s) . Bedoeling van de studie is om het CLABSI-risico tussen PICC’s en CVC’s te vergelijken.
We hebben de databanken MEDLINE, CinAHL, Scopus, EmBASE en Cochrane CENTRAL doorzocht en full-text studies werden geïncludeerd  die het CLABSI-risico vergeleken tussen PICC’s en CVC’s. Onze analyse omvatte studies waarbij volwassenen van 18 jaar of ouder een PICC of een CVC ingebracht kregen en bij wie CLABSI werd vastgesteld. Voor het inschatten van het risico op bias werd bij de evaluatie van de studies gebruik gemaakt van de Downs en Black schaal. Het beknopt inschatten van het CLABSI-risico bij patiënten met PICC’s tegenover CVC’s gebeurde op basis van het random effects-model voor meta-analyse.
Van de 1.185 geïdentificeerde studies voldeden 23 studies aan de inclusiecriteria, waarbij 57.250 patiënten waren betrokken. Twintig van de 23 in aanmerking komende studies maakten melding van het totaal aantal CLABSI-episodes bij patiënten met PICC’s en CVC’s. Uit een gepoolde meta-analyse van deze studies bleek dat PICC’s werden geassocieerd met een geringer risico op CLABSI t.o.v. CVC’s (relatieve risico [RR], 0.62; 95% betrouwbaarheidsinterval [CI], 0.40-0.94). Statistische heterogeniteit leidde tot een analyse van de subgroepen, die aantoonde dat de daling van CLABSI groter was bij ambulante patiënten (RR [95% CI], 0.22 [0.18-0.27]) in vergelijking met gehospitaliseerde patiënten met PICC’s (RR [95% CI], 0.73 [0.54-0.98]). Dertien van de 23 geïncludeerde studies rapporteerden CLABSI’s per katheterdag. Binnen deze studies kwamen PICC-gerelateerde CLABSI’s net zo vaak voor als CLABSI’s bij CVC’s (incidentiecijfer [95% CI], 0.91 [0.46-1.79]).
Beperking: Amper 1 gerandomiseerde studie voldeed aan de inclusiecriteria. De defintie van CLABSI en de strategieën inzake infectiepreventie verschilden tussen de studies. Slechts enkele studies maakten melding van infecties per katheterdag.
Ook al worden PICC’s bij ambulante patiënten geassocieerd met een geringer risico op CLABSI dan CVC’s, toch lopen gehospitaliseerde patiënten net zo veel risico op CLABSI met PICC’s als met CVC’s. Het afwegen van voor- en nadelen vóór het gebruik van PICC’s bij een gehospitaliseerde patiënt is gerechtvaardigd.

M. Pongruangporn, M. C. Ajenjo, A. J. Russo, K. M. McMullen, C. Robinson, R. C. Williams and D. K. Warren

Patient- and Device-Specific Risk Factors for Peripherally Inserted Central Venous Catheter Related Bloodstream Infections

Infection control and hospital epidemiology Vol. 34 / Issue 02 / February 2013, pp 184 – 189

