◄ Terug naar inhoud

Voor u gelezen

A. L. Traversari, C. Bottenheft, S. P. M. van Heumen, C. A. Goedhart, M. C. Vos

Effect of switcing off unidirectional downflow systems of operating theatres during prolonged inactivity on the period before the operating theatre can safely be used.

American Journal of Infection Control, 2017 vol 45 (2) pp139-144.

Het uitschakelen van luchtbehandelingsystemen in operatiekwartieren gedurende langere periodes van inactiviteit (tijdens weekends of nachten) kan heel wat energiebesparing opleveren. Weinig gegevens zijn evenwel beschikbaar over de gevolgen van het uitschakelen van die systemen gedurende langere periodes op de luchtkwaliteit in operatiezalen wanneer die wel worden gebruikt. Deze studie gaat na hoeveel tijd het kost om na de heropstart van het ventilatiesysteem opnieuw tot een stabiele situatie te komen, waarbij de luchtkwaliteit minstens zo goed is als vóór het uitschakelen van het systeem. Metingen werden uitgevoerd in 3 operatiezalen, die alle waren uitgerust met een systeem van unidirectionele downflow (UDF).  Deze partikelmetingen (telling van het aantal uitgestoten deeltjes ≥ 0,5µm) gebeurden tijdens de heropstart van het ventilatiesysteem om te bepalen wanneer een vooraf bepaalde graad van bescherming was bereikt. Op basis van temperatuurmetingen werd bepaald wanneer een stabiel verschil van temperatuur tussen de omliggende zone en de kritische zone was bereikt, wat op een stabiele situatie wijst.

Na de heropstart van het systeem duurde het 20 minuten vooraleer de vereiste beschermingsgraad binnen de kritische zone was bereikt (bovenlimiet 95% betrouwbaarheidsgrens). Binnen de 23 minuten werd een stabiel temperatuurverschil bereikt (bovenlimiet 95% betrouwbaarheidsgrens). Beide resultaten liggen binnen de periode van 25 minuten die normaal nodig zijn voor de voorbereidingen van een ingreep.

We leiden daaruit af dat het uitschakelen van luchtbehandelingsystemen gedurende langere periodes van inactiviteit (tijdens weekends of nachten), geen negatieve gevolgen heeft op de luchtkwaliteit tijdens de normale gebruiksuren in operatiezalen uitgerust met een unidirectioneel downflow systeem.

T. Gormley, T. A. Markel,  H. W. Jones III, J. Wagner, D. Greeley, J. H. Clarke, M. Abkowitz, J. Ostojic

Methodology for analysing environmental quality indicators in a dynamic operating room environment.

American Journal of Infection Control, 2017 Vol 45 (4) : 354-359.

Voldoende lucht van goede kwaliteit en een systeem van gecontroleerde unidirectionele flow zijn essentieel om een veilige omgeving in operatiezalen te garanderen. Om dynamische evaluaties van de omgeving in een operatiezaal te kunnen uitvoeren is een gevalideerde methode nodig om de verschillende factoren te testen die de luchtkwaliteit binnen instellingen voor gezondheidszorg beïnvloeden. Dit gebeurt aan de hand van volgende criteria: temperatuur, vochtigheidsgraad, aantal aanwezige partikels, hoeveelheid microbiële contaminanten, druk, luchtsnelheid en luchtverdeling. Het team heeft «omgevingskwaliteitsindicatoren» (EQI’s) ontwikkeld om de algemene luchtkwaliteit te beschrijven op basis van metingen van die kenmerken tijdens gesimuleerde operaties.  Deze indicatoren werden gemeten in 3 verschillende ziekenhuizen tijdens gesimuleerde chirurgische ingrepen om zo de reële omstandigheden in een operatiekwartier na te bootsen. EQI’s omvatten, naast het meten van de microbiële contaminatie ter hoogte van de operatietafel en ter hoogte van de instrumententafel, ook een real-time telling van het aantal partikels op 9 vooraf bepaalde locaties in de operatiezaal. De luchtsnelheid werd gemeten ter hoogte van het oppervlak van de luchtroosters, ter hoogte van het steriele veld, ter hoogte de instrumententafel en ter hoogte van een rooster voor de luchtafvoer.

