◄ Terug naar inhoud

Evaluatie van de theoretische kennis over handhygiëne bij verpleeg- en zorgkundigen in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA)

Frank Van Laer - Team ziekenhuishygiëne Danny Van heusden - Verpleegkundig stafmedewerker Hilde Jansens - Team ziekenhuishygiëne

imagXX-01

Inleiding

Eén van de factoren die de compliantie van de handhygiëne negatief kan beïnvloeden is het gebrek aan kennis betreffende een correcte handhygiëne. Tijdens in- en bijscholingen voor nieuwe medewerkers in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA) wordt daarom ook telkens ruime aandacht aan het onderwerp handhygiëne besteed. Daarnaast worden voor diverse beroepscategorieën periodiek bijscholingen georganiseerd. Als voorbereiding op de JCI-audit werden tenslotte in het voorjaar 2015 door het verpleegkundig departement bijscholingssessies voor alle verpleeg- en zorgkundigen georganiseerd waarin ook handhygiëne aan bod kwam. Om de kennis bij verpleeg- en zorgkundigen te beoordelen, werd vervolgens in de loop van de maand mei 2015 een kennistest georganiseerd. De resultaten van deze kennistest worden verder besproken.

Materiaal en methoden

Alle verpleeg- en zorgkundigen van het verpleegkundig departement werden in de loop van de maand mei via email door de directeur patiëntenzorg verzocht om een openboek-kennistest uit te voeren. Op die manier kon worden nagegaan hoe het gesteld was met de individuele kennis van de medewerkers en of ze de noodzakelijke informatie ook konden terugvinden in de UZA-procedures. In deze test waren 12 vragen over handhygiëne opgenomen (tabel 1), met in totaal 41 mogelijke antwoorden. Het betrof een zelf ontwikkelde vragenlijst naar analogie met deze die eerder ontwikkeld werden door de World Health Organisation (WHO) (1) of het Institute for Healthcare Improvement (IHI) (2). Het uitvoeren van de test gebeurde online via “SnapWebHost”.
Het globaal resultaat werd naar het emailadres van de medewerker gestuurd. Na het einde van de deelnameperiode op 1 juni 2015 werden de correcte antwoorden op het intranet van het UZA gepubliceerd. Daarnaast kreeg elke hoofdverpleegkundige een detailoverzicht van alle resultaten en deelresultaten om bijsturingen op afdelingsniveau te kunnen implementeren.

Resultaten

In totaal namen 792 verpleeg- en zorgkundigen aan de test deel. De resultaten per vraag zijn weergegeven in tabel 1 en grafiek 1.
Het percentage medewerkers dat op alle vragen correct antwoordde bedroeg 16,3%. De gemiddelde score bedroeg 83,96% (25,00% – 100%). Mediaan: 83,3%.
De score varieerde naargelang de vraag van 39,6% tot 98,6%.
Top drie laagste scores :
a) Vraag i.v.m. vervaldatum handalcohol na eerste gebruik: 39,6 % correct.
b) Vraag i.v.m. welke micro-organismen waarop handalcohol onvoldoende/geen effect heeft: 74,2% correct.
c) Vraag i.v.m. soort handhygiëne na verzorging van een MRSA-patiënt waarbij de handen niet zichtbaar bevuild zijn: 79,7% correct.

Grafiek 1: Percentage verpleeg- en zorgkundigen dat correct antwoordde op theoretische kennisvragen over handhygiëne.
kennistest-01

Ter vergelijking werden de resultaten van de test, uitgevoerd door hoofdverpleegkundigen en verpleegkundige stafmedewerkers (n=41), apart geanalyseerd.
Het percentage binnen deze beroepscategorie dat op alle vragen een correct antwoord gaf, bedroeg 26,8%. De gemiddelde score bedroeg 87,60% (66,67% – 100%). Mediaan: 91,70%
De score varieerde naargelang de vraag van 51,2% tot 100%.

Top drie laagste scores :
a) Vraag i.v.m. vervaldatum handalcohol na eerste gebruik: 51,2 % correct.
b) Vraag i.v.m. huidvriendelijkheid van handalcohol: 80,52% correct.
c) Vraag i.v.m. de voorwaarden van antimicrobiële werking van handalcohol: 80,52% correct.

