ECDC puntprevalentiestudie van zorginfecties en antimicrobieel gebruik in acute ziekenhuizen 2022-2023
Achtergrond
Zorginfecties en antimicrobiële resistentie zorgen wereldwijd voor aanzienlijke uitdagingen in zorginstellingen, resulterend in langere ziekenhuisverblijven, hogere kosten en een verhoogde morbiditeit en mortaliteit. De vorige puntprevalentiestudie (PPS) van het Europees centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC), georganiseerd in 2016-2017, toonde een prevalentie van zorginfecties van 5.9% in Europese acute ziekenhuizen aan. Voor België werd een hogere prevalentie van zorginfecties (7.3%) gemeld in een voor ons land representatieve steekproef (N=47 ziekenhuissites). In datzelfde onderzoek werd voor België een ruwe prevalentie van 28.1% van patiënten met minstens één antimicrobieel middel op de dag van de studie gevonden. In 2022 werd de ECDC PPS herhaald in Belgische acute ziekenhuizen om zowel de prevalentie van zorginfecties als het gebruik van antimicrobiële middelen opnieuw te beoordelen.
Methoden
Alle Belgische acute ziekenhuizen werden uitgenodigd om deel te nemen aan de ECDC PPS 2022. Een representatieve, willekeurig geselecteerde (at random) subset van ziekenhuizen ontving ook individuele uitnodigingen. Vormingssessies werden in september 2022 voor alle deelnemende instellingen georganiseerd. De gegevensverzameling vond plaats tussen september en november 2022. Data werden verzameld op niveau van het ziekenhuis, de afdeling en de patiënt. Alle patiënten die op de dag van de PPS om 8h00 ’s morgens aanwezig waren en het ziekenhuis op het moment van de studie niet hadden verlaten, dienden te worden geïncludeerd. De dataverzameling moest in één afdeling op eenzelfde dag afgewerkt worden, met een maximum van twee tot drie weken voor het ganse ziekenhuis.
Resultaten
Aan de puntprevalentiestudie van 2022 namen in totaal 56 Belgische acute ziekenhuissites deel (35 fusieziekenhuizen waarvan 25 primaire, 7 secundaire en 3 tertiaire ziekenhuizen, nationale participatiegraad: 34.3%), met in totaal 10142 patiënten. De studie toonde aan dat bij 29.3% (95% betrouwbaarheidsinterval (BI): 28.4-30.2%) van de patiënten minstens één antimicrobieel middel was voorgeschreven, met een hogere prevalentie bij patiënten ouder dan 65 jaar (31.1%). In totaal werden 3549 antimicrobiële middelen voorgeschreven (waarvan 93.6% J01 antibacteriële middelen voor systemisch gebruik). De meest voorkomende indicaties voor antimicrobiële behandeling waren infecties verworven in de gemeenschap (48.6%) en zorginfecties (26.1%). De indicatie chirurgische profylaxe werd voor 12.4% van de voorgeschreven antimicrobiële middelen gerapporteerd. Opmerkelijk was dat 22.7% van de behandelingen voor chirurgische profylaxe langer dan één dag duurde. De drie meest voorgeschreven antimicrobiële middelen waren amoxicilline in combinatie met een beta-lactamase inhibitor (J01CR02; 20.0%), cefazoline (J01DB04; 9.8%), en piperacilline in combinatie met een beta-lactamase inhibitor (J01CR05; 9.6%). In geval van medische behandeling met antimicrobiële middelen (79.0%) waren de meest geregistreerde diagnosen pneumonie (24.6%) en symptomatische infectie van de lage urinewegen (10.6%). De reden voor het antimicrobieel gebruik werd in 80.0% van de patiëntendossiers vermeld. De studie onthulde verder dat 9.2% (95% BI: 8.7-9.8%) van de patiënten ten minste één zorginfectie op de dag van de studie had. Wanneer de zorginfecties verworven in chronische zorginstellingen werden uitgesloten uit de analyses (niet opgenomen in de 2017 ECDC PPS), daalde de prevalentie tot 8,5% (95% BI: 7.5% tot 9.5%). De voornaamste zorginfecties omvatten pneumonieën en andere infecties van de lage luchtwegen (32,8%, waarvan 8.5% COVID-19-infecties), urineweginfecties (18.5%) en postoperatieve wondinfecties (13.6%). Microbiologische resultaten waren positief voor 65,6% van de zorginfecties, waarbij Escherichia coli (16.8%), Staphylococcus aureus (10.8%) en Klebsiella spp. (10.2%) de frequentst geïsoleerde pathogenen waren.
Conclusions
De bevindingen benadrukken de aanhoudende uitdagingen die zorginfecties en het gebruik van antimicrobiële middelen vormen in Belgische acute ziekenhuizen. Krachtige maatregelen ter preventie en controle van infecties, gekoppeld aan gerichte programma’s voor antibioticabeleid (antimicrobial stewardship), zijn essentieel om deze uitdagingen effectief aan te pakken. Continue surveillance- en onderzoeksinspanningen zijn cruciaal om trends te begrijpen, verbeteringspunten te identificeren en op bewijs gebaseerde interventies te implementeren teneinde de veiligheid van patiënten te verbeteren en de effectiviteit van antimicrobiële therapieën te behouden..
Om meer over te weten :
Point prevalence survey of healthcare-associated infections and antimicrobial use in European acute care hospitals – 2022-2023 (europa.eu)
Nieuwigheden
Wetenschappelijke agenda
- oktober 2024
-
van 16/10 tot 20/10 || in Los Angeles
SHEA ID week. A joint meeting of IDSA, SHEA, HIVMA, PIDS and SIDP
- november 2024
-
van 20/11 tot 22/11 || in Liverpool
Healthcare infection society