De bedoeling is de specifieke risicofactoren te bepalen die te maken hebben met de patiënt of de medische hulpmiddelen voor de in het ziekenhuis verworven septicemieën geassocieerd met de perifeer ingebrachte centraal veneuze katheters (PICC’s BSI’s) bij volwassen patiënten. Het ging om een case-control studie in het Barnes-Jewish Hospital, een universitair ziekenhuis met 1.252 bedden. De patiënten waren volwassenen die tussen 1 januari 2006 en 31 juli 2008 een PICC ingebracht kregen. De identificatie van de gevallen van PICC septicemieën gebeurde op basis van de door het National Healthcare Safety Network gehanteerde definitie. Niet-geïnfecteerde patiënten met PICC’s werden willekeurig geselecteerd volgens een 3:1 ratio. De patiënt- en hulpmiddel-gerelateerde variabelen werden onderzocht met behulp van een multivariate analyse.
Het aantal BSI’s bij PICC’s bedroeg 3.13 per 1.000 katheterdagen. Onafhankelijke risicofactoren voor septicemieën op PICC’s omvatten congestief hartfalen (odds ratio [OR], 2.0 [95% betrouwbaarheidsinterval (CI), 1.26-3.17]; P = .003), intra-abdominale perforatie (OR, 5.66 [95% CI, 1.76-18.19]; P = .004), een Clostidium difficile infectie (OR, 2.25 [95% CI, 1.17-4.33]; P = .02), recente chemotherapie (OR, 3.36 [95% CI, 1.15-9.78]; P = .03), aanwezigheid van een tracheostomie (OR, 5.88 [95% CI, 2.99-11.55]; P < .001) en het type katheter (OR voor een dubbel lumen, 1,89 [95 % CI, 1,15-3,10] ; P=0,01; OR voor een triple lumen katheter, 2,87 [95 % CI, 1,39-5,92]; P= 0,004). Onderliggend chronische obstructief  longlijden (OR, 0.48 [95% CI, 0.29-0.78]; P = .03) en opname in een heelkundige (OR, 0.43 [95% CI, 0.24-0.79]; P = .006) en oncologische of orthopedische (OR, 0.35 [95% CI, 0.13-0.99]; P = .05) dienst worden geassocieerd met minder PICC-geassocieerde septicemieën.
We hebben verschillende nieuwe factoren geïdentificeerd die te maken hebben met een PICC-geassocieerde septicemie. Deze factoren kunnen richting geven aan het bepalen van preventieve maatregelen.

Y. Rhee ; M. Heung; B. Chen; C. E. Chenoweth

Central Line-Associated Bloodstream Infections in Non-ICU Inpatient Wards: A 2-Year Analysis

Infection Control & Hospital Epidemiology / Volume 36 / Issue 04 / April 2015, pp 424 – 430

Er is weinig bekend over patiënt-specifieke factoren die bijdragen tot centraal veneuze katheter geassocieerde septicemieën (CLABSI) buiten de dienst intensieve zorgen (ICU). We hebben een poging gedaan deze factoren te beschrijven en zijn tot de hypothese gekomen dat dialysepatiënten mogelijks een groot deel uitmaken van dit cohort. Een retrospectieve observationele studie vond plaats van januari 2010 tot december 2011 in een universitair ziekenhuis van 880 bedden bij CLABSI-patiënten buiten de dienst intensieve zorgen. De CLABSI patiënten werden geïdentificeerd op basis van bestaande infectiecontrole databanken en we hebben een eerste doorlichting van de dossiers doorgevoerd. Voor de classificatie van CLABSI en pathogenen werd gebruik gemaakt van de door de National Health and Safety Network (NHSN) gebruikte definities. CLABSI-cijfers werden berekend per ligdag. Over een periode van 2 jaartraden 113 CLABSI’s op  bij 104 patiënten. Het aantal infecties bedroeg hiermee 0.35 per 1.000 ligdagen. De gemiddelde duur van het ziekenhuisverblijf vóór de CLABSI bedroeg tussen de 16 +/- 13,3 dagen, wat bijna 3 keer zo lang is als de gemiddelde duur van het ziekenhuisverblijf voor patiënten die niet op een dienst intensieve zorgen verblijven. Slechts 11 patiënten (10.6%) ondergingen een dialysebehandeling binnen de 48 uur voorafgaand aan CLABSI. Zevenenzestig procent van de patiënten had echter een kwaadaardige hematologische aandoening en 91.8% van diegenen die waren opgenomen met een kwaadaardige hematologische diagnose had een neutropenie op het ogenblik van de CLABSI. De meest frequente kiem was de Enterococcus spp. en de helft van de aanwezige centraal veneuze katheters (CVC’s) betrof eenPICC-lijn. De algemene mortaliteit bedroeg 18.3% en 27.3% bij dialysepatiënten.
We leiden daaruit af dat van de patiënten met een CLABSI buiten de dienst intensieve zorgenslechts 10.6% een dialysebehandeling kreeg voorafgaand aan de infectie. De prevalentie van onderliggende kwaadaardige hematologische aandoeningen, neutropenie en PICC-lijnen was evenwel hoog bij deze populatie.

