◄ Terug naar inhoud

De verpleegkundige ziekenhuishygiënist(e) in België: een bedreigde soort of een comeback dankzij de COVID-19 pandemie?

Yves Velghe - Verpleegkundige-ziekenhuishygiënist Voorzitter van de Association Belge des Infirmiers en Hygiène Hospitalière (ABIHH) Support Manager Directie van het Verpleegkundig en Paramedisch Departement - CHU Brugmann

Een terugblik op de COVID-19 crisis door de ogen van de verpleegkundige-ziekenhuishygiënisten is een keuze van het redactiecomité. De ambitie is niet om alle situaties aan bod te laten komen, de crisis was daarvoor een te pijnlijke ervaring voor het personeel, de patiënten en hun familie in de thuiszorgsector, in de woonzorgcentra en in alle andere gemeenschapsinfrastructuren.
De bedoeling is om een discrete functie die weinig bekend is bij het grote publiek in de schijnwerpers te plaatsen, en de sector te belichten waar deze tragedie meer dan waar ook een multidisciplinaire aanpak heeft vereist.

In ziekenhuizen zijn er tal van complementaire departementen, waar patiënten op een of andere manier mee te maken krijgen. Ze werken allemaal samen om de patiënt kwaliteitsvolle zorgen te verlenen: medische, verpleegkundige en verzorgende teams, paramedische, farmaceutische, technische en facilitaire diensten, enz. en niet te vergeten de verpleegkundige-ziekenhuishygiënisten. Door hun expertise staan ze met al deze professionals in contact, door advies te verstrekken, protocollen op te stellen en een onvoorwaardelijke medewerking te verlenen. Samen met de geneesheer-ziekenhuishygiënist fungeren zij als referentiepersonen op het gebied van de ziekenhuishygiëne, een discipline op zich. 
Alvorens in te gaan op de gevolgen van deze pandemie en het belang van de verpleegkundige-ziekenhuishygiënisten, lijkt het me nuttig om ons beroep in de juiste context te plaatsen. Deze gespecialiseerde verpleegkundige maakt deel uit van de directie van het verpleegkundig departement (middenkader – diensthoofd verpleegkunde) en werkt onder toezicht van de directeur van dit departement. Hij/zij vormt het team ziekenhuishygiëne (TZH) samen met de geneesheer-ziekenhuishygiënist, die op zijn/haar beurt ressorteert onder de hoofdgeneesheer van het ziekenhuis. Dit team is operationeel onafhankelijk maar rapporteert aan het comité voor ziekenhuishygiëne, aan de hoofdgeneesheer en aan het hoofd van het verpleegkundig departement.

Zijn/haar voornaamste taak is de bestrijding van ziekenhuisinfecties via preventie en beheersing van de overdracht van infectieuze ziekteverwekkers binnen de zorginstellingen maar daar blijft het niet bij. Zo is het advies van het TZH in tal van situaties vereist, zoals bij de aankoop van materiaal, de bouw van een ziekenhuis of de verbouwing van een afdeling. Het team is tevens het aanspreekpunt voor het personeel van alle departementen en zorgeenheden en een vertegenwoordiger/-ster zetelt in verschillende comités binnen het ziekenhuis en binnen officiële instanties. 

Sinds enkele jaren staat de erkenning en de verloning van zijn/haar functie evenwel ter discussie in het kader van een reorganisatie van de classificatie van de klinische en leidinggevende functies binnen het verpleegkundig departement, waarbij zijn/haar bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden ondergewaardeerd.

