◄ Terug naar inhoud

Verpleegkundige-hygiënist in de psychiatrie: waar te beginnen?

Mehdi El Fassi - Preventieadviseur niveau 1 en verpleegkundige-ziekenhuishygiënist in het neuropsychiatrisch centrum CNP Saint-Martin te Dave (Namen).

Om als verpleegkundige-ziekenhuishygiënist in een operationeel team voor ziekenhuishygiëne aan de slag te gaan is een duidelijke visie op de verwachtingen en de uit te voeren taken vereist. 

De psychiatrische sector vormt daarop geen uitzondering. Door de uitdagingen maar vooral de omvang ervan, vroeg ik me als beginnend verpleegkundige-ziekenhuishygiënist het volgende af: «Waar moeten we in godsnaam beginnen? «.  Dit was de centrale vraag van mijn eindwerk voor het Certificat interuniversitaire en Hygiène hospitalière.

Het doel van dit artikel is de voornaamste conclusies te delen die zijn getrokken uit de initiële audit die in het CNP Saint-Martin is uitgevoerd. Het operationele doel is het belichten van de specifieke behoeften van infectiecontrole in de psychiatrie en van de belangrijkste prioriteiten die moeten worden aangepakt. 

Een specifieke context vereist een specifieke aanpak …

Instellingen voor geestelijke gezondheidszorg hebben vele kenmerken die hen van andere zorginstellingen onderscheiden. De opleiding van het zorgpersoneel, hun interacties, het profiel van de patiënten, het ontwerp van de gebouwen, de zorgprojecten, de behandelingen en de isolatie/afzondering zijn factoren waarmee men rekening moet houden, wil men een plan voor infectiepreventie in een psychiatrische instelling uitrollen (Eveillard, 1999).

Zoals blijkt uit de prospectieve studie van IDEWE* die 1 tussen 2001 en 2014 is uitgevoerd, hebben preventiemaatregelen een aanzienlijke impact op de prevalentie van zorginfecties en bewijzen ze de noodzaak van infectiebestrijding in de psychiatrie. De belangrijkste conclusies die we uit deze studie onthouden zijn het belang en de effectiviteit van handhygiëne en de identificatie van de belangrijkste infecties die zich in de psychiatrische setting voordoen (dermatitis, infecties van de bovenste en onderste luchtwegen) (Haenen, 2016). 

1 De groep IDEWE vzw is een externe dienst met expertise in milieu- en veiligheidszaken, die ijvert voor preventie en bescherming op het werk.

 Ook het gebruik van kwaliteitsindicatoren voor ziekenhuishygiëne in de psychiatrische setting roept vragen op. Aangezien dit een vergelijking met acute ziekenhuizen impliceert is benchmarking complex. In België lopen verschillende initiatieven die zich richten op de algemene kwaliteit van de zorg in ziekenhuizen, gecoördineerd door de overheid of uitgevoerd door private organisaties zoals Accreditation Canada International (ACI) of de Joint Commission International (JCI). In de literatuur is er weinig bewijs voor te vinden dat het nastreven van een accreditatieprocedure tot betere resultaten voor de patiënt leidt. Het helpt wel om bepaalde kwaliteitsindicatoren op te volgen (Devkaran, 2015; Demaiter, 2018). Het te volgen kader is complex en niet erg bruikbaar in de psychiatrische setting. Toch kan het zorgen voor een betere opvolging en hopelijk ook voor een beter resultaat bij de patiënten.

Failing to plan is planning to fail… 

Bewust van deze bijzonderheden, koos het CNP Saint-Martin bewust voor een door IDEWE en de KUL ontwikkelde klinische audit, om een eerste zicht te krijgen op het prioriteitenlijstje.  

Deze klinische audit gaat op basis van de “bundel”-logica dieper in op de belangrijkste thema’s met een impact op de ziekenhuishygiëne en heeft als voordeel een globaal overzicht te geven van de pijnpunten die prioritair moeten worden aangepakt.

In functie van de prioriteiten bepaalt de definitieve versie van het actieplan wie de actie uitvoert, en wat de transversale interacties zijn met de verschillende diensten en de valideringsinstanties.

 Voornaamste discussies die uit deze aanpak voortvloeiden

Het doel van dit artikel is de resultaten en de heersende ideeën te delen. Dit artikel is geen opsomming van de bruto analyseresultaten, maar iedereen kan op basis ervan een analyse binnen het eigen ziekenhuis maken. 