D. Ratz, T. Hofer, S. A. Flanders, S. Saint and V. Chopra

Limiting the Number of Lumens in Peripherally Inserted Central Catheters to Improve Outcomes and Reduce Cost: A Simulation Study

Infection Control & Hospital Epidemiology / FirstView Article / April 2016, pp 1 – 7

Het aantal lumens van perifeer ingebrachte centraalveneuze katheters (PICC’s) wordt geassocieerd met trombotische en infectieuze complicaties. Aangezien multilumen PICC’s niet bij alle patiënten noodzakelijk zijn, kan een beleid dat het gebruik ervan beperkt een gunstige invloed hebben op veiligheid en kosten. De bedoeling van deze studie is een simulatie-gebaseerde analyse te ontwikkelen, om de resultaten en kosten te ramen van een beleid dat het gebruik van single-lumen PICC’s aanmoedigt. De input van het model , met inbegrip van de risico’s op complicaties en kosten geassocieerd met single- en multilumen PICCs, werden verkregen uit de beschikbare literatuur en een samenwerkingsproject tussen verschillende ziekenhuizen gericht op kwaliteitsverbetering. Kostenbesparingen en een daling van het aantal septicemieën geassocieerd met centraal veneuze katheter en van het aantal gevallen van diep veneuze trombose werden beschreven bij het voeren van een standaardbeleid gericht op single-lumen PICC’s.
Volgens ons model bedragen de jaarlijkse kosten voor PICC-gerelateerd(e) onderhoud en complicaties voor een ziekenhuis dat jaarlijks 1.000 PICC’s plaats (25% single-lumen en 75% multilumen) $1,228,598 (95% CI, $1,053,175-$1,430,958). In dergelijke instellingen zou elke stijging met 5% in het gebruik van single-lumen PICC’s, 0.5 PICC-gerelateerde septicemieën geassocieerd met centraal veneuze katheter vermijden en 0.5 PICC-gerelateerde gevallen van diepe adertrombose, waarbij $23,500 zou worden uitgespaard. Het gebruik van single lumen PICC’s verhogen van 25% naar 50% zou een jaarlijkse kostenbesparing van $119,283 (95% CI, $74,030-$184,170) opleveren. Ongeacht de uitgangsprevalentie zou een standaardbeleid gericht op single-lumen PICC’s worden geassocieerd met ongeveer 10% kostenbesparingen. Deze resultaten bleven overeind in multivariate gevoeligheidsanalyses.
We leiden daaruit af dat een ziekenhuisbeleid dat het aantal PICC lumens beperkt, de veiligheid van de patiënt kan verbeteren en de kosten voor de gezondheidszorg kan drukken. Studies die de gewenste en ongewenste gevolgen van deze aanpak meten, gevolgd door een snelle toepassing ervan, lijken noodzakelijk.

A. Kovacich, P. D. Tamma, S. Advani, V. O. Popoola, E. Colantuoni, L. Gosey and A. M.Milstone

Peripherally Inserted Central Venous Catheter Complications in Children Receiving Outpatient Parenteral Antibiotic Therapy (OPAT)

Infection Control & Hospital Epidemiology /Volume 37 / Issue 04 / April 2016, pp 420 – 424