Het testprotocol heeft coherente metingen van de indicatoren van de luchtkwaliteit opgeleverd, die vergelijkbaar waren tussen instellingen. Bij 20 luchtverversingen per uur (ACH) en een temperatuur van 66,3 °F (19° C), bedraagt de mediaan van microbiële contaminanten voor de 3 operatiezalen 3-22 kolonievormende eenheden (CFU)/m³ ter hoogte van het steriele veld en 5-27 CFU/m³ ter hoogte van de instrumententafel.  Bij 20 luchtverversingen per uur bedraagt de mediaan van deeltjes van 0,5 µm op de 3 locaties respectievelijk 85079, 85325 en 912232 deeltjes/m³ met een voorspelbare toename van het aantal partikels in de lucht van de operatiezaal die via een niet-hoogefficiënte filter wordt gezuiverd. Vergeleken met de ‘Cleanroom’-normen was de telling van de microbiële activiteit en van de deeltjes vergelijkbaar met klasse 7 en 8 van de International Organization for Standardization tijdens gesimuleerde operaties. We leiden daaruit af dat het EQI protocol meetbaar en herhaalbaar was en bijgevolg op een veilige manier bruikbaar is om de luchtkwaliteit binnen instellingen voor gezondheidszorg te meten en als leidraad kan fungeren voor het opstellen van operationele praktijken en reglementaire vereisten.

S. Boudjema, C. Tarentini, P. Peretti-Watel, P. Brouqui

Merging video coaching and an anthropologic approach to understand health care provider behavior toward hand hygiene protocols.

American Journal of Infection Control, 2017 Vol 45 (5) : 487-491.

We hebben video-opnames van de routine zorg gebruikt om na te gaan in welke mate zorgverleners afweken van protocollen. Voor de opvolging hebben we interviews afgenomen met een antropoloog en een verpleegkundige.  Nadat ze hun goedkeuring hadden gegeven werden zorgverleners via een vanop afstand bediend videosysteem gefilmd tijdens het toedienen van routine zorg.   Elke deelnemer werd gevraagd zijn of haar gedrag te bekijken op 2 verschillende video’s, waarop behalve de routinepraktijken ook te zien was in welke mate hij of zij afweek van protocollen, en er commentaar op te geven.  Daarna volgde een grondiger gesprek op basis van vooraf bepaalde richtlijnen en werden de afwijkingen t.o.v. het protocol besproken.  De bedoeling was om op die manier de subjectiviteit van zorgverleners bloot te leggen, met name de manier waarop ze handhygiëne in hun dagdagelijkse werk percipieerden, met welke concrete moeilijkheden ze te maken kregen en hoe ze die probeerden op te lossen.

We hebben 43 van de 250 video-opnames die we tijdens de studie hadden gemaakt geselecteerd, waardoor we het gedrag van 15 van de 20 zorgverleners konden bestuderen. Uit 20 van de 43 video’s bleek dat het handhygiëneprotocol één of verschillende keren niet was nageleefd.  Vaak was dit het gevolg van het verkeerd gebruik van handschoenen. Afwijkingen t.o.v. protocol hadden volgens de zorgverleners te maken met aangepast gedrag, dat dan weer het gevolg was van de werkdruk die weinig ruimte liet voor protocollen op vlak van infectiecontrole. Professionele praktijken en protocollen zijn aan een hervorming toe. Ze moeten eenvoudige boodschappen uitdragen die zijn afgestemd op de behoeften in een reële ziekenhuisomgeving.

R. E. Taylor

Abstract

American Journal of Infection Control, 2015 Vol 43 (11) : 1166-1170.

