Evaluatie van het bedpanmanagement in het Universitair Ziekenhuis te Gent
Zijn bedpannen een mogelijke vector in de verspreiding van zorginfecties?
Sporadisch komen er binnen het Universitair Ziekenhuis Gent epidemische verheffingen voor met darmbacteriën zoals het norovirus. Uit epidemiologisch onderzoek wordt dikwijls vermoed dat er overdracht heeft plaatsgevonden via de omgeving, er wordt vermoed dat bedpannen als vector kunnen fungeren. Nosocomiale pathogenen kunnen immers lang overleven in de omgeving van de patiënt (Boyce, 2007). Het gebruik van een bedpan kan bijgevolg een belangrijk risico vormen om darmbacteriën te verspreiden (onder andere C. difficile sporen). Om dit risico te beperken wordt op iedere verpleegafdeling een bedpanwasser geïnstalleerd, die in staat moet zijn om deze micro- organismen af te doden. Dit toestel dient om de bedpannen te ledigen, te reinigen en thermisch te desinfecteren. Het voordeel van dit machinaal proces ten opzichte van een manuele reiniging en desinfectie is dat het risico op spatten en contaminatie met lichaamsvochten, en dus verspreiding van pathogenen, sterk gereduceerd wordt. Sinds het advies van de HGR werd gepubliceerd in 2013 (Aanbevelingen inzake bacteriologische controles van de omgeving binnen verzorgingsinstellingen) wordt de A0 waarde voor semi-kritische voorwerpen op 600 i.p.v. 60 gehanteerd om een 5 log kiemreductie te hebben en vegetatieve bacteriën te inactiveren.
Volgens de classificatie van Spaulding (1968) is een bedpan een niet-kritisch voorwerp omdat er enkel contact is met de intacte huid. Rekening houdend met de hoge bacteriële contaminatiegraad (1g faeces bevat 1012 tot 1014 micro-organismen) zijn we geneigd een bedpan eerder te classificeren als een semi-kritisch voorwerp. Een thermische desinfectie lijkt dus de meest effectieve vorm van desinfectie te zijn voor dit type zorgmateriaal. Desondanks blijven er klachten binnen komen over visuele contaminatie met faeces na reiniging en desinfectie met een bedpanwasser. Op 69 afdelingen binnen het UZ Gent zijn er 73 bedpanwassers (Arjo Huntleigh® type Tornado) aanwezig.
De huidige situatie in het UZ Gent
Tijdens de periode van juli tot en met december 2016 werden er 61 bedpannen macroscopisch en microbiologisch geëvalueerd op 12 afdelingen met een hoog bedpannengebruik. Het aandeel van metalen of plastieken bedpannen werd gerandomiseerd.
Tijdens de macroscopische evaluatie werd de bedpan gecontroleerd op de aanwezigheid van faecale resten, bruine verkleuring, kristalvorming door urine, kalkvorming, resten van zalven of andere organische bevuiling. Deze evaluatie werd semi-kwantitatief beoordeeld, waarbij de resultaten in 4 categorieën worden onderverdeeld:
Figuur 1 Arjo Huntleigh type Tornado
– geen macroscopische resten zichtbaar
+ vage macroscopische resten zichtbaar
++ duidelijke aanwezigheid van macroscopische resten
+++ zware contaminatie van de bedpan
Tabel 1 Resultaten van de macroscopische evaluatie van de bedpan
In tabel 1 kan je de resultaten raadplegen:
Uit bovenstaande tabel kan worden afgeleid dat de metalen bedpannen (29/29) aan de binnenkant (IS
= inner side) zichtbaar vuiler waren dan de plastieken exemplaren (28/32). Hetzelfde kan geconcludeerd worden over de buitenkant (OS = outside) van de bedpannen. Respectievelijk waren er 29/29 van de metalen bedpannen en 18/32 van de plastieken bedpannen zichtbaar bevuild aan de buitenkant.
Om een bedpan microbiologisch te evalueren worden er kweken afgenomen m.b.v. contactplaten (RODAC) op de rand van de bedpan (RODACB) en de binnenkant van de bedpan (RODACD) en e-swabs (zie figuur 2).
Figuur 2 Gebruikte methodes voor de afname van microbiologische kweken
De resultaten worden arbitrair onderverdeeld in 4 categorieën:
– Geen groei
– Weinig groei (1 – 10 CFU)
– Medium groei (10 – 50 CFU)
– Veel groei (> 50 CFU)
Tabel 2 geeft de resultaten van de microbiologische evaluatie weer per categorie:
Tabel 2 Resultaten van de microbiologische evaluatie van de bedpannen
In totaal vertonen 60 van de 61 bedpannen microbiële groei na een thermische desinfectie in de bedpanwasser. 98,36% voldoet dus niet aan de criteria van een hooggradige desinfectie. Op 16,39% van de bedpannen worden pathogene micro-organismen, zoals Klebsiella pneumoniae, Staphylococcus aureus, Enterococcus faecium/faecalis, Enterobacter cloacae teruggevonden.
Als conclusie kan gesteld worden dat, ondanks het gebruik van up-to-date procedures en state-of- the-art bedpanwassers, de resultaten teleurstellend zijn. Een alternatief systeem dringt zich op…
En hoe gaan we nu verder?