De bedoeling van de studie is om enerzijds de frequentie en de risicofactoren te identificeren geassocieerd met complicaties waarbij het verwijderen van perifeer ingebrachte centraal veneuze katheters (PICCs) nodig is bij patiënten die een ambulante parenterale antimicrobiële therapie (OPAT) volgen en anderzijds te bepalen in welke mate OPAT geschikt is voor kinderen met OPAT-gerelateerde complicaties. We hebben een retrospectief cohort van kinderen samengesteld die tussen 1 januari 2003 en 31 december 2013 een PICC kregen ingebracht in het Johns Hopkins Children’s Center en die het ziekenhuis hebben verlaten met OPAT.
In totaal werden 1.465 PICC’s gebruikt voor het toedienen van een antimicrobiële therapie na ontslag uit het ziekenhuis bij 955 kinderen. Daarvan moesten 117 PICC’s (8%) worden verwijderd als gevolg van een complicatie (4.6 per 1,000 katheterdagen). Kinderen die worden doorverwezen naar faciliteiten voor langdurige zorg liepen een verhoogd risico op PICC-complicaties (incidence risk ratio [IRR], 3.32; 95% betrouwbaarheidsinterval [CI], 1.79-6.17). Voor kinderen die een OPAT kregen werden de leeftijd van het kind (aangepaste IRR [aIRR], 0.95; 95% CI, 0.92-0.98), de niet-centrale positie van de kathetertip (aIRR, 2.82; 95% CI, 1.66-4.82) en publieke verzekering (aIRR, 1.63; 95% CI, 1.10-2.40) geassocieerd met PICC-complicaties. Bovendien hadden 34 patiënten (32%) met complicaties geen intraveneuze antimicrobiële therapie nodig na hun hospitalisatie. We kunnen concluderen dat bij 8% van de kinderen die bij ontslag een  PICC hadden voor OPAT complicaties optraden waarvoor de PICC moest worden verwijderd. Kinderen die werden doorverwezen naar faciliteiten voor langdurige zorg liepen een verhoogd risico op complicaties in vergelijking met kinderen die naar huis mochten. Met een betere scholing inzake de geschikte duur van een antimicrobiële therapie en de situaties waarin het overstappen naar een enterale therapie moet worden overwogen, hadden PICC-gerelateerde complicaties bij 32% van de kinderen kunnen worden vermeden.

S. M. Baxi, E. K. Shuman, C. A. Scipione, B. Chen, A. Sharma, J. J. K. Rasanathan. and C. E. Chenoweth

Impact of Postplacement Adjustment of Peripherally Inserted Central Catheters on the Risk of Bloodstream Infection and Venous Thrombus Formation

Infection Control & Hospital Epidemiology / Volume 34 / Issue 08 / August 2013, pp 785 – 792

Het fout plaatsen van het uiteinde van de perifeer ingebrachte centraal veneuze katheters (PICC) wordt potentieel geassocieerd met complicaties en aanpassingen aan  de PICC’s na het inbrengen is zeer gebruikelijk. De bedoeling van de studie was om het verband te beschrijven tussen centraal veneuze katheter geassocieerde septicemieën (CLABSI) of veneuze trombose (VT) en het aanpassen van de PICC. We hebben een retrospectieve cohortstudie uitgevoerd in het University of Michigan Health System, een groot referentieziekenhuis. Patiënten die tussen februari en augustus 2007 een PICC ingebracht kregen werden geïncludeerd. De belangrijkste outcome variabelenwaren het optreden van CLABSI binnen de 14 dagen of VT binnen de 60 dagen na aanpassing  van de PICC na plaatsing. Deze data werd bekomen na doorlichting van het elektronisch medisch dossier van de patiënten. Er waren 57 gevallen van CLABSI (2.69/1,000 PICC-dagen) en 47 gevallen van VT (1.23/1,000 PICC-dagen); 609 patiënten ondergingen 1, 134 ondergingen 2, en 33 ondergingen 3 of meer aanpassingen. Eén aanpassing bood bescherming tegen CLABSI (P=.04), terwijl 2, 3 of meer aanpassingen niet werden geassocieerd met CLABSI (resp. P=.58 en .47). Eén, 2, 3 of meer aanpassingen waren niet geassocieerd met de vorming van VT (resp. P=.59, .85, en .78). Immunosuppressie (P<.01), ‘power-injectable’ PICC’s (P=.05) en PICC’s met 3 lumens in vergelijking met 1 lumen (P=.02) werden met CLABSI geassocieerd. ‘Power-injectable’ PICC’s werden ook geassocieerd met een verhoogde VT-vorming (P=.03).
We kunnen concluderen dat immunosuppressie en PICC’s met 3 lumens geassocieerd worden met een verhoogd risico op CLABSI. ‘Power-injectable’ PICC’s werden geassocieerd met een verhoogd risico op CLABSI en VT-vorming. Aanpassing na plaatsing van PICC’s werd niet geassocieerd met een verhoogd risico op CLABSI of VT.