Binnen het beleid van de instelling lijkt het evident dat infectiepreventie een zaak van iedereen is. Een ketting is maar zo sterk als zijn zwakste schakel. De gezondheidscrisis toont ons elke dag hoe belangrijk het is, alle medewerkers binnen de instelling bij het proces te betrekken. De managers moeten dit als een prioriteit beschouwen. 

Dit beleid moet ook in het arbeidsreglement verankerd zijn. Daarbij is een duidelijke taakverdeling, in het kader van een toekomstgericht beheer en een dagelijkse opvolging, essentieel. 

Deze audit toont ook duidelijk aan dat alles begint met het opstellen van het strategisch infectiebestrijdingsplan.

Daarnaast zijn ook een opvolging van en toezicht op de toepassing van de procedures noodzakelijk. De opvolging van de toepassing en van de impact van de infectiepreventiemaatregelen kan verbeterd worden. Deze controle, gekoppeld aan ondersteunende communicatie en een constructieve aanpak door uit fouten te leren, leidt tot een betere zorgkwaliteit op institutioneel niveau. «Toolbox2
 -vergaderingen bijvoorbeeld zijn een handig middel om de samenhang tussen het voorgeschreven en het geleverde werk te waarborgen. 

2 Met Toolbox-vergadering wordt bedoeld: een korte informatiesessie over een advies, een praktijk of feedback over een bepaalde situatie (gebruik van een nieuw product, herinnering aan de naleving van het ontsmetten van high touch oppervlakken, …)

Zo is de beschikbaarheid van juiste informatie cruciaal. Het ziekenhuishygiëneteam moet daarom vlot en systematisch bereikbaar zijn en het hygiënepakket dient duidelijke en praktische informatie te bevatten. Dit punt onderstreept het belang van een doeltreffend documentenbeheer met zoekmachines die niet alleen zoeken maar ook nuttige informatie vinden. 

Het op elke eenheid aanstellen van een referentiepersoon ziekenhuishygiëne en een opleiding over alle procedures zijn prioritair. Samenwerking met de hoofdverpleegkundige is daarbij essentieel. Ook die persoon moet net zoals de referentiepersoon ziekenhuishygiëne van de eenheid een opleiding krijgen.

Instructies inzake patiëntspecifieke infectiebestrijdings-maatregelen moeten zichtbaar en makkelijk toegankelijk zijn in het elektronisch patiëntendossier van de patiënt. Het ziekenhuishygiëneteam moet de klinische evolutie van de patiënt via gerichte, heldere en nauwkeurige overdrachten kunnen volgen. 

De werkgever moet het aspect bescherming van aan biologische agentia blootgestelde werknemers, dat onderdeel is van het welzijn op het werk, opnemen in zijn algemeen preventieplan. Ook de vaccinatie van het personeel gebeurt, via de verplichte vaccinatiecampagnes, in overleg met de arbeidsgeneesheer. Dit geldt ook voor preventieve campagnes zoals de vaccinatie tegen griep of COVID-19.  De risicoanalyse moet ook worden uitgebreid tot studenten, stagiairs en uitzendkrachten.

Handhygiëne: een eindeloos proces (van continue verbetering)

Standaardvoorzorgsmaatregelen vormen de basis om de overdracht van micro-organismen te vermijden. In dit verband blijft het toepassen van de strategie ter bevordering van handhygiëne prioritair (Haenen, 2016). Doorgaans bestaan er procedures, worden ze geactualiseerd en hangen er affiches op. De uitdaging bestaat er nu in te beoordelen in welke mate de procedures worden toegepast en de effecten ervan te meten. Deze opvolging is een voortdurend proces, in samenwerking met collega’s, referentiepersonen, de hiërarchische lijn en het ziekenhuishygiëneteam. Het moet multidisciplinair zijn en niet alleen met gezondheidswerkers maar ook met niet-verzorgend personeel. 

Dit actiepunt, dat een continu verbeteringsproces is, is gebaseerd op de vijf elementen van de strategie ter bevordering van handhygiëne van de Wereldgezondheidsorganisatie
(WGO), of “WHO Multimodal Hand Hygiene Improvement Strategy”, met name: aanpassing van de systemen, opleiding en bijscholing, evaluatie en feedback, gebruik van reminders op het zorgpunt en een veiligheidscultuur binnen de gezondheidszorginstelling. (WHO, 2009).