Ondanks de toegenomen belangstelling voor handhygiëne de afgelopen tien jaar, wordt die nog relatief weinig nageleefd.  Op wetenschappelijk vlak zijn inzake handhygiëne al heel wat vorderingen geboekt, weinig aandacht ging evenwel uit naar de boodschappen om handhygiëne te promoten. Een totaal van 86 gezondheidswerkers, die lid waren van de Association for Professionals in Infection Control and Epidemiology, hebben deelgenomen aan een online evaluatie van 6 strategieën. De deelnemers toetsten in hoeverre de strategieën begrijpbaar en geloofwaardig waren en of de strategieën al dan niet tot meer handhygiëne konden leiden. Van de 6 strategieën — ego, sociaal, sensorisch, routine, acute behoefte en ratio — werd de sociale strategie bestempeld als diegene die het meest tot actie kon leiden. De sensoriële strategie werd niet alleen als de minst relevante, maar ook als  contraproductief beschouwd.

De Teams voor ziekenhuishygiëne doen er goed aan een sociale boodschap strategie te hanteren bij het verspreiden van programma’s ter bevordering van handhygiëne.  Nieuw onderzoek is zeker noodzakelijk, toch lijken ego, routine en acute nood beloftevolle strategieën om de motivatie aan te wakkeren die tot een betere handhygiëne kan leiden.

J. L. Goldberg

Guideline implementation: Hand hygiene

AORN Journal 2017 Vol 105 nr 2 p 203-312.

Een correcte handhygiëne en een chirurgische handontsmetting zijn essentieel om het aantal zorginfecties, inclusief het aantal postoperatieve infecties , terug te dringen.

De geactualiseerde «Aanbevelingen voor handhygiëne» van de AORN geven een aantal richtlijnen op vlak van handhygiëne en chirurgische handontsmetting, het dragen van nagellak, kunstnagels en juwelen, efficiënte huidverzorging om dermatitis te vermijden, keuze van handhygiëneproducten, kwaliteitszorg en het verbeteren van de prestaties.  Centraal in dit artikel staan de belangrijkste aanbevelingen om personeel dat bij de perioperatieve zorg is betrokken, te helpen geïnformeerde beslissingen te nemen op vlak van handhygiëne en chirurgische handontsmetting. De nadruk lag hier vooral op het onderhouden van nagels en van een gezonde huid, het niet-dragen van juwelen aan de handen of polsen in perioperatieve zones, het correct toepassen van handhygiëne en chirurgische handontsmetting, en het betrekken van patiënten en bezoekers bij initiatieven ter bevordering van handhygiëne. Verpleegkundigen in perioperatieve zones zouden alle aanbevelingen opnieuw moeten doornemen vooraleer ze het beleid en de procedures uitstippelen en updaten.

D. J.  Gould ; S. Creedon : A. Jeanes ; N. S . Drey ; J. Chudleigh ; D. Moralejo

Impact of observing hand hygiene in practice and research : a methodological reconsideration.

Journal of Hospital Infection,2017 Vol 95 (2) : 169-174.

Het doel van handhygiëne is de keten van zorginfecties te doorbreken. In heel wat landen wordt handhygiëne, als onderdeel van de kwaliteitsbewaking op basis van aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie, regelmatig aan een controle onderworpen.  Directe observatie is de aanbevolen controlemethode, maar heeft een aantal beperkingen, zoals personen die hun gebruikelijke gedrag gaan aanpassen zodra ze weten dat ze worden geobserveerd.  Toegepast op handhygiëne betekent het Hawthorne-effect dat de productiviteit toeneemt doordat de frequentie van de handhygiëne erop vooruitgaat. Een onopvallende en/of een frequente observatie om het personeel te doen wennen aan de aanwezigheid van waarnemers wordt doorgaans als een aanvaardbare manier beschouwd om het Hawthorne-effect te beperken. Slechts weinig publicaties hebben evenwel onderzocht hoe deze technieken moeten worden geïmplementeerd of hoe de effectiviteit ervan moet worden gemeten.  Het is bewezen dat het besef te worden geobserveerd veel complexere en meer onvoorspelbare gevolgen kan hebben op het gebruikelijke gedrag van personen, dan louter op vlak van productiviteit.  In aanwezigheid van waarnemers gaat het personeel activiteiten die handhygiëne vereisen soms uitstellen of vermijden maar die thematiek komt niet aan bod in de richtlijnen of in onderzoek. Dit heeft gevolgen voor de validiteit van de resultaten van de controles inzake handhygiëne.  Het meten van het verbruik van producten voor handhygiëne compenseert dit vermijdingsgedrag.  Het is goedkoper en levert continue gegevens op over de mate waarin gezondheidswerkers handhygiëne toepassen, zonder dat de zorgverlening aan de patiënt wordt verstoord. Een van de nadelen is het risico op overschatting van het verbruik door verspilling, morsen of gebruik door bezoekers en niet-verzorgend personeel die de zorgomgeving van de patiënt betreden. Elektronica zou het Hawthorne-effect en vermijdingsgedrag kunnen compenseren, maar dat is duur en weinig gebruikt buiten de onderzoekssetting.