A. Yousif, A.-M. Chaftari, M. Michael, M. Jordan,Z. Al Hamal , A. Hussain, N. Elizabeth, Y. Jiang,R. Hachem, I. Raad

The influence of using antibiotic-coated peripherally inserted central catheters on decreasing the risk of central line-associated bloodstream infections

American Journal of Infection Control vol 44 2016 1037-1040

Het gebruik van perifeer ingebrachte centraal veneuze katheters (PICC’s) is de afgelopen jaren fel toegenomen door de minder ernstige complicaties bij het plaatsen. De bedoeling van deze studie was te bepalen of bij patiënten met PICC’s, geïmpregneerd met minocycline en rifampicine, minder CLABSI’s voorkwamen dan bij patiënten met PICC’s die niet waren geïmpregneerd.
Het gebruik van PICC’s bij kankerpatiënten met een hoog risico wordt geassocieerd met een relatief hoog aantal gevallen van CLABSI . Met minocycline en rifampicine (M/R) geïmpregneerde PICC’s kunnen het CLABSI-risico tot bijna nul herleiden. Het gebruik van M/R geïmpregneerde PICCs wordt evenwel geassocieerd met een hoger aantal mislukkingen bij de eerste poging tot plaatsen dan dat dit bij niet-geïmpregneerde PICC’s het geval is. Toekomstige studies zouden PICC-lijnen geïmpregneerd met M/R, chlorhexidine zilver sulfadiazine (CHX-SS) of gendine  met gebruik van een zacht polymeer moeten beoordelen om een nultolerantie op vlak van CLABSI na te streven, met een succesvolle insertie bij de eerste poging..

S.J. Kim-Saechao, E. Almario, Z.A. Rubin

A novel infection prevention approach: Leveraging a mandatory electronic communication tool to decrease peripherally inserted central catheter infections, complications, and cost.

American Journal of Infection Control vol 44 2016 1338-1348

Te vroeg verwijderde perifeer ingebrachte centraal veneuze katheters (PICC’s) als gevolg van een onbevestigde infectie of trombose, leiden tot opnieuw inbrengen van een katheter met daarbijhorende complicaties. Om de klinische kwaliteit te verbeteren werd een elektronisch communicatiemiddel (MECT) ingevoerd, dat was gebaseerd op aanbevelingen uit de klinische praktijk en dat verplicht was voor alle volwassen patiënten opgenomen in een tertiair medisch centrum dat aan een universiteit was verbonden. Dankzij dit MECT kon snel worden gecommuniceerd en overleg worden gepleegd met het PICC-team over PICC-gerelateerde complicaties. Een historische cohortstudie werd uitgevoerd. We hebben de kwaliteit en de kosten vergeleken van 200 PICC’s die na het invoeren van het MECT waren geplaatst met 200 PICC’s die de 12 maanden daarvoor waren geplaatst. Het aantal PICC-verwijderingen en complicaties tussen beide cohorten werd vergeleken. Significante resultaten omvatten het aantal centraal veneuze katheter geassocieerde septicemieën dat wijzigde van 1.38/1,000 katheterdagen naar 0/1,000 katheterdagen, 0 ‘provider-led’ voortijdige verwijderingen van PICC’s, een algemene daling met 84% van het aantal PICC’s dat voortijdig werd verwijderd (van 16%-2.5%; P < .0001), een daling van het aantal complicaties van 45.5%-24% (P < .0001) en 25% minder radiologie-kosten.
We leiden daaruit af dat een nieuwe aanpak op vlak van infectiepreventie, waarbij gebruik wordt gemaakt van een MECT, resulteerde in 0 centraal veneuze katheter geassocieerde septicemieën en 0 “provider-led” voortijdige verwijderingen van PICC’s.

Park K. , Jun HJ, Oh Sy.