Een mogelijk alternatief voor het gebruik van een bedpanwasser is deze te vervangen door een bedpanverbrijzelaar. Er heerst echter in de Belgische wetgeving heel wat onduidelijkheid omtrent de installatie van een bedpanverbrijzelaar.
Oorspronkelijk werd in de aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad van 2014 (nr. 9231) “Ontwerp van Koninklijk Besluit betreffende vermalers waarvan het vermaalde bestemd is om verwijderd te worden via systemen voor de afvoer van afvalwater” ) geadviseerd om bedpanverbrijzelaars te gebruiken. Dit advies is helder. Niettemin ontstond er verwarring door de publicatie van het eigenlijke KB (10/08/2015) dat vermeldt dat het verboden is om “iedere uitrusting of ieder onderdeel op de markt te brengen, al dan niet geïntegreerd in een andere uitrusting, die tot doel heeft om vaste residuen te vermalen om ze uiteindelijk te lozen in aquatische milieus of in een netwerk voor waterinzameling en -zuivering.” Deze tekst is voor interpretatie vatbaar, maar lijkt erop te wijzen dat bedpanvermalers niet toegelaten zijn. Het verbod werd ook zo opgenomen in de ‘Aanbevelingen voor de beheersing en preventie van C. difficile-infecties in zorginstellingen’ van de HGR van 2017 (nr. 9345). Er wordt echter wel aangeraden om wegwerpbedpannen te gebruiken. In mei 2019 werd dit advies van de Hoge Gezondheidsraad uiteindelijk aangepast. Ondertussen heeft OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij) bevestigd dat, gezien het risico voor de volksgezondheid met de huidige werkwijze, bedpanvermalers toegelaten zijn. Het is wel verstandig om na te gaan of het introduceren van deze systemen past binnen de lozingsvergunning van het ziekenhuis.
In 2018 voerden we alvast een test uit met een bedpanvermaler op twee afdelingen (Pulpmatic ®, Medic Medeco). Op de afdeling geriatrie waren de ervaringen uitermate positief. Een aangename bijwerking was in ieder geval ook dat de geurhinder op de afdeling sterk verminderde. Het systeem werkt immers sneller dan de klassieke bedpanwasser en er kunnen meerdere bedpannen tegelijk worden verwerkt. Hierdoor staan volle bedpannen niet langer in wacht. Op intensieve zorgen was de test minder succesvol wegens frequent verstoppen van de afvoerleidingen. Dit is een technische aangelegenheid die ongetwijfeld op te lossen valt.
Conclusie
De implementatie van bedpanverbrijzelaars is niet op korte termijn realiseerbaar. Een goed technisch onderzoek van het rioleringsnet is belangrijk en dat vraagt tijd. Daarenboven gaat het om een grote investering.
Er zijn weliswaar mogelijkheden om de bedpanwasser buiten gebruik te houden voor bedpannen afkomstig van patiënten met risicovolle pathogenen in de stoelgang, zoals:
-het gebruik van wegwerpbedpannen in combinatie met een gelifiërend product,
-het gebruik van klassieke bedpannen in combinatie met een zak met absorberende inleg,
-waarbij beide systemen vervolgens worden verwijderd als afval.
Maar, tot het zover is, blijft het belangrijk de nadruk te leggen op een snel verwerkingsproces van de gebruikte bedpan door deze zo snel als mogelijk in de bedpanwasser te plaatsen. Het opdrogen van organisch vuil zorgt ervoor dat de reiniging niet meer adequaat kan gebeuren waardoor micro- organismen niet afgedood worden. Resten van excreties en overgebleven pathogenen kunnen een risico vormen voor verspreiding naar patiënten en zorgverleners.
Referenties
1. Boyce, J.M., Environmental contamination makes an important contribution to hospital infection, Journal of Hospital Infection, 2007:65 suppl 2:50-4
2. Advies HGR nr 9231: Ontwerp van Koninklijk Besluit betreffende vermalers waarvan het vermaalde bestemd is om verwijderd te worden via systemen voor de afvoer van afvalwater (2014)
3. Advies HGR nr 9345: Aanbevelingen voor de beheersing en preventie van Clostridium difficile-infecties in zorginstellingen (2017, aangepaste versie mei 2019)
4. Van Houteghem K., De Waegemaeker, P., Boelens, J., Leroux-Roels, I. Are bedpans a possible vector in spreading care-related infections? An evolution study of the bedpan management in the Ghent University Hospital.
Nieuwigheden
Wetenschappelijke agenda
- oktober 2024
-
van 16/10 tot 20/10 || in Los Angeles
SHEA ID week. A joint meeting of IDSA, SHEA, HIVMA, PIDS and SIDP
- november 2024
-
van 20/11 tot 22/11 || in Liverpool
Healthcare infection society
- april 2025
-
van 11/04 tot 15/04 || in Wenen
Congrès de l’ European Society of Clinical Microbiology and Infectious Diseases (ESCMID)
- juni 2025
-
van 4/06 tot 6/06 || in Marseille
35ème Congrès National de la Société Française d’Hygiène Hospitalière (SF2H)
-
van 17/06 tot 18/06 || in Londen
HIS congres (Healthcare Infection Society)