De evolutie van de naleving van de handhygiëne in psychiatrische ziekenhuizen tijdens de afgelopen zes campagnes laat over het algemeen bemoedigende resultaten zien. Toch daalt het aantal deelnemende instellingen en de auteurs van een recente Belgische studie vermoeden dat ziekenhuizen met de laagste nalevingsscores afhaken (Shodu, 2020). 

Om de communicatiestrategie te optimaliseren moeten de preventieboodschappen worden aangepast aan de verschillende doelgroepen van het ziekenhuis, afhankelijk van de manier waarop zij de bedreiging percipiëren. (Rosenstock, 1974). 

Een opvolging van het verbruik van hydroalcoholische oplossingen (HAO) is ook buiten de nationale campagnes nodig, om het verbruik te kunnen evalueren en zo een beeld te krijgen van de trend inzake naleving van handhygiëne. Verschillende dienstverleners gebruiken in de handel verkrijgbare HAO, die aan kwaliteitscontrole ontsnappen en een vertekend beeld geven van het verbruik. De huidige gezondheidscrisis heeft dit fenomeen nog versterkt en toont het belang aan van acceptatie door de gebruiker bij de keuze van producten op institutioneel niveau. 

HAO-dispensers dienen zo dicht mogelijk bij de plaats van verzorging beschikbaar te zijn, rekening houdend met het risico op accidentele of vrijwillige inname door patiënten. Op de diensten waar dit risico aanwezig is, worden individuele flacons gebruikt, terwijl de dispensers zich in de zorglokalen bevinden. Om toegang te krijgen tot deze lokalen, is er een badge nodig.  

Altijd maar weer die handen … maar niet alleen …  

Er moeten meer faciliteiten komen zoals handenwasvoorzieningen of zeep- en handdoekdispensers, en het beheer van die uitrustingen moet beter.

Ook moet worden nagegaan of de instructies inzake het dragen van handschoenen, en de technieken voor het aan- en uittrekken ervan, correct worden opgevolgd. Het onjuist gebruik van handschoenen geeft immers een vals gevoel van veiligheid en houdt in dit geval een aanzienlijk besmettingsrisico in, zowel voor de patiënt als voor de zorgverlener. 

Hoesthygiëne is het criterium dat sinds het begin van de gezondheidscrisis de grootste vooruitgang heeft geboekt. Tot maart 2020 kreeg dit aspect nauwelijks aandacht. Sindsdien is hoesthygiëne één van de standaardvoorzorgsmaatregelen voor het voltallige personeel in psychiatrische ziekenhuizen.

Doorgaans wordt de schoonmaak van wasgoed uitbesteed aan een industriële wasserij. Toch worden verschillende van de in het advies van de Hoge Gezondheidsraad (HGR) beschreven stappen intern uitgevoerd en moeten die worden geëvalueerd. De bescherming van het personeel bij het hanteren van vuil linnengoed door het dragen van de vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen en door het beperken van manipulaties is essentieel. Bij de ontvangst moet schoon textiel met propere handen worden gehanteerd. Het beheer en de inzameling van gebruikte werkkledij gebeurt op een andere manier dan van ander textiel. 

Het dragen van werkkleding in de psychiatrische setting is een hardnekkige bron van discussie. Vóór de gezondheidscrisis was het dragen van zo’n uniform in de verzorgingseenheden eerder uitzonderlijk en was dit doorgaans enkel het geval op de technische dienst en in de keuken. Behalve op de dienst psychogeriatrie werkten de meeste zorgverstrekkers in burgerkleding. In het CNP Saint Martin volgt het dragen van werkkleding sinds maart 2020 een risicostratificatie per eenheid. Afhankelijk van de kwetsbaarheid van de patiënten en van de therapeutische relatie, is het aan te bevelen, of zelfs verplicht. De werklast van de externe wasserijen is aanzienlijk toegenomen. Om vertragingen bij de levering op te vangen en te vermijden dat werknemers hun werkkledij mee naar huis nemen, heeft het CNP Saint Martin zijn capaciteit tijdelijk verhoogd om de werkkledij ter plaatse te wassen.

De instelling voert een beleid ter bestrijding van antibioticaresistentie. Dit beleid moet worden opgevolgd en op basis van deze indicatoren kunnen onaangepaste voorschriften worden opgespoord en gecorrigeerd. De door de BAPCOC beschikbaar gestelde tools moeten worden gebruikt om deze aanpak te ondersteunen. 

Volgens de classificatie van risicozones op basis van geografische zones, bevindt een psychiatrisch ziekenhuis zich op niveau 2 van een schaal van 4 niveaus, wat overeenkomt met middelgrote risico’s. 