G. Kampf ; A. Kramer ; M. Suchomel

Lack of sustained efficacy for alcohol-based surgical hand rubs containing ‘residual active ingredients’ according to EN 12791.

Journal of Hospital Infection, 2017 Vol 95 (2) : 163-168.

De Wereldgezondheidsorganisatie beveelt voor de chirurgische handontsmetting het gebruik aan van producten met een verlengde werking. Deze studie onderzoekt of producten voor handontsmetting op basis van alcohol die niet-vluchtige actieve stoffen bevatten zoals chloorhexidine-digluconaat (CHG), mecetronium ethylsulfaat (MES) of ortofenylfenol (OPP) een verlengde werking vertonen voor de chirurgische handontsmetting. We zijn in de literatuur op zoek gegaan naar studies die voldoen aan de EN 12791-norm.  De gepubliceerde gegevens werden geanalyseerd om na te gaan of één van die formules efficiënter is (P<0.01) na 3 uur in vergelijking met de referentieprocedure. De formules met 0,5 en 1 % CHG in 70% isopropanol of 61% ethanol waren niet beter na 3 uur. Ook de formules met 0,2 % MES in 45 % isopropanol en 30 % n-propanol waren evenmin beter wanneer ze gedurende één minuut (1 studie), anderhalve minuut zoals momenteel aanbevolen (14 studies) en 2 minuten (1 studie) werden toegepast. Wanneer ze gedurende 3 minuten werden toegepast, bleken die formules beter in 3 van de 7 studies. Ook het product voor de handen met 0,1 % OPP in 78,2 % ethanol was niet beter dan de referentiebehandeling, wanneer het zoals aanbevolen anderhalve minuut werd aangebracht. Het beperken van blootstelling van de huid en het milieu aan biociden lijkt redelijk en verantwoord, waarbij  alcoholhoudende producten in het voordeel zijn. Net zoals kleur- en geurstoffen in producten voor handontsmetting worden vermeden, moeten ook formules met ‘actieve’ stoffen zonder duidelijke voordelen maar met potentiële risico’s worden geweerd, wanneer er alternatieve formules bestaan met dezelfde antimicrobiële werking, huidtolerantie en aanvaarding door de gebruikers.

A. F. Widmer

Surgical hand hygiene: scrub or rub?

Journal of Hospital Infection 2013 Vol.83 Supplement 1 feb 2013 p S35-S39

Chirurgische handontsmetting is een standaardprocedure bij elke chirurgische ingreep. In bijna 30 % van de ingrepen worden peroperatief perforaties van de handschoenen vastgesteld, wat een risico op postoperatieve infecties impliceert. In het verleden was de norm een handwasbeurt met een antibacteriële zeep en water (= chirurgische handwasbeurt of ‘surgical scrub’), meestal met chloorhexidine of jodium. Onlangs werden met succes alcoholhoudend producten geïntroduceerd om de handen in te wrijven (‘surgical rub’) die een grotere activiteit hebben, voor minder irritatie aan de handen zorgen en minder tijdrovend zijn dan een handwasbeurt (‘scrub’). Alle producten zouden een nawerking moeten hebben die de microbiële groei op de handen onder de handschoen vertraagt. Een aantal van die alcoholhoudende producten is binnen de 90 seconden effectief (zoals bepaald door de Europese norm EN 12791), terwijl dit bij andere 3 tot 5 minuten duurt (wat even lang is als bij de ‘scrub’ methode). De korte procedure gaat uit van de juiste techniek en timing, waarbij het verminderen van de blootstellingstijd onder de 90 seconden tot een significant geringere bactericide werking leidt. De huidige chirurgische handontsmetting voldoet in principe aan de Europese EN12791-norm, of andere normen zoals die van de Food and Drugs Administration in de VS. Voor een chirurgische handontsmetting kan best een alcoholhoudend product worden gebruikt om de handen mee in te wrijven (‘rub’), maar ook het wassen van de handen met een chloorhexidine-houdende zeep (‘scrub’) voldoet aan de normen.

