◄ Terug naar inhoud

Biociden van het gesloten circuit 

Frank Van Laer - Verpleegkundige-ziekenhuishygiënist - UZA

Inleiding 

Biociden omvatten niet alleen ontsmettingsmiddelen (bv. in gebruik in de gezondheidszorg), maar ook conserveringsmiddelen, plaagbestrijdingsmiddelen (bv. rodenticiden) en andere biociden. Samen met de gewasbeschermingsmiddelen vallen ze onder de noemer “pesticiden” (1).
Sommige biociden die in zorginstellingen worden gebruikt behoren tot de biociden van het gesloten circuit. Het betreft producten die een groot risico voor het grote publiek inhouden. In de Europese Verordening 528/2012 worden de criteria opgesomd die bepalen wanneer biociden niet voor het grote publiek op de markt mogen worden gebracht (2). Als risico’s worden de toxische, carcinogene, mutagene of terratogene eigenschappen vermeld, maar ook wanneer het gebruik van de biociden het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) vereist. Ook wanneer het een biocide betreft dat beschouwd wordt als een persistente, bio-accumulerende en toxische stof, hormoonontregelende eigenschappen bezit of wanneer het ontwikkelingsneurotoxische of -immunotoxische gevolgen heeft. Dergelijke biociden kunnen niet alleen een verhoogd risico betekenen voor de menselijke maar ook voor de dierlijke gezondheid en voor het milieu.
Minder gevaarlijke producten daarentegen worden ingedeeld in het vrije circuit en mogen ter beschikking van het grote publiek gesteld worden, terwijl de biociden van het gesloten circuit eerder zijn voorbehouden voor professionele gebruikers.
Sinds 20/05/2016 moet elke verkoper en gebruiker van biociden van het gesloten circuit volgens het KB van 08/05/2014 (3) aan een aantal verplichten voldoen; de meest recente aanpassingen aan het KB dateren van 14/04/2019 (4). In het betreffende KB wordt o.a. de Verordening (EU) nr. 528/2012 aangevuld.
Op de website van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu wordt uitgebreid toelichting gegeven over de verplichtingen voor verkopers en gebruikers van biociden (1).

Verplichtingen voor de verkoper

De verkoper moet jaarlijks aangeven welke biociden van het gesloten circuit hij heeft verkocht, aan wie en in welke hoeveelheden. Zo kan de overheid controleren of biociden uit het gesloten circuit enkel aan professionele gebruikers worden verkocht.Leveranciers van chemische stoffen zijn ook verplicht een veiligheidsinformatieblad of “safety data sheet” (SDS) van hun producten mee te leveren. Daar staat op wat de risico’s van het product zijn, hoe men die kan beperken en welke maatregelen men moet nemen bij een ongeval.

Verplichtingen voor de gebruiker

Naast de verschillende verplichtingen waaraan verkopers van producten uit het gesloten circuit moeten voldoen, moeten ook de gebruikers een aantal verplichtingen naleven, o.a. de registratie via een webapplicatie van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu wanneer hij/zij een biocide uit het gesloten circuit aankoopt. Jaarlijks moet het statuut als geregistreerd gebruiker van biociden van het gesloten circuit via ditzelfde registratiesysteem bevestigd worden tegen 31 december. De instelling kan dan ook best interne afspraken maken wie deze registratie jaarlijks moet doen: bijvoorbeeld de milieucoördinator of de preventie-adviseur en dit in samenspraak met iemand van het team ziekenhuishygiëne en apotheek. De lijst van gebruikte producten in de instelling kan immers jaarlijks wijzigen doordat nieuwe producten in gebruik worden genomen.
Het opstellen van een lijst van gekochte/gebruikte producten in de applicatie van het gesloten circuit is niet meer verplicht voor gebruikers maar wordt wel sterk aanbevolen.

Als werkgever moet men op de hoogte zijn van de regels inzake correcte bewaring, gebruik, verwijdering en van de maatregelen die moeten worden genomen bij ongevallen of intoxicaties, …. Daarom zijn deze biociden voorbehouden voor professionele gebruikers. Via de lijst van toegelaten producten kan de noodzakelijke informatie over de producten terug gevonden worden via een link naar de zogenaamde toelatingsaktes van de biociden (figuur 1). 

 Fig.1: Detail van de lijst van toegelaten biociden met de link naar de toelatingsaktes. 

 

 

 

 

 

 

Inzake de verwijdering van biociden wordt er op gewezen dat deze moeten verwijderd worden overeenkomstig de gebruiksaanwijzing die vermeld is op het etiket en overeenkomstig de regelgeving inzake afvalverwijdering van de regio waar men gevestigd is.
Via “belgium.be” kan meer informatie bekomen worden over het gebruik van pesticiden in de drie gewesten (Vlaams, Brussels en Waals) : https://www.belgium.be/nl/leefmilieu/gereglementeerde_stoffen/pesticiden_en_biociden

Men is ook verplicht om een risicobeoordeling op te maken die de veiligheid en de gezondheid van de werknemers bewaakt. Deze risicobeoordeling houdt het volgende in :

•identificeren van alle gevaarlijke producten in het bedrijf, bijvoorbeeld via het etiket;
•verzamelen van informatie over het juiste gebruik van die producten, bijvoorbeeld via de veiligheidsinformatiebladen
(SDS);
•in kaart brengen welke risico’s de gevaarlijke producten inhouden (figuur 2);
•passende maatregelen nemen om die risico’s te beperken, zoals het voorzien in bijvoorbeeld PBM.