Voor het onderhoud van psychiatrische ziekenhuizen zijn doorgaans procedures vastgelegd en verspreid. Die gelden voor elk type omgeving en oppervlak en voor elk type behandeling (reiniging en ontsmetting). Een aandachtspunt hierbij is de opvolging van de procedures inzake toezicht en controle. Gezien de betere kosteneffectiviteit moet de voorkeur gaan naar niet-bacteriologische controles op basis van structurele indicatoren. De leidinggevenden moeten met de steun van het ziekenhuishygiëneteam de onderhoudsplannen en traceerbaarheidsfiches opvolgen.

De toewijzing van verantwoordelijkheden en een duidelijke afbakening van de reinigingstaken voor alle oppervlakken (wie doet wat?) zijn factoren die het succes bepalen van een infectiepreventie en -controlestrategie. De samenwerking tussen de drie belangrijkste betrokken actoren, met name de onderhoudsdienst, het ziekenhuishygiëneteam en de zorgverstrekkers, is dan ook van groot belang. Verwacht wordt dat extra of overgehevelde middelen nodig kunnen zijn om de doelstelling van «nul grijze zones» (oppervlakken waar de verantwoordelijkheid voor de reiniging en ontsmetting niet is toegewezen) te bereiken (MSSS, 2008), (Havill, 2013).

Voor een efficiënte opvolging is het belangrijk een onderscheid te maken tussen “clinical contact”, «housekeeping” en “high touch” oppervlakken.

Om het beheer van medische hulpmiddelen te vereenvoudigen gebruikt het CNP Saint-Martin bijna uitsluitend hulpmiddelen voor eenmalig gebruik. Bij het vertrek van de patiënt of bewoner moet voor de reiniging en ontsmetting van het materiaal een procedure worden gevolgd die in de specifieke bijkomende voorzorgsmaatregelen aan bod komt, via de ontsmettingsmatrix per geografische zone naar gelang van het besmettingsrisico.

Urinalen, wastafels en bedpannen zijn meestal individueel, maar het onderhoud ervan vereist een systematische behandeling, waarbij het gebruik van sproeiers wordt vermeden. 

Zoals vele psychiatrische ziekenhuizen beschikt het CNP Saint-Martin over twee soorten vaatwasmachines: een industriële afwasmachine in de centrale keuken en huishoudelijke vaatwassers in sommige afdelingen. Deze audit heeft enkel betrekking op apparatuur die zich op de zorgeenheden bevindt. 

Het zorgproject binnen sommige eenheden streeft naar een grotere autonomie van de patiënten bij de dagdagelijkse activiteiten. Er worden workshops therapeutisch koken georganiseerd en hierbij worden huishoudelijke vaatwassers gebruikt. De HGR raadt het gebruik van huishoudelijke vaatwassers in zorginstellingen af. De temperatuur van een vaatwasser moet worden ingesteld op 60°C. In geval van besmettelijke ziekten moet een temperatuur van 60°C in acht worden genomen. Is dit niet mogelijk, dan moet worden gekozen voor wegwerpmateriaal en moeten de specifieke aanbevelingen van HGR 9277 (bv. in geval van MRSA, VRE, Clostridioides difficile, ESBL) worden opgevolgd.

Ook de watercontrole is een belangrijk punt. In oudere
gebouwen zorgt de controle van dode einden vaak voor problemen. Dit is doorgaans de taak van de infrastructuurbeheerder, in samenwerking met externe firma’s. Zij moeten de plannen voor de afstelling van de micrometrische kleppen optimaliseren en op steun kunnen rekenen voor andere afregelingen en/of dode einden.

Bij de uitvoering van werken moet het legionellabeheersplan absoluut rekening houden met de aanbevelingen van de HGR. De risico’s op besmetting met Legionella en Aspergillus zijn veel groter. Zoals de HGR stelt, zijn de coördinatie tussen de belanghebbenden en de betrokkenheid van een ziekenhuishygiënist cruciaal. Op die basis werken we tijdens de verschillende fasen van renovatie- en bouwprojecten samen met de dienst infrastructuur en het ziekenhuishygiëneteam.  

Accidentele bloedcontacten vereisen een dynamisch risicobeheer dat de registratie, analyse en evaluatie van de doeltreffendheid van de genomen maatregelen impliceert. 