Bespreking

Uit de kennistest blijkt dat de medewerkers van het verpleegkundig departement met een globale score van bijna 84,00% over een goede theoretische kennis van handhygiëne beschikken en/of deze informatie ook kunnen terugvinden in de ziekenhuisprocedures.
Wel blijkt dat sommige aspecten minder goed gekend zijn zoals de houdbaarheid van handalcohol en specifieke vragen die peilen naar de kennis over de inwerking van handalcohol op micro-organismen zoals Clostridium difficile.
Bij de hoofdverpleegkundigen en stafmedewerkers ligt het percentage juiste antwoorden hoger, maar ook bij deze groep medewerkers is de kennis met betrekking tot de houdbaarheid van handalcohol het laagst. Opvallend is ook dat ze lager scoren op vragen die te maken hebben met de huidvriendelijkheid en het antimicrobieel effect van handalcohol. De hogere score van deze groep medewerkers in vergelijking met het globale resultaat kan mogelijks verklaard worden doordat ze betere vaardigheden hebben in het opzoeken van procedures op intranet en/of meer de gelegenheid hebben deze via een PC op te zoeken. Op te merken valt dat alle UZA-procedures recent in de loop van de voorbije maanden in een nieuw documentenbeheerssysteem (“DocBase”) werden ondergebracht, wat voor bepaalde medewerkers een drempel kan zijn geweest om hierin informatie op te zoeken.
De resultaten konden niet vergeleken worden met gelijkaardige gepubliceerde studies aangezien de gebruikte vragenlijsten afweken, (3) hetzij omdat in deze studies vooral gefocust werd op studenten verpleegkunde of geneeskunde(4) hetzij enkel op verpleegkundigen werkzaam in een specifieke afdeling(5).
Deze studie heeft zijn beperkingen omdat er geen demografische gegevens van de deelnemers werden verzameld zoals leeftijd, geslacht, opleiding of aantal jaren werkervaring.

Conclusie

Uit de kennistest is gebleken dat de bijscholingen over handhygiëne een gunstige invloed hebben gehad op de theoretische kennis van verpleeg- en zorgkundigen in het UZA. Er zal verder in de in- en bijscholingen extra aandacht worden besteed aan die aspecten waarop tijdens de test het laagst werd gescoord zoals de houdbaarheid van handalcohol en het antimicrobiële effect van handalcohol. Verder is het noodzakelijk dat alle medewerkers voldoende vertrouwd raken met het opzoeken van procedures op intranet.

Referenties

1. WHO. Clean Care is Safer Care. Hand Hygiene Knowledge Questionnaire for Health-Care Workers (revised August 2009). http://www.who.int/gpsc/5may/tools/evaluation_feedback/en/

2. Institute for Healthcare Improvement. How-to Guide: Improving Hand Hygiene. A Guide for Improving Practices among Health Care Workers Institute for Healthcare Improvement, Page 27-28. www.IHI.org.

3. McLaughlin AC, Walsh F. individual differences in judgments of hand hygiene risk by health care workers. Am J Infect Control 2011;39:456-463.

4. Graf K, Chaberny IF, Vonberg RP. Beliefs about hand hygiene: a survey in medical students in their First clinical year. Am J Infect Control 2011;39:885-888.

5. Asadollahi M, Arshadi Bostanabad M, Jebraili M, et al. Nurses’ Knowledge Regarding Hand Hygiene and Its Individual and Organizational Predictors. Journal of Caring Sciences, 2015, 4(1), 45-53 doi:10.5681/jcs.2015.005 http:// journals.tbzmed.ac.ir/ JCS.

Tabel 1: Overzicht van de vragen, met bijhorende antwoordmogelijkheden en scores
laer-01

 

◄ Terug naar inhoud

Nieuwigheden

Wetenschappelijke agenda

  • maart 2024
  • 28/03
    BICS Symposium
  • april 2024
  • van 8/04 tot 11/04 || in Edinburgh
    The Microbiology Society Annual Conference
  • van 23/04 tot 24/04 || in Birmingham
    Infection and Prevention Control (IPC)
  • van 27/04 tot 30/04 || in Barcelona
    34th European Congress of Clinical Microbiology and infectious diseases
  • mei 2024
  • van 16/05 tot 17/05 || in Louvain-La-Neuve
    18ème Rencontre Internationale Francophone des Infirmiers et Infirmières (RIF)
Bekijk de volgende evenementen

Schrijf ook een artikel !

Vacatures

Onze partners

Flux RSS

Subscribe

REDACTIE

Ontdek de andere online nummers van het tijdschrift

Het volledige archief

Ontdek onze special

Uitwisseling van ervaringen