Fig.2: Voorbeeld van een inventarisatie van gevaarlijke producten in het UZA via een webapplicatie   

 

 

 

 

 

 

Elke werkgever is ook verplicht om zijn personeel te informeren hoe men biociden veilig gebruikt op de werkvloer en moet hierop ook toezicht houden. Dat geldt voor alle chemische producten, niet alleen voor biociden. In de toekomst kunnen er voor bepaalde producttypes extra opleidingen opgelegd worden. Door het geven van opleidingen kan men zorgen dat de werknemers goed weten hoe ze veilig met gevaarlijke producten moeten omgaan, zoals welke beschermingsmaatregelen ze moeten nemen, zoals het dragen van handschoenen en beschermingsbrillen. Door middel van infofiches of veiligheidsinstructiekaarten (VIK) (figuur 3 en 4) op de werkvloer kan de noodzakelijke informatie snel en gemakkelijk worden teruggevonden.

Fig.3: Muurklapper op een verpleegafdeling met veiligheidsinstructiekaarten  

 

 

 

 

 

 

 

Fig.4: Voorbeeld van een veiligheidsinstructiekaart van Anios Oxy’Floor®

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Welke producten behoren tot het gesloten circuit?

 Alleen biociden die door de federale overheid zijn toegelaten mogen op de Belgische markt verkocht worden. De lijst van toegelaten producten en of ze tot het vrije of gesloten circuit behoren is via de website van de FOD te raadplegen: https://docs.health.belgium.be/ActiveProducts.pdf
Hierbij moet opgemerkt worden dat de uitbraak van SARS-CoV-2 officieel erkend is als pandemie en als noodsituatie voor de volksgezondheid. Daarom heeft de Belgische bevoegde overheid beslist om over te gaan tot het afleveren van tijdelijke toelatingen aan bepaalde types van biociden.

Bij de inventarisatie van de aanwezige biociden in het UZA waren er aanvankelijk twee biociden die tot het gesloten circuit behoorden, namelijk Clinell® shampoocaps en Anios Oxy’Floor® (perazijnzuur). De reden waarom de Clinell® shampoocaps tot het gesloten circuit behoren, is de aanwezigheid van 4% chloorhexidinedigluconaat. De toevoeging van 4% chloorhexidine bij productie is noodzakelijk om zo steeds de vereiste 2% te behouden bij gebruik. De Clinell® Chloorhexidine Washandjes daarentegen worden niet ingedeeld in het gesloten circuit door de lagere concentratie chloorhexidine (2.65% om steeds 2% te behouden gedurende de levensduur van het product bij gebruik) (5). Aangezien de chloorhexidine-washandjes én –shampoocaps in het UZA gebruikt worden voor de MRSA-dekolonisatie, werd op advies van de preventiedienst in de informatiebrochure over MRSA een waarschuwing voor de patiënten toegevoegd. Hierin wordt er namelijk voor gewaarschuwd om contact van de ogen met het ontsmettend product te vermijden en bij accidenteel oogcontact grondig met water te spoelen. Deze voorbeelden tonen aan dat het belangrijk is om het team ziekenhuishygiëne te betrekken bij de inventarisatie van de gebruikte biociden in het ziekenhuis die tot het gesloten circuit behoren.

Referenties

1. Regulation (EU) No 528/2012 of the European Parliament and the Council of 22 May 2012. Concerning the making available on the market and use of biocidal products.
https://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2012:167:0001:0123:EN:PDF

2. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Gesloten circuit (update 09/09/2020). https://www.health.belgium.be/nl/gesloten-circuit-old.

3. Koninklijk Besluit van 08/05/2014 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden (BS, 18/09/2014).

4. Koninklijk Besluit van 04/04/2019 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden (BS, 23/04/2019). 

5. Dialex Biomedica. K.B. 08/05/2014. Aankopen en verkopen van biociden in het gesloten circuit. Clinell® Chloorhexidine Shampookap (CHGSC1BE) – NOTIF1140. Productinformatie, 16/12/2018.

 

 

◄ Terug naar inhoud

Nieuwigheden

Wetenschappelijke agenda

  • maart 2024
  • 28/03
    BICS Symposium
  • april 2024
  • van 8/04 tot 11/04 || in Edinburgh
    The Microbiology Society Annual Conference
  • van 23/04 tot 24/04 || in Birmingham
    Infection and Prevention Control (IPC)
  • van 27/04 tot 30/04 || in Barcelona
    34th European Congress of Clinical Microbiology and infectious diseases
  • mei 2024
  • van 16/05 tot 17/05 || in Louvain-La-Neuve
    18ème Rencontre Internationale Francophone des Infirmiers et Infirmières (RIF)
Bekijk de volgende evenementen

Schrijf ook een artikel !

Vacatures

Onze partners

Flux RSS

Subscribe

REDACTIE

Ontdek de andere online nummers van het tijdschrift

Het volledige archief

Ontdek onze special

Uitwisseling van ervaringen