In het jaarverslag van de arbeidsongevallen van de afgelopen jaren wordt amper melding gemaakt van ongewenste voorvallen (OV’s). Dit kan te maken hebben met het type verleende zorg in de psychiatrische setting, maar ook met een onderrapportage van ongevallen (WIV, 2008). Werknemers zijn wel vaker slachtoffer van agressie, vooral wanneer iemand in isolatie/afzondering wordt geplaatst. Deze ongevallen worden geregistreerd als “agressie” en niet als “OV’s” om dubbels in de registraties te vermijden, wat de analyse zou vertekenen. 

De bijzondere context van OV’s na agressie of na de verzorging van patiënten met risicofactoren zoals sociale marginalisering en drugsverslaving, vereist een strengere registratieprocedure en een systematische betrokkenheid van de hiërarchische overste, maar ook het initiëren van een opvolging door de bedrijfsarts en het ziekenhuishygiëneteam.

Specifieke situaties vragen om specifieke maatregelen  

Deze audit richt zich op de al dan niet aanwezigheid van de belangrijkste persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) en van een procedure in de ziekenhuishygiënemap. 

De wetgeving voorziet in de terbeschikkingstelling ervan, maar bepaalt ook dat de PBM-inventaris de verstrekking van instructiefiches voor de werknemers omvat. Het ziekenhuishygiëneteam moet in samenwerking met de Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk permanente opleiding geven m.b.t. het gebruik van specifieke PBM’s in het kader van infectiepreventie.  

De audit gaat dieper in op «isolaties». Deze term is niet goed gekozen en zorgt voor verwarring, die veel complexere gevolgen kan hebben, dan de louter semantische kwestie. Hetzelfde geldt voor de term «opsluiting». 

De problematiek kan beter worden benaderd op basis van de drie types bijkomende voorzorgsmaatregelen die nodig zijn om de patiënt te beschermen door de overdracht op de patiënt, het personeel en de bezoekers te onderbreken op basis van de wijze van overdracht van infectieuze ziekteverwekkers, zoals aanbevolen in advies 9277 van de HGR. Het gaat om de preventie van contact-, druppel- en luchtoverdracht van ziektekiemen.

Vóór de huidige gezondheidscrisis werden deze bijkomende voorzorgsmaatregelen voornamelijk toegepast voor de preventie van contactoverdracht na gevallen van scabiës of pediculose. 

De COVID-19-crisis heeft ook de impact aangetoond van architectonische beperkingen op diensten die de contacten en de socialisatie van patiënten willen bevorderen. Sommige patiënten zijn amper in staat instructies op te volgen en «isolatie» stelt hen bloot aan verergering van hun psychische pathologie. De crisis heeft ook aangetoond hoe belangrijk de rol van het ziekenhuishygiëneteam was bij elke «sanitaire isolatie» om de rechtvaardiging ervan te verduidelijken en verwarring met vrijheidsberoving om psychiatrische redenen te vermijden. Er zij op gewezen dat het soms ook nodig is isolatie om psychiatrische redenen te combineren met de toepassing van bijkomende voorzorgsmaatregelen om het infectierisico te beperken. Deze situatie bewijst hoe complex en risicovol het kan zijn voor zowel het personeel als de andere patiënten. 

De audit staat ook stil bij de registratie van infecties. In tegenstelling tot de acute ziekenhuizen gebeurt dit in de psychiatrische setting doorgaans zeer weinig, met name wat MRSA betreft. Het lijkt dan ook wenselijk de registratie van de belangrijkste soorten infecties die in de psychiatrische setting voorkomen, op te volgen. In een studie bij gehospitaliseerde psychiatrische patiënten in België (een prospectieve dynamische cohortstudie tussen 2001-2014) waren de meest frequente infecties: infectieuze dermatitis en infecties van de bovenste en onderste luchtwegen (Haenen, 2016). De resultaten van deze studie brengt ons er ook toe de registratie van urineweginfecties, gastro-enteritis, hepatitis B of C, genitale infecties en conjunctivitis te overwegen. Momenteel worden de in het geautomatiseerde patiëntendossier geregistreerde gegevens echter nog niet gebruikt voor een continue monitoring van deze infecties. 

Om het risico op overdracht van ziekteverwekkende kiemen te beperken, moeten ook ten aanzien van de diensten buiten de instelling maatregelen genomen worden. Transfers, zowel in- als uitgaande, vormen altijd een riskanter tijdvenster. Dit impliceert een zorgvuldige communicatie met de instellingen maar ook met de vervoersdiensten via de beschikbare HGR- en AViQ-fiches (Agence pour une Vie de Qualité). 