Safety, efficacy, and patient-perceived satisfaction of peripherally inserted central catheters in terminally ill cancer patients : a multicenter observational study

Support care cancer. 2016Dec ; 24 (12) : 4987-4992

De bedoeling van deze studie was de veiligheid en efficiëntie van, en subjectieve tevredenheid over perifeer ingebrachte centraal veneuze katheters (PICC’s) te onderzoeken bij terminale kankerpatiënten. Alle PICC’s werden ingebracht door een interventionele radioloog onder radiologische geleiding. We zijn nagegaan of er zich PICC-gerelateerde complicaties hebben voorgedaan en we hebben op basis van een semi-gestructureerde vragenlijst de tevredenheid geëvalueerd zoals die door de patiënt wordt gepercepieerd. In totaal kregen 36 terminale kankerpatiënten een PICC. Drie patiënten hadden 2 PICC inserties, waardoor uiteindelijk 39 episodes werden geanalyseerd gedurende 829 PICC dagen. Alle procedures verliepen zonder procedure-gerelateerde complicaties. De gemiddelde levensduur van de katheter was 19.0 dagen (95 % CI, 14.1-23.9). In 34 gevallen bleef de PICC zitten zoals gepland, terwijl die in de overige 5 gevallen (12.8 %; 6.1/1000 PICC dagen) vroegtijdig werd verwijderd. In totaal werd melding gemaakt van 10 complicaties (25.6 %; 12.3/1000 PICC dagen), inclusief vroegtijdige verwijderingen (n = 5), triviale bloedingen (n = 3) en tromboflebitis (n = 2). Patiënten meldden dat de procedure niet vervelend (42 %), licht vervelend (36 %) of vervelend was (21 %). Van de 30 patiënten die op dag 5 nog over hun cognitieve functies beschikten, gaven de meeste patiënten (n = 25, 83 %) aan meer comfort te ervaren, terwijl de 5 andere patiënten lieten weten geen verandering (n = 3) of minder comfort (n = 2) te ervaren. We leiden daaruit af dat PICC’s veilig worden ingebracht en dat de levensduur van de katheter  positief was met aanvaardbare complicaties. Bovendien hadden de meeste patiënten het gevoel dat de parenterale toegang na het inbrengen van de PICC, veel comfortabeler was. Rekening houdend met de kenmerken van terminale kankerpatiënten, hun slechte algemene toestand en de beperkte overlevingstijd, kunnen PICC’s een veilig en efficiënt alternatief zijn als veneus toedieningssysteem.

Harrod M, Montoya A, Mody L, McGuirk H, Winter S, Chopra V.

Challenges for Nurses Caring for Individuals with Peripherally Inserted Central Catheters in Skilled Nursing Facilities.

J. Am Geriatr Soc. Oct ; 64 (10) : 2059-2064

Doelstelling van deze studie is inzicht te krijgen in de gepercipieerde mate van onderlegd zijn  van verpleegkundigen op het terrein (gediplomeerde verpleegkundigen (RN’s), praktijkverpleegkundigen (LPN’s)), verpleegkundigen-diensthoofden en verantwoordelijken van verzorgingstehuizen (SNF) in het kader van de zorgverlening aan bewoners met een perifeer ingebrachte centraal veneuze katheter (PICC’s) in verzorgingstehuizen. Het ging om een verkennende kwalitatieve pilootstudie in 2 ‘community based’ verzorgingstehuizen. De deelnemers aan het onderzoek waren bewoners met een PICC, verpleegkundigen op het terrein, verpleegkundigen-diensthoofden en verantwoordelijken van verzorgingstehuizen. Over een periode van 36 weken werden 56 bewoners met PICC’s en hun verpleegkundigen geobserveerd en informeel geïnterviewd over de zorgpraktijken inzake PICC en documentatie ervan. Bovendien werden PICC basisgegevens verzameld over de indicatie tot plaatsing (bijv., toediening van antibiotica), plaatsingsomgeving (ziekenhuis vs. SNF) en perfusietijd. Vervolgens werden focusgroepen opgericht met verpleegkundigen vanop het terrein en met verpleegkundigen-diensthoofden, en werden semi-gestructureerde interviews afgenomen van SNF verantwoordelijken om de gepercipieerde mate van onderlegd zijn in PICC-verzorging te beoordelen. Voor de analyse van de gegevens werd gebruik gemaakt van een beschrijvende analyse.
Variaties in documentatie werden waargenomen tijdens wekelijkse informele interviews en observaties. Er werden verschillen vastgesteld tussen de gerapporteerde bezorgdheden door de bewoners m.b.t. PICC (levenskwaliteit) en diegene die door de verpleegkundigen op het terrein werden gemeld. Opvallend waren ook de tekortkomingen op vlak van communicatie tussen ziekenhuizen en SNF’s wanneer het ging om de verzorging van de katheter, de datum van de laatste  verbandwissel en het tijdstip waarop de PICC moest worden verwijderd. Tijdens de bijeenkomsten van de focusgroepen bleek dat de gepercipieerde gebrekkige informatie op het ogenblik van de zorgoverdracht, de beperkte beschikbaarheid van middelen om de PICCs te verzorgen en tekortkomingen op vlak van training en opleiding als voornaamste belemmeringen werden aangehaald voor een betere praktijk en veiligheid. We leiden daaruit af dat de praktijken op vlak van PICC-verzorging in SNF’s voor verbetering vatbaar zijn. Multimodale strategieën gericht op een betere opleiding van het personeel, betere uitwisseling van informatie tijdens de zorgoverdracht en een betere beschikbaarheid van middelen in SNF’s lijken essentieel om de verzorging en veiligheid op vlak van PICC’s te verbeteren.