En laat nu net in deze turbulente context het coronavirus COVID-19 opduiken.
Begin 2020 hadden velen onder ons het nog over een onschuldig Aziatisch griepje, waarbij ze danig onderschatten wat er op ons af zou komen.
Al vlug kregen we te maken met een veel grotere realiteit, waarbij we gebeurtenissen en beslissingen moesten ondergaan, terwijl onze rol vooral preventief moet zijn.
Toch hadden sommigen van ons reeds bij het opduiken van de eerste gevallen in China alarm geslagen en meteen extra persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) en hydroalcoholische oplossingen (HAO) besteld.
Maar al snel kwamen alle ziekenhuizen in de problemen waardoor ze hun toevlucht moesten nemen tot de vindingrijkheid van sommigen en de goodwill van anderen om maskers, schorten, HAO en zelfs UVC-boxen te fabriceren om het materiaal te ontsmetten.
Het snelle tekort aan essentieel materiaal en essentiële uitrusting heeft de goede praktijken inzake ziekenhuishygiëne die wij al jaren onderrichten onderuitgehaald, zoals het soort masker (FFP2 of chirurgisch?) dat we dragen, de gebruiksduur van de maskers, het gebruik van handschoenen, de naleving van normen, het opnieuw steriliseren van materiaal voor eenmalig gebruik, de aanwezigheid van COVID- en niet-COVID-patiënten op dezelfde verpleegeenheid wegens plaatsgebrek, …
Onder druk van de toenemende instroom aan COVID-patiënten legde het ziekenhuisnoodplan (ZNP) ziekenhuisinstellingen strikte regels op: ambulante activiteiten stopzetten en niet-dringende ingrepen uitstellen, ziekenhuisafdelingen omvormen tot COVID-afdelingen, het aantal bedden op de intensieve zorgen uitbreiden, enz.
Onmiddellijk na de eerste ziekenhuisopnames werden in alle ziekenhuizen crisiscellen opgericht (met o.a. ook ziekenhuishygiënisten), in een poging de aanbevelingen van Sciensano te verzoenen met de realiteit op het terrein (tekort aan personeel en materiaal, angst van het zorgpersoneel wegens de suboptimale kwaliteit van de beschikbare middelen ten aanzien van dit virus, enz.) 

In sommige extreme gevallen werden TZH’s door personeelsleden zelfs ten onrechte als zondebok aangewezen en als oorzaak van alle problemen gezien. Tussen het gebrek aan materiaal, de gebrekkige kwaliteit ervan, de ontoereikend geachte opleiding van de teams, de veelvuldige en tegenstrijdige adviezen van experts, en de taakverwarring met de arbeidsgeneeskunde en de preventiedienst, stonden de verpleegkundige-ziekenhuishygiënisten in de vuurlinie om uitleg te geven en iedereen gerust te stellen. En alsof dat nog niet volstond, impliceerden de continue updates door Sciensano ook voortdurende aanpassingen, met als gevolg dat er altijd enige tijd zat tussen de publicatie van de aanbevelingen en de praktische aanpassingen ervan op het terrein. Dit leidde tot verwarring en soms ook tot woede bij het zorgpersoneel, waarbij de verpleegkundige-ziekenhuishygiënist(e) het moest ontgelden.

De zware werklast van de zorgteams, het om de haverklap wijzigingen van de uurroosters, het schrappen van vakantiedagen of de samenstelling van cohorten met soms 12-uurs diensten, deden de spanning alleen maar toenemen en bemoeilijkte de communicatie met de teams, terwijl van de verpleegkundige-ziekenhuishygiënisten werd gevraagd pragmatisch, didactisch en geruststellend te blijven. 

Zouden de algemene lockdown, de sluiting van scholen en het beperken van het openbaar vervoer een invloed hebben op het absenteïsme van het personeel in de gezondheidszorg? Waarvoor zouden ze kiezen? Werk of gezin? Als we op deze pandemie zullen terugblikken, zullen we vooral het professionalisme van het zorgpersoneel, haar inzet en plichtsbesef, aangemoedigd door het applaus van de bevolking en vele andere attenties, onthouden. We moesten even doorbijten, het zou immers maar een paar weken, een paar maanden … duren. We bleven elkaar steunen.