Ook bij interne transfers is een correcte overdracht van informatie van belang, ter bescherming van de patiënt, de verschillende betrokkenen en de gemeenschap. Dit betreft zowel  verplaatsingen tussen diensten voor een langdurig verblijf of «time out», als voor het uitvoeren van onderzoeken in de medisch-technische dienst.

De HGR stelt ook dat het ethisch ontoelaatbaar is om een patiënt op grond van zijn of haar besmettingsstatus de toegang te weigeren. Het ziekenhuis kan de opname uitstellen om regelingen te treffen, maar moet zich aanpassen en de nodige bijkomende voorzorgsmaatregelen voorzien.

De huidige gezondheidscrisis heeft gezorgd voor het versterken van de anamnese en de documentatie ervan in het patiëntendossier, en voor een grotere betrokkenheid van het ziekenhuishygiëneteam bij de voorbereiding van een opname van patiënten met een positieve PCR-test. In noodsituaties, zoals het in observatie plaatsen, werd besloten bij twijfel bijkomende voorzorgsmaatregelen in te stellen in afwachting van het advies van het ziekenhuishygiëneteam en van de resultaten van de staalname. 

Kort samengevat  

Het gebruik van een klinische audit biedt het voordeel zwakke punten en prioritaire acties op objectieve wijze te documenteren.

Het is duidelijk dat de middelen en procedures globaal genomen aanwezig zijn, maar dat er behoefte is aan toezicht op en evaluatie van de toepassing van de verschillende maatregelen en van de impact ervan op de begunstigden. 

Het uitgangspunt voor de verschillende maatregelen is de vertaling van deze initiële audit in een actieplan met prioriteiten. Het ziekenhuishygiëneteam is een essentiële speler bij het opstellen en uitvoeren van dit plan. Dit vereist de steun van de directie, maar ook de betrokkenheid van het werkveld en transversaal binnen de instelling. 

Beleidsmatig toont deze audit ook duidelijk aan dat alles begint met het opstellen van het strategisch infectiebestrijdingsplan. Dit plan moet het op termijn mogelijk maken infectiecontrole in de algemene strategie van de instelling te integreren. Dit omvat de omschrijving van de doelstellingen, de verdeling van de taken en het opzetten van een monitoringsysteem. Om ervoor te zorgen dat iedereen zich optimaal achter de procedures schaart en die ook naleeft, is het noodzakelijk de actoren op het terrein hier in ruime mate bij te betrekken, met de steun van de referentiepersonen en het ziekenhuishygiëneteam. 

Wat de standaardvoorzorgsmaatregelen betreft, blijft het promoten van handhygiëne de absolute prioriteit. Net zo belangrijk is dat de instelling een standpunt inneemt tegenover werkkledij en het beheer daarvan, en dat de onderhouds- en schoonmaakprocedures worden opgevolgd. 

De registratie en het gebruik van gegevens over OV’s, en de opleiding van het personeel moeten worden geoptimaliseerd om het optreden en het risico op herhaling ervan te beperken. 

Het beleid inzake antibioticagebruik moet worden verspreid, besproken in medische vergaderingen en nageleefd. 

Wat de specifieke voorzorgsmaatregelen betreft, is het beheer van de persoonlijke beschermingsmiddelen en de opleiding in het gebruik ervan bij de invoering van bijkomende voorzorgsmaatregelen eveneens een prioriteit. Bij het beheer van de inkomende en uitgaande transfers moet duidelijk rekening worden gehouden met het infectieuze aspect. 

Een andere grote uitdaging zal erin bestaan patiënten met chronische pathologieën te responsabiliseren en bij deze aanpak te betrekken (patient empowerment) door het naleven van isolatiemaatregelen en handhygiëne (Aujoulat, 2007). Deze uitdaging alleen al is een specifieke studie waard.

Misschien een opportuniteit om behandeld te worden door een andere student van het ‘Certificat interuniversitaire en Hygiène hospitalière’? 

Bibliografie

Aujoulat Isabelle, 2007, L’empowerment des patients atteints de maladie chronique, des processus multiples : auto détermination, auto-efficacité, sécurité et cohérence identitaire, Thèse de doctorat en santé publique, Université Catholique de Louvain.

Agence pour une Vie de Qualité, 2020,  Plan interne d’urgence adapté aux spécificités des structures d’hébergement des secteurs de la santé – à l’exception des hôpitaux –, du handicap et de l’action sociale afin d’aider les structures d’hébergement pour l’élaboration et la mise en œuvre de celui-ci, AViQ, Charleroi.