A. Tammelin, A.-M. Blomfeldt

Comparison of two sigle-use scrubs suits in terms of effect on air-borne bacteria in the operating room.

Journal of Hospital Infection, 2017 Vol 95 (3) : 324-326.

Het drastisch beperken van het aantal via de lucht verspreide bacteriën in de operatiezaal is haalbaar wanneer iedereen kledij draagt met een lage doordringbaarheid (clean air suits). Deze studie onderzocht of er een verschil in beschermend vermogen was tussen twee types operatiekleding voor eenmalig gebruik in polypropyleen. Daarvoor werden ze getest tijdens routinematig uitgevoerde orthopedische ingrepen.  Bij de telling van het aantal kolonievormende eenheden/m³ lucht hebben we geen significant verschil vastgesteld tussen de 2 borstelstypes operatiekleding. Er kan dus worden gekozen voor het type operatiekleding dat het meest comfortabel is voor het personeel.

Jeffrey D. Ho ; R. K. Ansari ; D. Page.

Hand sanitizers rates in an urban emergency medical service system.

The Journal of Emergency Medicine, 2014 Vol 47 (2) : 163-168.

Handontsmetting mag dan al een praktijk zijn die vaak wordt «vergeten», ze blijft een essentiële factor om overdracht van besmettelijke ziekten binnen een gezondheidszorgomgeving te voorkomen. In het verleden is uitgebreid onderzoek gevoerd naar het aantal handontsmettingen in verblijfseenheden. Voor prehospitaaldiensten daarentegen zijn er amper studies beschreven. Aangezien het personeel op de spoeddiensten mogelijk overdrager is van besmettelijke ziekten, is het belangrijk om te weten of het personeel er wel een voldoende handhygiëne op nahoudt. Doel van deze studie was om het aantal handontsmettingen op een stedelijke spoeddienst te beschrijven. Een steekproef van paramedici op een stedelijke spoeddienst (meer dan 55000 opnames/jaar) werd 6 maanden lang op een prospectieve en blinde manier geobserveerd.  De observaties werden uitgevoerd door paramedische studenten tijdens shifts van 8 en 12 uur.  De informatie die werd verzameld had betrekking op het elke vorm van handhygiëne (bijv. water en zeep, antimicrobiële gel of schuim of doekjes met een kiemdodende werking) onmiddellijk vóór of na contacten met de patiënt of met maaltijden. Ook het gebruik van handschoenen tijdens het contact met de patiënt werd geregistreerd.  Toiletbezoeken  werden niet rechtstreeks geobserveerd, maar er werd vanuit gegaan dat handhygiëne na  toiletbezoek werd uitgevoerd.  De duur van het toepassen van handhygiëne werd niet geregistreerd. De verzamelde gegevens werden geanalyseerd op basis van eenvoudige en beschrijvende statistieken.

Drieënvijftig paramedici (op de 108 tewerkgestelde paramedici) werden geobserveerd tijdens 258 contacten met patiënten. Na 162 van die contacten (62,8 %) werd handhygiëne toegepast door paramedici. Als we er van uitkunnen  gaan dat de handhygiëne wordt toegepast bij de 16 toiletbezoeken onmiddellijk na contact met de patiënt, dan stijgt het nalevingspercentage tot 68,9 %. Van handhygiëne vóór contact met de patiënt was slechts 3 keer (1,1 %) sprake en 9 keer tijdens het contact met de patiënt (3,5 %). Bij 32 contacten met de patiënt (12,4 %) werden geen handschoenen gedragen.  Vóór 8 van de 42 maaltijden (19 %) en na 25 van de 42 maaltijden (59,5 %) werd handhygiëne toegepast.