Hitchcock J.

Preventing intraluminal occlusion in peripherally inserted central catheters.

Br J Nurs. 2016 Oct 27;25(19):S12-S18.

Perifeer ingebrachte centraal veneuze katheters (PICCs) worden in tal van specialiteiten gebruikt. Trombotische en infectieuze complicaties worden veelvuldig gerapporteerd maar er zijn slechts weinig artikels verschenen over de complicaties in geval van hardnekkige vernauwing (PWO) of volledige luminale occlusie in PICC’s. Er werd een audit uitgevoerd bij alle patiënten die gedurende 6 weken een PICC hadden. Daarbij werd gebruik gemaakt van doorlichting van de klinische documentatie en van lokale databanken van het department, fysisch onderzoek van gehospitaliseerde patiënten en een gesprek met verpleegkundigen gespecialiseerd in hematologie en oncologie en antimicrobiële therapie bij ambulante patiënten en met het team ‘vasculaire toegang’ teneinde  de graad van PWO of occlusie te bepalen en na te gaan wat de financiële implicaties waren van het gebruik van een duurder product. De mate van PWO of volledige occlusie was moeilijk te bepalen, omwille van de diversiteit van het patiëntencohort en de universitaire aard van de organisatie. Het occlusiecijfer werd op 5% geschat, maar algemeen werd aangenomen dat dit een onderschatting van het probleem is. Daarop werd een naaldvrije connector geïntroduceerd voor alle PICC’s in hematologie, oncologie en op de diensten hepatobiliaire heelkunde. Na de invoering van de naaldvrije connector heeft het team ‘vasculaire toegang’ over een periode van 12 maanden en op één van de sites van de organisatie 180 PICC’s ingebracht, goed voor een totaal van 9702 katheterdagen (gemiddeld: 53.9 dagen, mediaan: 35 dagen), een PWO-cijfer van 1/1000 katheterdagen en een totaal occlusiecijfer van 0.4/1000 katheterdagen. De periode tussen insertie en complicatie van PWO of occlusie  schommelde tussen de 9 en 144 dagen. Ondanks de gebrekkige basisgegevens leken de resultaten er toch op te wijzen dat het gebruik van een bidirectionele naaldloze connector, een positieve impact had op de PWO en de occlusiecijfers inzake PICC’s.

◄ Terug naar inhoud

Nieuwigheden

Wetenschappelijke agenda

  • oktober 2024
  • van 16/10 tot 20/10 || in Los Angeles
    SHEA ID week. A joint meeting of IDSA, SHEA, HIVMA, PIDS and SIDP
  • november 2024
  • van 20/11 tot 22/11 || in Liverpool
    Healthcare infection society
Bekijk de volgende evenementen

Schrijf ook een artikel !

Vacatures

Onze partners

Flux RSS

Subscribe

REDACTIE

Ontdek de andere online nummers van het tijdschrift

Het volledige archief

Ontdek onze special

Uitwisseling van ervaringen