BAPCOC en Sciensano, 2019, “Kwaliteitsindicatoren voor ziekenhuishygiëne. Lastenboek: definities, instructies voor het invullen en bewijselementen.” 

[URL : http://www.nsih.be/download/IQ/2018_cahier_des_charges_IQ.pdf geraadpleegd op 2 mai 2021 (Aangehaald in de bijlage bij het gedetailleerde actieplan) 

BeSWIC, Belgisch kenniscentrum over welzijn op het werk, 2021, “Aankoopprocedure”, [URL : https://www.beswic.be/nl/themas/beschermingsmiddelen/basisprincipes-van-cbm-en-pbm/aankoopprocedure , geraadpleegd op 13 maart 2021]. 

Byl B., 2019, Plan stratégique, objectifs annuels, bilan, Support de cours certificat interuniversitaire en hygiène hospitalière 6ème édition, Université Libre de Bruxelles. 

CDC, Centers for Disease Control and Prevention, 2021, “Options for evaluating environmental cleaning “, [URL: https://www.cdc.gov/hai/toolkits/appendices-evaluating-environ-cleaning.html, geraadpleegd op 17 maart 2021].

CNP Saint-Martin, 2020, Plan d’urgence interne Covid-19, version 2.0, Namur

Codex over het welzijn op het werk Boek VI.- Chemische, kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia Titel 1.- Chemische agentia

• 5109, Aanbevelingen inzake het beheer van medisch verzorgingsafval (2005)
• 8363, Aanbevelingen met betrekking tot de infectiebeheersing bij tandheelkundige zorgverlening (2011)
• 8364, Aanbevelingen inzake bacteriologische controles van de omgeving binnen de verzorgingsinstellingen (2010)
• 8429, Aanbevelingen betreffende de preventie van accidentele contacten met bloed en andere lichaamsvochten in de verzorgingsinstellingen. (2011)
• 8579, Aanbevelingen voor de preventie van besmetting met tuberculose in zorginstellingen. (2013)
• 8580, Aanbevelingen betreffende infectiebeheersing bij bouwen, verbouwen en technische werkzaamheden in zorginstellingen.  (2013) 
• 9256,Aanbevelingen voor sterilisatie van medische hulpmiddelen. (2017)
• 9277, Aanbevelingen inzake preventie, beheersing en aanpak van patiënten die drager zijn van tegen antibiotica multiresistente bacteriën (MDRO) in zorginstellingen.  (herziening 2020)
• 9344, Aanbevelingen inzake handhygiëne tijdens de zorgverlening. ( herziening 2018)
• 9345, Aanbevelingen voor de beheersing en preventie van Clostridium difficile-infecties in zorginstellingen. (2017)
• 9444, Aanbevelingen inzake de behandeling van het textiel van zorginstellingen. (2018)

Devkaran Subashnie, O-Farell Patrick, 2015, The impact of hospital accreditation on quality measures: an interrupted time series analysis, BMC Halt Services Research, 15:137.

Demaiter G., 2018,  “Kritische reflectie op de set federale kwaliteitsindicatoren ziekenhuishygiëne”, Samenvatting van de toespraak gehouden op de studiedag verpleegkundigen infectiebeheersing (44ste week van de verpleegkundigen en vroedvrouwen), 19 maart 2018, Oostende [URL : https://www.nosoinfo.be/nosoinfos/kritische-reflectie-op-de-set-federale-kwaliteitsindicatoren-ziekenhuishygiene/?lang=nl geraadpleegd op 8 april 2021].

ECDC, European Centre for Disease Prevention and Control, 2017, “Puntprevalentiestudie van zorginfecties en antimicrobieel gebruik   in Europese chronische zorginstellingen, Belgisch protocol – Psychiatrie”, [URL :  https://www.wiv-isp.be/nsih/download/LTCF/PSY/HALT3_PSY_Protocol_NL_V4.pdf, geraadpleegd op 8 april 2021. 

Eveillard M, Manuel Ch, Mounier M, Sarnel M, Caer M, Bourlioux P, 1998, « Evaluation de l’efficacité de trois méthodes de surveillance des infections nosocomiales en psychiatrie », Médecine et Maladies Infectieuses, Volume 28, Issue 12, Pages 962-966, ISSN 0399-077X

Eveillard M., Manuel C., Caer M., Sarnel C., Bourlioux P., 1999, “Une équipe d’hygiène dans un établissement de santé mentale – Particularités du milieu psychiatrique et conséquences sur les mesures à mettre en place prioritairement”, [URL : https://www.hygienes.net/boutique/hygienes-2/une-equipe-dhygiene-dans-un-etablissement-de-sante-mentale-particularites-du-milieu-psychiatrique-et-consequences-sur-les-mesures-a-mettre-en-place-prioritairement/ geraadpleegd op 6 februari 2021.