Bij deze steekproef werd meestal handhygiëne vastgesteld bij patiëntencontact.  Toch lijkt er nog heel wat ruimte voor verbetering te zijn. Dit wijst er op dat er op de spoeddiensten nog werk moet worden gemaakt van een betere naleving van handhygiëne.  Betere vorming, opleiding en toegang tot hygiëne-uitrusting moeten worden onderzocht als mogelijke pistes om in de toekomst de naleving te bevorderen.

E. Vanyoloss, K. Peto, A. Viszlai, I. Miko, I. Furka, N. Nemeth, P. Orosi

Usage of ultraviolet test method for monitoring the efficacy of surgical hand rub technique among medical students.

Journal of Surgical Education, Vol 72 (3), 2015 : 530-535, 2015, mai-juin 2015.

Correcte handbewegingen bij de chirurgische handontsmetting zijn essentieel. Het is daarom belangrijk dat studenten geneeskunde deze techniek correct aangeleerd krijgen.  Voor de evaluatie van de efficiëntie ervan hebben we gebruik gemaakt van een fluorescerende oplossing en vervolgens een test met ultraviolet (UV) licht. Om het proces en het aanleren van de vaardigheden te controleren hebben we de digitale beelden van de handen van 253 studenten tijdens de les «Chirurgische basistechnieken» in de 10de (onderzoek 1) en 14de (onderzoek 2) week van de opleiding  geanalyseerd. De laatste stap van de chirurgische handontsmetting werd uitgevoerd met een fluorescerende oplossing, waarna de handen onder UV-licht werden gehouden.  Er werden foto’s gemaakt en geanalyseerd. Elke niet-bedekte oppervlak werd als een fout beschouwd.  Het aantal en de plaats van de niet-bedekte oppervlakken, en ook de omvang ervan werden bepaald.  Voor de evaluatie werden de handpalm- (P) en handrug- (D) zijde van de handen verdeeld in zones (1-distale phalanx, 2-duim en eerste metacarpaal, 3-tweede tot vijfde vinger, 4-tweede tot vijfde metacarpaal).

Fouten, die verschilden in aantal en omvang, deden zich voor bij 123 (48,61 %) studenten in onderzoek 1 en bij 65 (25,69 %) in onderzoek 2. De meest frequent vergeten locaties waren zones D2 en P4 in onderzoek 1 en D1 en P4 in onderzoek 2.  Tijdens onderzoek 2 deed er zich een verbetering voor, zoals blijkt uit de daling van het aantal en van de omvang van de niet-bedekte zones. Rechtshandige studenten maakten minder fouten op hun niet-dominante hand dan linkshandige studenten (n=23). De methode is interessant om de efficiëntie van de chirurgische handontsmettingstechniek te meten en om fouten en kritieke zones te identificeren. Het grootste voordeel van de UV-test was de onmiddellijke feedback, die tot een opvallende verbetering leidde.

Het gebruik van de UV-test voor de opleiding en training van geneeskundestudenten kan helpen om de naleving en de efficiëntie van de techniek van chirurgische handontsmetting bij studenten te bevorderen.

◄ Terug naar inhoud

Nieuwigheden

Wetenschappelijke agenda

  • maart 2024
  • 28/03
    BICS Symposium
  • april 2024
  • van 8/04 tot 11/04 || in Edinburgh
    The Microbiology Society Annual Conference
  • van 23/04 tot 24/04 || in Birmingham
    Infection and Prevention Control (IPC)
  • van 27/04 tot 30/04 || in Barcelona
    34th European Congress of Clinical Microbiology and infectious diseases
  • mei 2024
  • van 16/05 tot 17/05 || in Louvain-La-Neuve
    18ème Rencontre Internationale Francophone des Infirmiers et Infirmières (RIF)
Bekijk de volgende evenementen

Schrijf ook een artikel !

Vacatures

Onze partners

Flux RSS

Subscribe

REDACTIE

Ontdek de andere online nummers van het tijdschrift

Het volledige archief

Ontdek onze special

Uitwisseling van ervaringen