Deze epidemie was echter ook een kans voor de verpleegkundige-ziekenhuishygiënisten. Zo konden we nieuwe samenwerkingsverbanden aangaan met andere ziekenhuissectoren, de psychiatrische sector helpen om COVID-patiënten op te vangen, contacten leggen met vakbondsdelegaties, nieuwe communicatie- en vergadertools ontwikkelen (videoconferenties), nauwer en beter gestructureerd samenwerken met woonzorgcentra, personeel van de Medische Component van Defensie opleiden dat bepaalde ziekenhuizen kwam ondersteunen, de jaarlijkse griepvaccinatiecampagne voorbereiden via de COVID «hefboom», …

Toen deze eerste golf wat ging liggen, konden de ziekenhuizen hun gewone activiteit geleidelijk aan hervatten. Die was op de lange baan geschoven, wat leidde tot een toename van het ziekte- en sterftecijfer. Daarmee rees ook de vraag van de opnamecriteria. De belangen van de patiënt moesten worden afgewogen tegen de bescherming van anderen (risico om met COVID besmet te raken binnen de instellingen).
De verpleegkundige-ziekenhuishygiënisten werden betrokken bij het overleg om regels te bepalen om patiënten en personeel, een veilige heropstart te garanderen; er was een bijsturing nodig van de circuits en van de manier om kamers toe te wijzen en het aantal patiënten te verminderen, om een efficiënte reiniging/ontsmetting mogelijk te maken …
Gedurende enkele maanden heeft het virus ons ietwat respijt gegeven. Daarvan hebben we gebruik gemaakt om de ziekenhuisactiviteit te hervatten waar zij plots was stilgevallen en om ons voor te bereiden op een nieuwe golf, waar na de vakantieperiode en met het aanbreken van de herfst, zo was voor gevreesd. Zo konden we vooraf een voldoende voorraad PBM’s (wat overigens nog steeds een heikel punt is) en HAO inslaan, procedures actualiseren en anticiperen op mogelijke scenario’s i.v.m. het beheer van lokalen en personeel, opleidingen, het systematisch dragen van chirurgische maskers door patiënten en personeel, …
Het absenteïsme in de teams was hoger dan in het voorjaar door uitputting van het personeel, angst voor COVID, maar ook omdat het personeel, met inbegrip van de verpleegkundige-ziekenhuishygiënisten, vaker slachtoffer was van het virus… waardoor ziekenhuisopnames nodig waren, soms zelfs op intensieve zorgen. Sommige personeelsleden zijn helaas ook overleden. 

De epidemie heeft haar sporen nagelaten: de verpleegkundige-ziekenhuishygiënisten moeten nu het vertrouwen van de teams terugwinnen door hun geloofwaardigheid te herstellen en hun motivatie op peil te houden; ze doen het onmogelijke met de menselijke en materiële middelen waarover ze beschikken en worden maar al te zelden in het zonnetje gezet.

Zal deze zware crisis tot nieuwe roepingen leiden of ervoor zorgen dat mensen het verpleegkundig beroep de rug toekeren? De toekomst zal het uitwijzen maar het valt alvast niet uit te sluiten dat er ons nog één of meerdere golven te wachten staan. De geschiedenis heeft ons geleerd dat we ons vroeg of laat aan een nieuwe epidemie/pandemie mogen verwachten en de rol van verpleegkundige-ziekenhuishygiënisten zal daarbij steeds belangrijker worden.

Tot slot wilde ik met deze tekst mijn collega’s lof toezwaaien en hen bedanken voor hun professionalisme, inzet, toewijding, volharding en vasthoudendheid in het belang van de patiënt.

Het is dan wel nog geen 20 uur maar sta me toch toe hen een daverend applaus te geven.

◄ Terug naar inhoud

Nieuwigheden

Wetenschappelijke agenda

  • maart 2024
  • 28/03
    BICS Symposium
  • april 2024
  • van 8/04 tot 11/04 || in Edinburgh
    The Microbiology Society Annual Conference
  • van 23/04 tot 24/04 || in Birmingham
    Infection and Prevention Control (IPC)
  • van 27/04 tot 30/04 || in Barcelona
    34th European Congress of Clinical Microbiology and infectious diseases
  • mei 2024
  • van 16/05 tot 17/05 || in Louvain-La-Neuve
    18ème Rencontre Internationale Francophone des Infirmiers et Infirmières (RIF)
Bekijk de volgende evenementen

Schrijf ook een artikel !

Vacatures

Onze partners

Flux RSS

Subscribe

REDACTIE

Ontdek de andere online nummers van het tijdschrift

Het volledige archief

Ontdek onze special

Uitwisseling van ervaringen