Godin G., 1991,  “L’éducation pour la santé : les fondements psychosociaux de la définition des messages éducatifs”, Sciences Sociales et Santé, vol.9, n°1, [URL : https://www.irepspdl.org/_docs/Fichier/2015/4-150318091015.pdf geraadpleegd op 19 mei 2021.

Haenen R., Vandenbroek S., 2016, “Effect van een preventiecampagne op de infectieprevalentie bij gehospitaliseerde psychiatrische patiënten in België: een dynamische prospectieve cohortstudie (2001-2014)”, Nosoinfo, vol.10, nr. 3, [URL : https://www.nosoinfo.be/nosoinfos/effect-van-een-preventiecampagne-op-de-infectieprevalentie-bij-gehospitaliseerde-psychiatrische-patienten-in-belgie-een-dynamische-prospectieve-cohortstudie-2001-2014/?lang=nl, geraadpleegd op 6 februari 2020. 

Havill Nancy L. 2013, “Best practices in disinfection of noncritical surfaces in the health care setting: creating a bundle for success”, Am J Infect Control ;41(5 Suppl):S26-30

WIV – Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, 2008,  “Nationale studie van de niet-rapportering van accidentele bloedcontacten in de Belgische ziekenhuizen. Resultaten 2006-2007”, EPI reports 2008/2505/012, Brussel.

WIV – Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid ,2008, “Surveillance van accidentele bloedcontacten in Belgische ziekenhuizen- resultaten 2003-2007”, IPH/EPI reports 2008-004, Brussel.

Kirkpatrick D.L., Kirkpatrick J.D.,2009, Evaluating training programs, The Four Levels,Third edition.S.l: Berret-Koehler, p373.

MSSS, Ministère de de la Santé et des Services sociaux, 2008, 
Les zones grises, processus d’attribution des responsabilités, Québec, 
[URL : https://publications.msss.gouv.qc.ca/msss/fichiers/2007/07-209-04.pdf geraadpleegd op 10 april 2021.

Rosenstock I., 1974, “The Health Belief Model and Preventive Health Behavior”, Health Education Monographs, vol.2 n°4, pp.354-386. 

Shodu N., Simon A., 2020,  “Evolutie van de naleving van handhygiëne in psychiatrische instellingen” Nosoinfo, vol.14 nr. 3 [URL : https://www.nosoinfo.be/nosoinfos/evolutie-van-de-naleving-van-handhygiene-in-psychiatrische-instellingen/?lang=nl geraadpleegd op 13 maart 2021.

FOD Volksgezondheid, directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen, 2007, “Nota Christiaan Dekoster van 19 juli 2007 inzake KB van 26 april 2007 tot wijziging van het KB van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd“, [URL:https://overlegorganen.gezondheid.belgie.be/sites/default/files/documents/belgische_commissie_voor_de_coordinatie_van_het_antibioticabeleid-fr/15174562_fr.pdf , geraadpleegd op 15/2/2021.

World Health Organization, 2009, Guidelines on hand hygiene in health care: first global patient safety challenge clean care is safer care, the WHO multimodal hand hygiene improvement strategy, WHO, Genève, [URL: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK144032/ geraadpleegd op 13 maart 2021. 

 

 

◄ Terug naar inhoud

Nieuwigheden

Wetenschappelijke agenda

  • maart 2024
  • 28/03
    BICS Symposium
  • april 2024
  • van 8/04 tot 11/04 || in Edinburgh
    The Microbiology Society Annual Conference
  • van 23/04 tot 24/04 || in Birmingham
    Infection and Prevention Control (IPC)
  • van 27/04 tot 30/04 || in Barcelona
    34th European Congress of Clinical Microbiology and infectious diseases
  • mei 2024
  • van 16/05 tot 17/05 || in Louvain-La-Neuve
    18ème Rencontre Internationale Francophone des Infirmiers et Infirmières (RIF)
Bekijk de volgende evenementen

Schrijf ook een artikel !

Vacatures

Onze partners

Flux RSS

Subscribe

REDACTIE

Ontdek de andere online nummers van het tijdschrift

Het volledige archief

Ontdek onze special

Uitwisseling van ervaringen